Ex-werknemer mag in principe personeel en cliënteel afwerven voor zijn nieuw bedrijf
Het Hof van Beroep te Gent bevestigde dat het afwerven van personeel en van cliënteel inherent is aan het economische leven en de principes van vrijheid van ondernemen, en dus in principe niet onrechtmatig is. Enkel in bepaalde bijzondere omstandigheden is dit in strijd met eerlijke gebruiken.
Na zijn ontslag te hebben gekregen, richt een ex-werknemer een eigen bedrijf op en neemt daarbij 11 werknemers aan die oorspronkelijk bij zijn voormalige werkgever werkten. Als gevolg wordt hij door zijn ex-werkgever beschuldigd van het “op systematische en georkestreerde wijze” afwerven van “een substantieel aantal sleutelmedewerkers” van zijn bedrijf, en van het onrechtmatig afwerven van zijn cliënteel.
Het Hof van Beroep te Gent1 verduidelijkte eerst en vooral dat het afwerven van personeel van een concurrent op zich niet onrechtmatig is, omdat dat inherent is aan het economische leven en de principes van vrijheid van ondernemen en van arbeid. Het wordt slechts als oneerlijk beschouwd wanneer (a) men bewust probeert verwarring te zaaien met de concurrent; (b) er sprake is van derde-medeplichtigheid aan contractbreuk van de werknemer; (c) het doel is om vertrouwelijke gegevens van de concurrent te verkrijgen; (d) het de desorganisatie van het bedrijf van de concurrent ‘tot gevolg’ heeft. Er bestaat in de rechtspraak echter onenigheid over hoe deze laatste omstandigheid moet worden ingevuld. De meerderheid vereist dat er werkelijk een intentie is om het concurrerende bedrijf te desorganiseren. Het Hof volgde echter de minderheidsstrekking die stelt dat er (enkel) sprake moet zijn van ‘abnormale burenhinder in het economische gebeuren’, waarbij de focus ligt op het gevolg en niet het doel van de afwerving. Immers, volgens het Hof, is het criterium van de ‘intentie’ vrij inhoudsloos, nu de afwervende concurrent quasi altijd enkel oog heeft voor de eigen onderneming, en hij onverschillig is ten aanzien van de gevolgen voor de concurrent. Aangezien geen van deze omstandigheden van toepassing waren, oordeelde het Hof dat er geen sprake was van onrechtmatige afwerving.
Ook de afwerving van cliënteel behoort tot de essentie van concurrentiestrijd, en is pas onrechtmatig omwille van het nagestreefde doel (desorganiseren en/of destabiliseren van de andere) of bijzondere omstandigheden (bv. verwarringstichting, misleiding door verschaffing van foute informatie, aanzetting tot contractbreuk, …). Het systematisch benaderen van cliënteel dat men voordien voor rekening van de ex-werkgever/ex-opdrachtgever benaderde, is op zich toegestaan, aldus het Hof. Men mag daarbij ook gebruikmaken van beroepskennis, vorming, bekwaamheid en ervaring die voordien werden verworven doorheen de carrière.
- 1Gent 29 april 2024, 2023/AR/1977, onuitg.