ESG en bestuurdersaansprakelijkheid: bewustzijn creëren, geen bangmakerij
In het publiek debat worden bestuurders in toenemende mate aangesproken op hun verantwoordelijkheid voor de ESG-compliance van het bedrijf. Ook juridisch: denk aan strafrechtelijke aangiften en onderzoeken met expliciete aandacht voor de rol van bestuurders. In een recente bijdrage in Bedrijfsjuridische Berichten bespreken wij aandachtspunten en observaties vanuit civielrechtelijk en strafrechtelijk perspectief.
Met positieve insteek: wij beogen dat bestuurders door goed geïnformeerd te zijn juist verantwoordelijkheid kunnen nemen voor het (verder) ontwikkelen van een duurzame strategie. Daarbij zoomen we in op de nieuwe Corporate Sustainability Reporting Directive (“CSRD”) en de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (“CSDDD”).
In onze bijdrage concluderen wij dat deze nieuwe ESG-regelgeving voor wat betreft civielrechtelijke bestuurdersaansprakelijkheid niet direct verandering brengt. Uitgangspunt blijft dat bestuurdersaansprakelijkheid de uitzondering is waarvoor in beginsel alleen ruimte is als de bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt. Voor de CSDDD is daarbij van belang dat bepalingen in het ontwerp voor deze richtlijn over verantwoordelijkheden van bestuurders – welbewust – zijn geschrapt (zie ook ons eerdere blog hierover). Indirect zullen de verplichtingen in de CSRD en de CSDDD om te rapporteren over ESG-aspecten en om de negatieve effecten van een bedrijf in kaart te brengen en te mitigeren wel hun impact hebben. Al is het maar vanwege de extra aandacht voor ESG-compliance bij de onderneming zelf en de informatie die de onderneming daarover naar buiten zal moeten brengen. Vanuit strafrechtelijk perspectief is een toenemende focus op het bestuur zichtbaar, veelal over de band van het ‘feitelijk leidinggeven’. Wij hopen hier echter op terughoudendheid en zorgvuldigheid, omdat alleen al een ‘verdenking’ aan het adres van een bestuurder tot onherstelbare reputatieschade kan leiden.
Verder pleiten wij ervoor bestuurders niet tot kop van Jut te maken. Bestuurders moeten hun steentje bijdragen aan de ‘ESG-transitie’, maar ook zij kunnen geen ijzer met handen breken en zij hebben bovendien een bredere verantwoordelijkheid. De trend om bestuurders in het publieke debat en ook juridisch persoonlijk aan te spreken bezien wij dan ook met enig ongemak en brengt de gewenste transities vermoedelijk niet sneller dichterbij.
Lees de volledige bijdrage hier.
Auteurs: Wouter den Hollander, Monique van der Linden en Amelie Borel Rinkes
Bron: Bedrijfsjuridische berichten
Publiatiedatum: november 2024