Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen in behandeling bij de Eerste Kamer
Op 28 januari 2020 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen aangenomen. Wij schreven hierover in onze Corporate Update van 6 februari 2020. Het wetsvoorstel is momenteel in behandeling bij de Eerste Kamer.
Het wetsvoorstel heeft onder meer gevolgen voor het bestuur en toezicht van verenigingen, stichtingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. Voor deze entiteiten wordt duidelijker in de wet aangeven wat de taken en verantwoordelijkheden van bestuurders en commissarissen zijn.
Het wetsvoorstel omvat in grote lijnen het volgende:
- er wordt voor alle rechtspersonen een wettelijke grondslag geïntroduceerd voor de mogelijkheid tot instelling van een raad van commissarissen;
- voor alle rechtspersonen komt er de mogelijkheid om te kiezen voor een monistisch bestuur, dat wil zeggen: een bestuur waarin uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders zitting hebben, en waarbij de niet-uitvoerende bestuurders de toezichthoudende rol vervullen;
- een verplichte statutaire belet- en ontstentenisregeling voor bestuurders en commissarissen van verenigingen, stichtingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen;
- een regeling over meervoudig stemrecht voor bestuurders en commissarissen van verenigingen, stichtingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen; en
- een wettelijke regelingen voor vereniging, stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij over:
- de uitgangspunten die bestuurders en commissarissen bij de vervulling van hun taak in acht moeten nemen;
- de positie van bestuurders en commissarissen met een tegenstrijdig belang; en
- aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen.
De wet wordt na 5 jaar geëvalueerd.
Stand van zaken
Op 31 maart 2020 verscheen het Voorlopig Verslag. Hierin zijn vragen opgenomen over onder meer het doel van de wet, de organisatie van het toezicht, de implicaties voor kleinschalige verenigingen, stichtingen en coöperaties en het belang van de rechtspersoon in het algemeen en het belang van de vereniging in het bijzonder. Het wachten is nu op de beantwoording van deze vragen door de minister in de Nadere Memorie van Antwoord. Wanneer de wet in werking treedt is nog onbekend.