De Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) is definitief aangenomen

Article
NL Law
EU Law

Na een lange periode van onderhandelen heeft de Europese Raad op 24 mei 2024 de Europese Corporate Sustainability Due Diligence Directive (“CSDDD”) formeel aangenomen. Na ondertekening door de voorzitter van het Europees Parlement en de voorzitter van de Europese Raad, wordt de CSDDD gepubliceerd in het Publicatieblad. Europese lidstaten hebben vervolgens twee jaar de tijd om de CSDDD te implementeren in nationale wet- en regelgeving. In deze ESG kwartaalupdate een overzicht van de laatste stand van zaken. 

 

Verplichtingen onder de CSDDD

Op grond van de CSDDD moeten bepaalde (zeer) grote ondernemingen in de EU en daarbuiten een beleid voor due diligence opstellen om de schadelijke impact van hun bedrijfsactiviteiten, van hun dochterondernemingen en bepaalde andere ondernemingen in hun waardeketen, op mensenrechten en het milieu te herkennen, voorkomen, beperken en uiteindelijk elimineren (het “gepaste zorgvuldigheidsproces”). 

Daarnaast moeten ondernemingen een plan vaststellen teneinde het bedrijfsmodel en de strategie verenigbaar te laten zijn met de beperking van de opwarming van de aarde en klimaatverandering (“Klimaatplan”).

Voor wie geldt de CSDDD?

De CSDDD gaat gelden voor ondernemingen met meer dan 1.000 werknemers en een omzet van meer dan EUR 450 miljoen. In Nederland gaat het om circa 457 ondernemingen, zo’n 0,1 procent van alle Nederlandse ondernemingen. Ook ondernemingen van buiten de EU die een omzet van meer dan EUR 450 miljoen in de EU behalen, vallen onder de richtlijn. De Europese Commissie gaat een lijst publiceren van niet-EU-ondernemingen die onder het toepassingsgebied van de CSDDD vallen. Daarnaast is de CSDDD ook van toepassing op ondernemingen die (i) royalties ontvangen uit franchise- of licentieovereenkomsten binnen de EU van meer dan EUR 22,5 miljoen, en (ii) een omzet hebben van meer dan EUR 80 miljoen.

In de CSDDD is een uitzondering opgenomen voor ondernemingen in de financiële sector. Zij hoeven vooralsnog slechts voor de eigen activiteiten en de activiteiten van hun toeleveranciers (‘upstream’) het gepaste zorgvuldigheidsproces uit te voeren. De activiteiten van afnemers en eindgebruikers (‘downstream’) zijn uitgesloten. Mogelijk worden deze activiteiten in de toekomst aan het toepassingsbereik toegevoegd. Wel moeten financiële ondernemingen een Klimaatplan opstellen. 

Ondernemingen die niet onder het toepassingsbereik van de CSDDD vallen kunnen indirect wel gevolgen ervaren van de CSDDD, bijvoorbeeld wanneer zij zakenpartner zijn van in-scope ondernemingen.

Handhaving

De CSDDD wordt zowel bestuursrechtelijk als civielrechtelijk gehandhaafd. 

Lidstaten worden verplicht een toezichthoudend orgaan op te richten om de naleving van de CSDDD te monitoren. Dit orgaan krijgt onder meer de bevoegdheid om onderzoeken in te stellen bij ondernemingen en is bevoegd om geldboetes op te leggen aan ondernemingen die niet voldoen aan de CSDDD (tot een maximum van 5% van de wereldwijde omzet van de onderneming). 

Daarnaast zijn ondernemingen onderworpen aan civiele aansprakelijkheid en kunnen zij verplicht zijn een schadevergoeding te betalen aan benadeelden, indien zij opzettelijk of uit nalatigheid hebben gefaald om aan de verplichtingen van de CSDDD te voldoen en, als gevolg van dit falen, schade veroorzaken aan een natuurlijke of rechtspersoon. Benadeelden kunnen zich laten vertegenwoordigen door vakbonden en NGO’s. 

Zorgplicht bestuurder

De zorgplicht voor bestuurders om rekening te houden met de gevolgen van hun beslissingen voor duurzaamheidskwesties is geschrapt.

Gefaseerde inwerkingtreding CSDDD 

De CSDDD gaat uit van een gefaseerde inwerkingtreding:

  • 3 jaar na de inwerkingtreding: voor ondernemingen met meer dan 5000 werknemers en een omzet van € 1500 miljoen
  • 4 jaar na de inwerkingtreding: voor ondernemingen met meer dan 3000 werknemers en een omzet van € 900 miljoen; en
  • 5 jaar na de inwerkingtreding: voor ondernemingen met meer dan 1000 werknemers en een omzet van € 450 miljoen

Implementatie in Nederland

Na inwerkingtreding van de CSDDD heeft Nederland twee jaar de tijd om de richtlijn te implementeren in nationale wet- en regelgeving. Nederland heeft de mogelijkheid om in nationale wetgeving verder te gaan dan wat de CSDDD voorschrijft, bijvoorbeeld op het gebied van het toepassingsbereik. 

Zie voor meer informatie over de CSDDD ook onze Artikelen van 11 mei 202226 april 20237 juni 2023 en 1 februari 2024.

Initiatiefwetsvoorstel verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen

In Nederland is op dit moment nog aanhangig bij de Tweede Kamer het initiatiefwetsvoorstel verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen (het “Initiatiefwetsvoorstel”), met eenzelfde doelstelling als de CSDDD. Het Initiatiefwetsvoorstel kent een algemene zorgplicht (due diligence) die geldt voor iedere Nederlandse onderneming, die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat haar eigen activiteit of die van haar zakenrelaties nadelige gevolgen kan hebben voor mensenrechten, arbeidsrechten of het milieu in een land buiten Nederland. Daarnaast bevat het Initiatiefwetsvoorstel voor bepaalde grote ondernemingen een verplichting tot gepaste zorgvuldigheid in hun waardeketen, waaronder ook het gedrag van zakenrelaties van de onderneming, zoals leveranciers, met daarbij een rapportageverplichting. 

Zie over het Initiatiefwetsvoorstel ons Blogbericht van 21 april 2021, het artikel van Jan-Maarten Schepel en Olivier Schotel in MvO 2022/3.6 en onze Alerts van 27 januari 202313 juli 2023 en 1 februari 2024.

De Raad van state heeft op 6 december 2023 geadviseerd over het Initiatiefwetsvoorstel. Het is – mede gezien de vorming van het nieuwe Kabinet – afwachten of, en zo ja wanneer en in welke vorm, het wetstraject verder zal gaan.