Overzicht steunmaatregelen zzp’ers en relevantie voor de platformeconomie
Het kabinet heeft op 17 maart 2020 een ‘noodpakket banen en economie’ aangekondigd, dat onder meer voorziet in maatregelen ter ondersteuning van zzp’ers bij acute problemen die zij ten gevolge van de coronacrisis (gaan) ondervinden. Wat houden deze maatregelen in en wat betekenen zij voor zzp’ers die werkzaam zijn in de platformeconomie?
Kern steunmaatregelen
Tijdelijke regeling gebaseerd op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz):
- Zzp’ers kunnen ondersteuning aanvragen in de vorm van een aanvullende uitkering voor levensonderhoud.
- De exacte criteria zijn nog onduidelijk maar indien dezelfde criteria komen te gelden als nu voor het Bbz het geval is, zal om in aanmerking te komen aan de volgende voorwaarden moeten worden voldaan:
- de zzp’er is minimaal 18 jaar of ouder en heeft niet de AOW-leeftijd bereikt;
- de zzp’er is voor zijn levensonderhoud aangewezen op arbeid in eigen bedrijf of zelfstandig beroep in Nederland;
- gedurende het kalenderjaar worden minstens 1225 uren besteed aan werkzaamheden binnen het bedrijf of zelfstandig beroep;
- de zzp’er voldoet aan de wettelijke vereisten voor de uitoefening van het bedrijf of zelfstandig beroep;
- de zzp’er heeft de volledige zeggenschap in het bedrijf of zelfstandig beroep en draagt de financiële risico’s daarvan.
- De uitkering vult het inkomen aan tot het sociaal minimum. Dit sociaal minimum bedraagt maximaal ca. € 1.500 (voor samenwoners) of € 1.000 (voor alleenstaanden) netto per maand, afhankelijk van het inkomen en de huishoudsamenstelling.
- De levensvatbaarheidtoets van het Bbz wordt niet toegepast, teneinde een snelle behandeling van aanvragen te bevorderen. De zzp’er hoeft dus niet aan te tonen dat zijn onderneming levensvatbaar is.
- Er is geen sprake van een vermogens- of partnertoets. Dat betekent dat het inkomen van de partner niet wordt meegenomen en dat ook huis, spaartegoeden of dure bedrijfsmiddelen, zoals een auto, buiten beschouwing blijven.
- Verstrekking van inkomensondersteuning voor levensonderhoud wordt binnen 4 weken verstrekt voor een periode van maximaal 3 maanden. Normaliter kan dat 13 weken duren, dit is dus een grote verbetering.
- De inkomensondersteuning wordt ‘om niet’ verstrekt; de zzp’er hoeft deze dus niet later terug te betalen.
- De tijdelijke regeling gaat zo snel mogelijk in voor de duur van drie maanden.
- Vermoedelijk zal een zzp’er wel moeten verklaren op dit moment onder het sociaal minimum te verdienen. Als dat achteraf niet juist blijkt te zijn, loopt hij vermoedelijk een risico op sanctionering.
Fiscale maatregelen:
- De Belastingdienst verleent bijzonder uitstel van betaling van belastingen aan alle ondernemers die door de coronacrisis in liquiditeitsproblemen zijn gekomen of zullen komen.
- Bijzonder uitstel van betaling dient door middel van een brief te worden aangevraagd bij de Belastingdienst, na ontvangst van een aanslag.
- Na ontvangst van het verzoek worden de invorderingsmaatregelen stilgezet en is per direct sprake van uitstel van betaling.
- Individuele beoordeling van het verzoek vindt later plaats.
- De gebruikelijke vereisten voor het verlenen van uitstel blijven gelden.
- De zzp'er moet binnen 4 weken nadat uitstel is aangevraagd de vereiste verklaring van een derde-deskundige toesturen. In de kamerbrief staat dat dit – anders dan gebruikelijk – niet meteen hoeft te gebeuren; volgens de website van de Belastingdienst wordt hier nu een termijn van 4 weken voor gehanteerd. Over de voorwaarden van de verklaring wordt nog gesproken.
- De komende tijd worden zogenaamde ‘verzuimboetes’ wegens het niet (tijdig) betalen van belastingen achterwege gelaten of teruggedraaid.
- Per 23 maart 2020 wordt de invorderingsrente ten aanzien van alle belastingschulden tijdelijk verlaagd van 4% naar 0,01%. Invorderingsrente wordt gerekend wanneer een belastingaanslag niet tijdig wordt betaald en dient vanaf het moment van verstrijken van de betaaltermijn te worden betaald.
- Per 1 juni 2020 (t.a.v. de inkomstenbelasting per 1 juli 2020) wordt de belastingrente tijdelijk verlaagd naar 0,01%. Belastingrente wordt gerekend wanneer een aanslag te laat kan worden vastgesteld.
- Zzp’ers die een lagere winst verwachten door de coronacrisis kunnen een verzoek indienen voor een verlaging van de voorlopige aanslag inkomstenbelasting, welk verzoek door de Belastingdienst zal worden ingewilligd. Indien het bedrag van de nieuwe voorlopige aanslag lager is dan de in dit jaar reeds betaalde belasting, dan wordt het verschil uitbetaald.
Indienen aanvragen/vervolgstappen
- De tijdelijke regeling in het kader van de Bbz wordt momenteel verder uitgewerkt in samenspraak met VNG en Divosa, zodat deze op korte termijn kan worden ingevoerd. De tijdelijke regeling wordt uitgevoerd door de gemeenten en het aanvragen van bijstand voor zelfstandigen geschiedt via (de website van) de betreffende gemeente.
- Zzp’ers dienen het verzoek om uitstel van betaling en (eventueel later) de verklaring van de deskundige naar de Belastingdienst (Postbus 100, 6400 AC Heerlen) te sturen. Het verzoek dient te zijn voorzien van een uitleg hoe het coronavirus tot betalingsproblemen heeft geleid. Het kabinet onderzoekt nog hoe het proces van aanvragen van bijzonder uitstel van betaling het meest eenvoudig kan worden vormgegeven.
Commentaar
De voordelen van de steunmaatregelen voor zzp’ers zijn samengevat:
- Inkomensondersteuning voor levensonderhoud op grond van de Bbz wordt op kortere termijn (binnen 4 weken) verstrekt.
- De levensvatbaarheids-, vermogens- en partnertoets wordt hierbij niet toegepast, waardoor sneller een uitkering wordt toegewezen.
- Zzp’ers wordt op aanvraag uitstel van betaling van belastingen verleend, dit betreft voor platform-zzp’ers veelal de inkomstenbelasting en de omzetbelasting.
- Er worden tijdelijk geen verzuimboetes opgelegd, de invorderingsrente en belastingrente is verlaagd naar 0,01% en de voorlopige aanslag inkomstenbelasting kan worden verlaagd.
Wij voorzien echter dat deze maatregelen geen soelaas zullen kunnen bieden voor de meeste platformwerkers, omdat:
- de eis dat de zzp’er minimaal 18 jaar of ouder is en niet de AOW-leeftijd heeft bereikt een groep jongere platformwerkers zal uitsluiten;
- het urencriterium, dat inhoudt dat gedurende het kalenderjaar minstens 1225 uren worden besteed aan werkzaamheden binnen het bedrijf of zelfstandig beroep sluit – tenzij er ook een parttime criterium komt – een grote groep platformwerkers uit die niet gemiddeld ca. 24 uur per week platformwerk doet maar hier wel van afhankelijk is;
- de eis dat de zzp’er de volledige zeggenschap heeft in het bedrijf of zelfstandig beroep en de financiële risico’s daarvan draagt zou op het eerste gezicht zzp'ers kunnen uitsluiten die minder ondernemersrisico lopen of, hoewel echt opdrachtnemer, geen volledige zeggenschap hebben over de inrichting van hun onderneming of de bedrijfsmiddelen die zij gebruiken.
Wij kunnen ons echter niet voorstellen dat het de bedoeling kan zijn van het kabinet de naar verwachting grote groep zzp’ers die niet kunnen voldoen aan alle eisen uit het Bbz uit te sluiten van de tijdelijke regeling. Reden om deze voorwaarde wat de tijdelijke regeling betreft te herzien.
Dit lijkt dan ook een geschikt moment voor platformondernemingen om bovenstaande knelpunten kenbaar te maken aan het Ministerie van EZK en een oplossing voor te stellen. Deze zou daaruit kunnen bestaan dat de eisen van het Bbz worden versoepeld voor platformwerkers.
Initiële vragen
Het is onduidelijk wat de gevolgen zijn wanneer bijzonder uitstel van betaling bij latere individuele beoordeling van het verzoek toch wordt afgewezen.
Meer over het coronavirus
Meer publicaties over de impact van het coronavirus leest u op onze website. Hier vindt u ook een lijst met contactpersonen binnen ons kantoor die u kunnen adviseren bij vragen over de implicaties van het coronavirus voor uw bedrijf.
Ga voor meer informatie over platformarbeid naar onze website Platformisering.nl