Productaansprakelijkheid: ook overeenstemming met naam of merk van producent zorgt voor aansprakelijkheid van distributeur als ‘schijnproducent’

Article
EU Law

In een arrest van 19 december 2024 oordeelde het Hof van Justitie[1] dat een persoon een ‘schijnproducent’ is in de zin van de Richtlijn Productaansprakelijkheid, en dus aansprakelijk is voor een gebrekkig product, wanneer zijn naam (Ford Italia) overeenstemt met de naam van de werkelijke producent (Ford WAG) en met het merk of ander onderscheidingsteken (‘Ford’) dat door de producent op het product is aangebracht. Het is dus niet vereist dat die persoon zelf zijn naam of merk aanbracht op het product.

In 2001 kocht ZP (een particulier) een wagen van het merk ‘Ford’ bij Stracciari, een Italiaanse concessiehouder van het merk. De wagen was geproduceerd door Ford WAG in Duitsland en werd via de Italiaanse distributeur Ford Italia aan Stracciari geleverd. ZP raakte met deze wagen betrokken bij een ongeval, waarbij de airbag niet werkte.

ZP vorderde schadevergoeding wegens een gebrek aan het voertuig van de verkoper Stracciari en Ford Italia. Hoewel Ford Italia niet de echte producent was van de wagen, oordeelden de Italiaanse rechters in eerste aanleg en hoger beroep dat ze, op grond van de Italiaanse wetgeving rond productaansprakelijkheid, weldegelijk aansprakelijk was voor de schade, omdat haar positie “moest worden gelijkgesteld met die van de niet-aangesproken producent”. Ford Italia werd met andere woorden beschouwd als de ‘schijnproducent’. Ford Italia vocht deze beslissing aan bij het Italiaanse Hof van Cassatie, dat verduidelijking vroeg aan het Hof van Justitie1 over de invulling van het concept ‘schijnproducent’.

De EU Richtlijn Productaansprakelijkheid2 bepaalt dat de producent aansprakelijk is voor schade door een gebrek in zijn product. Hierbij wordt niet alleen de werkelijke producent van een eindproduct, grondstof of onderdeel geviseerd, maar ook “eenieder die zich als producent presenteert door zijn naam, zijn merk of een ander onderscheidingsteken op het product aan te brengen”. Deze laatste persoon, die ook de ‘schijnproducent’ wordt genoemd, hoeft dus niet betrokken te zijn bij het productieproces, maar kan wel op dezelfde manier als de werkelijke producent aansprakelijk worden gesteld. 

Het bijzondere van de zaak was dat Ford Italia niet zelf zijn naam of merk had aangebracht. Het merk “Ford” dat Ford WAG (de werkelijke producent) op het voertuig had aangebracht stemt weliswaar grotendeels overeen met de naam van Ford Italia. De vraag was met andere woorden: volstaat het feit dat dit merk overeenkomt met een onderscheidingsteken van de distributeur, om deze distributeur te kunnen beschouwen als ‘schijnproducent’ (“eenieder die zich als producent presenteert”) in de zin van de Richtlijn Productaansprakelijkheid?

Het Hof verduidelijkte dat een persoon die zich als producent presenteert door zijn naam of merk aan te brengen op het product, de indruk wekt dat hij betrokken is bij het productieproces of daar de verantwoordelijkheid voor draagt. Op die manier kan hij zijn bekendheid gebruiken om het product aantrekkelijker te maken in de ogen van de consument, wat rechtvaardigt dat deze persoon als ‘tegenprestatie’ aansprakelijk kan worden gesteld.

Het is daarbij volgens het Hof niet van belang of Ford Italia nu zelf het merk “Ford” aanbracht, dan wel of Ford Italia zelf een naam heeft gekozen die overeenkomt met die van de producent en met het merk dat wordt aangebracht op de wagens. Het resultaat is in beide gevallen hetzelfde: Ford Italia gebruikt de overeenstemming in de namen om zich te presenteren als verantwoordelijke en om een vertrouwen op te wekken dat vergelijkbaar is met het vertrouwen dat de consument zou hebben bij een rechtstreekse verkoop van de producent.

Volgens het Hof sluit deze interpretatie aan bij de brede definitie die de Uniewetgever aan het begrip ‘producent’ heeft gegeven en bij het doel om het voor de consument makkelijker te maken, aangezien de werkelijke producent vaak moeilijk te achterhalen is.

Het Hof benadrukte tot slot dat de schijnproducent en de werkelijke producent samen (hoofdelijk) aansprakelijk zijn voor de schade. Wanneer de consument er dus voor zou kiezen Ford Italia aan te spreken, staat het Ford Italia vrij om op basis van het nationaal recht op zijn beurt de werkelijke producent aansprakelijk te stellen.

De Richtlijn Productaansprakelijkheid 85/374/EEG werd vervangen door Richtlijn 2024/2853 en uiterlijk op 9 december 2026 moeten alle Lidstaten de nieuwe regels hebben omgezet. De regel rond schijnproducenten blijft evenwel behouden in de nieuwe Richtlijn, waardoor dit arrest ook voor de nieuwe Richtlijn relevant zal blijven.

Nog een laatste interessante feit: op de factuur aan de klant (ZP) was uitdrukkelijk vermeld dat Ford WAG de producent was. Het Hof van Justitie verspilt echter geen woord aan de vraag of, en zo ja waarom dat feit irrelevant is voor de beoordeling van de vraag.

  • 1

    Hof van Justitie 19 december 2024, C-157/23, Ford Italia spA t. ZP en Stracciari spA.

  • 2

    Richtlijn 85/374/EEG van de Raad van 25 juli 1985 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake de aansprakelijkheid voor produkten met gebreken (thans vervangen door Richtlijn (EU) 2024/2853 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2024 inzake aansprakelijkheid voor gebrekkige producten en tot intrekking van Richtlijn 85/374/EEG van de Raad).