Het federale regeerakkoord door een publiekrechtelijke bril
De nieuwe federale regering, die zichzelf een echte “hervormingsregering” noemt, plant ook in de sector van het publiekrecht heel wat hervormingen. Ontdek in deze blogpost enkele hoogtepunten van wat de federale regering de komende vijf jaar op publiekrechtelijk vlak in petto heeft.
1. (Re)organisatie van de Belgische Staat en haar overheden
(Re)organisatie van de Belgische Staat in al haar onderdelen vormt een eerste rode draad in het regeerakkoord.
Institutioneel – Een concreet plan voor een zevende staatshervorming ligt niet op tafel, maar dat zou er wel moeten zijn tegen 2029. De nieuwe federale regering wil vanaf de volgende legislatuur immers een nieuwe staatsstructuur met een meer homogene en efficiënte bevoegdheidsverdeling. Het is de eerste minister zelf die daartoe, met behulp van een aanvullende kabinetscel en experten, voorstellen zal voorbereiden op het vlak van o.a. bevoegdheidsverdeling, financieringsregels en de instellingen.
Intussen zet de federale regering alvast in op interfederale samenwerking, vooral dan voor de erg verweven bevoegdheden zoals arbeidsmarktbeleid, gezondheidszorg, mobiliteit en klimaat.
Opvallend is verder nog dat de OCMW-wet zal worden aangepast om de deelstaten toe te staan desgewenst een volledige integratie van de OCMW’s in de gemeentebesturen te realiseren. Hoewel in Vlaanderen reeds een zeer verregaande afstemming tussen gemeente en OCMW werd gerealiseerd, moeten beiden tot op heden wel nog als afzonderlijke rechtspersoon blijven bestaan, omdat dit in federale wetgeving verankerd ligt. Die beperking zou dus binnenkort kunnen verdwijnen.
Versterking van de democratie en rechtstaat - De nieuwe federale regering wil ook inzetten op een versterking van de democratie en de rechtstaat. Onder die titel worden een reeks hervormingen voorgesteld, waarvan de ene al ingrijpender is dan de andere.
De historisch belangrijkste beslissing in dit verband is ongetwijfeld de afschaffing van de Senaat, dit vanaf de eerstvolgende federale verkiezingen. Intussen zal de werking van de Senaat op punt worden gesteld met het oog op het bewerkstelligen van operationele en budgettaire efficiëntiewinsten.
Bij het Grondwettelijk Hof worden de voorwaarden om rechter te worden, aangescherpt. Alle kandidaat-rechters zullen voorafgaandelijk gehoord worden door de Kamer van volksvertegenwoordigers. Bovendien zullen rechters-politici houder moeten zijn van een master in de rechten en wordt hun vereiste parlementaire ervaring opgetrokken van vijf naar acht jaar. Tot slot wordt van elke toekomstige rechter in het Grondwettelijk Hof een functionele kennis van het Nederlands en het Frans verwacht.
Er wordt ook bekeken hoe de werking van de Raad van State verder kan worden geoptimaliseerd. Gedacht wordt aan een uitbreiding van de beslissing tot herstel en de invoering van een bemiddelingsprocedure en een zogenaamde “administratieve ruling”. Dit laatste zou toestaan om regelgevende teksten voorafgaand aan het besluitvormingsproces voor advies voor te leggen aan de afdeling Wetgeving. De draagwijdte hiervan is op heden evenwel nog niet duidelijk.
Voorts wil men justitie ook mondiger, toegankelijker en transparanter maken door de reeds lang aangekondigde openbare databank voor vonnissen en arresten eindelijk te lanceren. De voor het publiek nuttige algoritmen en tools die zijn uitgewerkt voor de magistratuur moeten bovendien ook voor de publieke databank ter beschikking worden gesteld.
Bovendien wil men ervoor zorgen, zeker in mediagevoelige zaken, dat de motivering van vonnissen en arresten op een duidelijke en eenvoudige manier toegelicht wordt, zodat deze voor elke burger begrijpelijk is. Het is evenwel nog niet duidelijk hoe men dit precies wil bereiken.
Kwalitatieve dienstverlening aan burgers en ondernemingen - Om de kwaliteit van de dienstverlening door overheidsdiensten te verzekeren, zet het regeerakkoord vooral in op een nieuwe strategie inzake digitalisering, subsidies en externe consultancy.
Met betrekking tot externe consultancy streeft de nieuwe federale regering naar een maximale afbouw. De regering wil waken over het behoud en de opbouw van de nodige technische, juridische en inhoudelijke expertise bij de overheid zelf. De regering zal hiervoor in overleg met de colleges van leidend ambtenaren een strategie vastleggen.
Bij de verdere digitalisering van de federale overheid zal de “eBox” een centrale rol innemen als ‘officiële virtuele residentie voor burgers en bedrijven’. De eBox wordt verplicht voor alle administraties en er zal maximaal worden gecoördineerd tussen de verschillende beleidsniveaus om o.a. te proberen meerdere meldingskanalen te elimineren. Ook bevestigt de huidige federale regering het verplicht gebruik van de eBox enterprise in B2B-context vanaf 2026. Daarenboven moet elke overheidsdienst er tegen 2030 voor zorgen dat alle transacties en interacties met de burgers en bedrijven digitaal kunnen verlopen en wordt elektronische facturatie van de overheid naar ondernemingen algemeen verplicht.
Op het vlak van subsidies wil de federale regering een duidelijke definitie en uniforme procedures voor facultatieve subsidies uitwerken. Daarnaast wil de regering alle federale overheden verplichten om een register bij te houden met alle toegekende subsidies (een zogenaamd ‘subsidieregister’) en streeft men op termijn naar de ontwikkeling van een inter-federaal subsidieregister.
Hervorming van federale overheidsdiensten – In het kader van de begrotingsinspanningen wil de nieuwe federale regering een kerntakenanalyse laten uitvoeren, op basis waarvan tegen februari 2026 concrete voorstellen moeten uitgewerkt zijn.
Intussen wil de federale regering tegen 30 mei 2025 een voorstel tot hervorming van het FOD-landschap uitwerken. Concreet wil de regering een fusie of integratie van FOD’s doorvoeren. Daarnaast wil men ook de FOD Kanselarij afslanken tot een ondersteunende dienst voor de eerste minister en wil men de twee Programmatorische Overheidsdiensten (De POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding, Sociale Economie en Grootstedenbeleid en de POD Wetenschapsbeleid) terug inkantelen in hun FOD van oorsprong.
Duidelijk is in elk geval dat de Regie der Gebouwen een belangrijke rol zal blijven spelen. De regering wil dat er een volledige en makkelijk raadpleegbare inventaris komt van al het vastgoed, exclusief strategische en gevoelige sites in eigendom, bezit, beheer en/of gebruik. Ongebruikte activa in eigendom, moeten snel opnieuw worden toegewezen of zo snel mogelijk worden overgedragen of verkocht.
Lokale besturen - De nieuwe federale regering wil ook een extra inspanning leveren ten gunste van de lokale besturen, die hiertoe zullen worden “geherfinancierd”. De bedoeling is om de lokale besturen toe te staan de impact te dragen van de hervormingen in de arbeidsmarkt en dat ook de pensioenfactuur (o.m. de responsabiliseringsbijdrage) voor hen de komende jaren meer draagbaar wordt. Het blijft vooralsnog onduidelijk over hoeveel middelen en ondersteuning het hier zal gaan.
2. Economie
De federale regering kondigt tevens heel wat initiatieven aan op vlak van de economie.
Publieke investeringen - Vooreerst blijkt uit het regeerakkoord het voornemen om een aantal cruciale publieke investeringen te doen. Daarbij wordt vooral gedacht aan de sectoren defensie, luchtvaart, ruimtevaart en energie.
Verder wil men een stabiel en strikt staatssteunkader creëren, dat focust op een verankering van cruciale industriële productie van essentiële goederen. Er zou een intra-federaal kennis- en expertisecentrum inzake staatssteun opgericht worden, waar de administraties terechtkunnen en dat de interactie met de Europese Commissie moet faciliteren.
De nieuwe federale regering zal wel het aantal bedrijfssubsidies verminderen. Tegelijkertijd belooft men dat de vrijgekomen middelen zullen ingezet worden voor een verlaging van de werkgeversbijdragen. De regering hoopt dat bedrijven hierdoor meer financiële ademruimte krijgen om zelf te investeren en te groeien, eerder dan hiervoor te moeten rekenen op federale subsidies.
Innovatie en administratieve vereenvoudiging - De regering beoogt “buitensporige” restricties qua organisatievormen en samenwerkingsverbanden weg te werken. Men denkt daarbij aan het verbod op multidisciplinaire vennootschappen, in het bijzonder voor juridische, boekhoudkundige en fiscale dienstverlening en bij architecten en ingenieurs.
Voorts beoogt de federale regering om, net zoals op deelstatelijk vlak al bestond, regelluwe testzones te ontwikkelen voor nieuwe technologieën en economische velden. De federale regering zal in overleg treden met de regionale overheden om daartoe een samenwerking op te zetten.
Tot slot, zal het portaal Just-on-Web (Belgisch Staatsblad) van de FOD Justitie worden uitgebreid, zodat ook onderhandse wijzigingsakten en jaarrekeningen van verenigingen en ondernemingen elektronisch kunnen worden neergelegd en digitaal geraadpleegd.
Versterking van toezichthoudende diensten - Het regeerakkoord wil een aantal markt-toezichthouders versterken. Zo zou de Belgische Mededingingsautoriteit (die in de afgelopen beleidsperiode ook al aanzienlijk werd versterkt) nog verder worden uitgebouwd. Ook de economische inspectie krijgt meer slagkracht om ambtshalve inspecties uit te voeren en zo concurrentievervalsing, economische fraude en oneerlijke handelspraktijken op te sporen. Daarenboven ziet de regering ook een belangrijke rol weggelegd voor de sector-regulatoren (CREG, BIPT, Spoorregulator, …). Zo wordt eraan gedacht om het mogelijk te maken om bij een regulator een voorafgaandelijk advies of ‘comfort letter’ aan te vragen. De regering wil er op deze manier voor zorgen dat ondernemingen maximale zekerheid verkrijgen over de correcte implementatie van wetgeving.
3. Overheidsopdrachten
Specifiek m.b.t. overheidsopdrachten blijkt uit het regeerakkoord de intentie van de federale regering om verscheidene aanpassingen door te voeren.
Regelgevend – Op regelgevend vlak heeft de regering enkele belangrijke veranderingen op het oog. Zo streeft de federale regering naar een vereenvoudiging en rationalisering van de regels inzake overheidsopdrachten. De federale regering wil deze oefening doen op het niveau van de federale regelgeving in de mate het Europees kader dit toestaat. Het valt af te wachten hoever men bereid is daarin te gaan, wetende dat momenteel heel wat regels die als erg belemmerend worden ervaren (zoals de AUR en de regels voor opdrachten onder de Europese drempels), een louter Belgische keuze zijn. Daarnaast beoogt de federale regering ook een rationalisering te bepleiten bij de Europese Unie, die op dit moment overigens bezig is met de herziening van de richtlijnen rond overheidsopdrachten. Deze vereenvoudiging heeft onder meer als doel de toegang van kmo’s tot overheidsopdrachten te faciliteren.
De federale overheid streeft ernaar op het einde van de legislatuur een kmo-deelname van 80% te bereiken en dat 60% van de begunstigden kmo’s zijn. Daartoe heeft de federale regering het voornemen om het opdelen van opdrachten in percelen te stimuleren, het gebruik van kwalitatieve criteria boven prijs te bevorderen, het only-once principe (zijnde het slechts éénmaal moeten aanleveren van bepaalde documenten voor een bepaalde periode) in te voeren en prijsherzieningen mogelijk te maken bij alle opdrachten. De federale regering zet voorts ook in op het verder reduceren van de betalingstermijn en de borgstelling.
Specifiek m.b.t. de openbare voedselmarkt betracht de nieuwe regering om de “korte keten” als technische specificatie mogelijk te maken. Bovendien zal men onderzoeken of het mogelijk is om de drempelwaarden, waaronder andere bekendmakingsvereisten gelden, te verhogen voor overheidsopdrachten voor de levering van landbouw-, veeteelt-, visserij-, bosbouw- en aanverwante producten.
Het regeerakkoord vermeldt voorts dat men zal nagaan hoe er bij de toewijzing van opdrachten rekening kan worden gehouden met eerdere ervaringen en prestaties van kandidaten. Dit is op heden reeds het geval, dus het is uitkijken naar de verdere mogelijkheden die hiertoe zullen worden aangereikt.
Eigen aankoopbeleid - Naast de aanpassingen op regelgevend vlak, plant de nieuwe regering ook heel wat hervormingen in haar eigen aankoopbeleid.
De FOD BOSA zal een uitgebreide aankoopcentrale vormen, waarvan de federale overheden zoveel als mogelijk gebruik moeten maken. Deze uitgebreide aankoopcentrale zal maximaal met raamcontracten werken. Tegelijk plant de regering een kmo-vriendelijk aankoopbeleid te voeren. Het principe “comply or explain” wordt toegepast, wat vermoedelijk betekent dat de voormelde principes in de regel dienen te worden toegepast, maar er afgeweken kan worden mits verduidelijking waarom. Het “comply or explain”-principe dient niet te worden toegepast voor aankopen waarvoor specifieke kennis noodzakelijk is of die buiten het nationale grondgebied moeten worden gedaan in het kader van diplomatieke posten.
Niet alleen de FOD BOSA zal een centraliserende rol spelen. Men zal ook onderzoeken of de Regie der Gebouwen in de toekomst kan optreden als facilitair bedrijf voor de federale overheid (die o.m. gemeenschappelijke diensten zoals schoonmaak en beveiliging zou aanbieden en beheren).
In het kader van defensieopdrachten zal men prioritair aankopen doen in België en in coördinatie met andere EU-lidstaten.
Internationaal - Op internationaal vlak beoogt men niet alleen in te zetten op een rationalisering van de Europese richtlijnen inzake overheidsopdrachten, maar ook de focus te leggen op wederkerigheid. In dat kader wenst de federale regering sterker in te zetten op het nieuwe Internationaal Procurement Instrument en de Foreign Subsidies Regulation meer tanden te geven. Verder ondersteunt men de uitbouw van een eengemaakte defensiemarkt, met eerlijke toegang voor “onze” kmo’s.
4. Mobiliteit en (lucht)havens
Daarnaast zet het nieuwe federale regeerakkoord in op aanpassingen van het mobiliteitsbeleid.
Spoorwegen - Inzake de spoorwegen, zal de federale regering het openbare dienstencontract met de NMBS, het performantiecontract van Infrabel en de meerjareninvesteringsplannen bevestigen.
Van de spoorwegmaatschappijen wordt verwacht dat ze sterker inzetten op samenwerking met alle betrokkenen bij de planning en het beheer van de omgeving van stations en infrastructuur. Daarbij dient ook rekening te worden gehouden met andere vervoersmodi. Zo moeten vacante spoorwegbermen bijvoorbeeld ter beschikking te worden gesteld voor de aanleg van fietssnelwegen.
Infrabel krijgt de mogelijkheid om, naast zijn gereguleerde activiteiten, ook nauw verbonden commerciële activiteiten te ontwikkelen. Daarbij denkt men aan energieproductie voor het opladen van elektrische bussen, het leveren van elektriciteit aan omliggende gebouwen, en dergelijke meer.
Het personeelsbeleid van NMBS en Infrabel zal ook grondig wijzigen. HR Rail kent een onmiddellijke aanwervingsstop. De bevoegdheden voor selectie, recrutering en personeelsbeheer worden overgedragen aan de operationele entiteiten van NMBS en Infrabel.
Havens - Betreffende de havens voorziet de regering in een spoorbeleid aangepast aan de havens. Zo zal Infrabel onder meer de havens erkennen als één grote dienstvoorziening in lijn met de Europese verordening 2017/2177. Daarnaast krijgt de NMBS de opdracht om haar gronden in de havengebieden te verkopen, indien zij deze gronden zelf niet nodig heeft voor haar eigen activiteiten. Deze verkoop dient tegen de marktprijs te gebeuren. Verder zal de federale regering initiatieven steunen voor wat betreft de spoorwegverbindingen die gericht zijn op het ontwikkelen van de activiteiten van de binnenhavens met als doel het potentieel van de binnenvaart te maximaliseren.
Luchthaven - De luchthaven van Brussel-Nationaal blijft een belangrijke speler. De regering zal de ontwikkeling ervan ondersteunen. Daarbij worden de leefomstandigheden van de omwonenden en van alle burgers die geluidshinder ervaren in acht worden genomen. Onder meer ter verbetering daarvan wil men een vliegwet opstellen, waarbij rekening wordt gehouden met geluidsoverlast, volksgezondheid, economische activiteit, en werkzaamheid. Verder zal de luchthaven bijkomend beveiligd worden.
5. Zorg
Ook binnen de gezondheidszorg plant de nieuwe federale regering belangrijke hervormingen, in het bijzonder ook van de financiering van de ziekenhuizen en de terugbetaling van ziektekosten.
Voor de ziekenhuizen zou er voorzien worden in een transparante pathologie-gestuurde basisfinanciering, waarbij ziekenhuizen een forfaitaire financiering ontvangen per behandeling van een bepaald (type) pathologie. Deze basisfinanciering zou worden aangevuld met een ‘significant’ budget op basis van ‘pay for performance’, zijnde een financieringsmodel dat reeds in 2018 werd gelanceerd en tot doel heeft om ziekenhuizen die goede resultaten behalen op een set van ziekenhuisbrede en pathologiegebonden indicatoren, financieel te belonen.
Ook de hervorming van de nomenclatuur zal worden verdergezet en moet deze legislatuur volledig zijn afgrond. De regering wil het principe dat een (tand)arts per prestatie wordt vergoed behouden, maar wil ook budgettaire ruimte vrijmaken voor nieuwe financieringsmodellen die interdisciplinaire samenwerking, zorgcontinuïteit, beschikbaarheid en preventie stimuleren. Bovendien wil men voortaan gaan werken met het principe van een “zuiver honorarium”. De kosten die het ziekenhuis draagt voor gehospitaliseerde patiënten zullen dan rechtstreeks aan de ziekenhuizen betaald worden, waardoor de afdrachten door de artsen aan de ziekenhuizen zullen verdwijnen.
Daarbovenop wil de nieuwe federale regering de hervorming van het ziekenhuislandschap verderzetten. Zo wil men een aantal ‘acute ziekenhuisbedden’ omvormen naar bedden voor patiënten die langdurige zorg nodig hebben. Ook wil men dag- en thuishospitalisatie verder versterken. Daarnaast zal de effectiviteit van de huidige ziekenhuisnetwerken geëvalueerd worden en zullen de drempels voor ziekenhuizen die willen fuseren weggewerkt worden.
6. Veiligheid, defensie en buitenlands beleid
Binnenlandse Veiligheid – Op vlak van veiligheid wil de nieuwe federale regering sterk (blijven) inzetten op drugs- en georganiseerde criminaliteit. Er wordt een multidisciplinaire fiscale en financiële opsporingsdienst opgericht die zal focussen op het opsporen, analyseren en lamleggen van criminele circuits en geldstromen.
Op vlak van bestuurlijke handhaving plant de regering om voor januari 2026 de Wet Bestuurlijke Handhaving te evalueren. Er wordt ook bekeken welke mogelijkheden er zijn om de procedures in de GAS -wet te vereenvoudigen en te versnellen, met name door de gemeenten in staat te stellen een model in te voeren voor de onmiddellijke administratieve oproeping in geval van betrapping op heterdaad.
Op het vlak van politionele organisatie wordt de geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus behouden. De regering wil wel een kerntakendebat voeren waarbij onder meer de taak- en bevoegdheidsverdeling van de Federale en de Lokale politie, waar nodig, wordt geactualiseerd.
Voor wat de federale politie betreft, is het evenwel nu reeds duidelijk dat zij aanzienlijk zullen worden versterkt met bijkomende middelen, in het bijzonder de Directie Special Units (DSU), de gedeconcentreerde directies van de Federale Gerechtelijke Politie (FGP) en de Luchtvaartpolitie (LPA).
Voor wat de lokale politie betreft, zal de regering lokale besturen stimuleren (maar niet verplichten) om de stap te zetten naar grotere en performantere politiezones. Voor de zes Brussel politiezones liggen de kaarten anders, zij zullen moeten fuseren tot één zone. Daarnaast wil de federale regering ook een eenvoudiger financieringsmodel invoeren voor de lokale politiezones. Het uitgangspunt hierbij is een hogere, flexibelere en meer transparante financiering van de lokale politiezones (inclusief indexatie) op basis van een haalbare en verantwoorde verdeelsleutel die indien nodig kan bijgestuurd worden.
Defensie - Een van de speerpunten van het regeerakkoord is een versterking en herfinanciering van defensie. Het grootste deel van de extra financiering zal gebeuren via een nieuw op te zetten Defensiefonds als een gespecialiseerde dochteronderneming van SFPIM. Dit zal gefinancierd worden via de verkoop van activa.
Besluit
De komende jaren bieden aldus boeiende vooruitzichten vanuit bestuursrechtelijk perspectief, we volgen dit graag voor u verder op.