Wet verruiming van mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen in het Staatsblad gepubliceerd
De Wet verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen is op 1 juli 2021 in het Staatsblad gepubliceerd en treedt op 1 januari 2022 in werking. De wetgever beoogt met de nieuwe regeling de mogelijkheden uit te breiden om in te grijpen bij rechtspersonen waarvan het doel of de activiteiten in strijd zijn met de openbare orde en die daarmee de samenleving bedreigen.
Huidige regeling
Op grond van het huidige artikel 2:20 BW kan de rechtbank op verzoek van het Openbaar Ministerie (“OM”) (i) een rechtspersoon waarvan de werkzaamheid in strijd is met de openbare orde, verbieden en ontbinden en (ii) een rechtspersoon waarvan het doel in strijd is met de openbare orde ontbinden.
Regeling na inwerkingtreding van het wetsvoorstel
Het wetsvoorstel voegt hieraan toe dat een rechtspersoon niet alleen verboden kan worden verklaard en kan worden ontbonden indien de werkzaamheid van een rechtspersoon in strijd is met de openbare orde, maar ook als het doel van de rechtspersoon daarmee in strijd is. De regeling is op grond van artikel 10:122 BW van overeenkomstige toepassing op buitenlandse corporaties.
Door de rechter op te leggen maatregelen
De rechter die over het verbod oordeelt kan de betrokken rechtspersoon en degenen die krachtens de wet en de statuten bij zijn organisatie zijn betrokken in het belang van de openbare orde bevelen om bepaalde maatregelen te nemen of gedragingen na te laten, uiterlijk totdat over de verboden verklaring onherroepelijk is beslist. De verbodenverklaring en de daarbij gegeven bevelen hebben onmiddellijke werking.
Een andere maatregel is dat de rechter het batig saldo na vereffening van de verboden verklaarde rechtspersoon kan toekennen aan de Staat.
Bestuursverbod
Aan de reeds bestaande elders geregelde bestuursverboden wordt een nieuwe grond toegevoegd. Bestuurders (en feitelijk bestuurders) van een verboden verklaarde rechtspersoon krijgen een verbod tot het zijn van bestuurder of commissaris van minimaal 3 jaar, tenzij hem of haar in de gegeven omstandigheden geen ernstig verwijt kan worden gemaakt. Het bestuursverbod wordt geregistreerd bij het handelsregister.
Sancties?
Er kunnen strafrechtelijke sancties worden opgelegd voor de voortzetting van de werkzaamheid van de verboden verklaarde rechtspersoon. Deze sancties worden in de wet verhoogd; wie na een definitief verbod de werkzaamheid van de verboden verklaarde rechtspersoon blijft voortzetten, riskeert na inwerkingtreding van de wet een gevangenisstraf van twee jaar of een geldboete van de vierde categorie. Nu is dat nog één jaar en een geldboete van de derde categorie.
Initiatiefvoorstel bestuurlijk verbod ondermijnende organisaties
Het initiatiefwetsvoorstel bestuurlijk verbod ondermijnende organisaties (het “Initiatiefwetsvoorstel”) is momenteel in behandeling bij de Eerste Kamer. Dit Initiatiefwetsvoorstel geeft de Minister voor Rechtsbescherming de bevoegdheid om zogenoemde Outlaw Motorcycle Gangs (criminele motorbendes) en andere organisaties te verbieden als de werkzaamheid (i) een cultuur van wetteloosheid creëert, bevordert of in stand houdt door het stelselmatig plegen van strafbare feiten, (ii) een daadwerkelijke en ernstige aantasting vormt van wezenlijke beginselen van de Nederlandse rechtsorde en (iii) de Nederlandse samenleving of delen daarvan ontwricht of kan ontwrichten. De initiatiefnemers zien het door hen voorgestelde bestuurlijke verbod als een aanvulling op de civielrechtelijke regeling van artikel 2:20 BW.
Op 2 maart 2021 verscheen het eindverslag. De plenaire behandeling van het Initiatiefwetsvoorstel in de Eerste Kamer is op verzoek van de initiatiefnemers aangehouden en vindt plaats op een nader te bepalen datum na de zomer.