Nieuwe wet- en regelgeving bestuursrecht en omgevingsrecht per 1 januari 2025

Article
NL Law

In dit blogbericht bespreken wij een aantal in het oog springende wijzigingen op het gebied van het nationale bestuurs- en omgevingsrecht die per 1 januari 2025 (of op een nader bepaald later moment) van kracht worden. Dit blogbericht is onderverdeeld in de thema’s omgevingsrecht, onderwijs, mobiliteit, voedsel- en productveiligheid, sector zorg en overige wijzigingen in wet- en regelgeving.

[Bijgewerkt tot 24 december 2024]

 

Omgevingsrecht

Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie 

De Wet van 11 december 2024 tot wijziging van de Omgevingswet, de Gaswet en de Warmtewet in verband met gemeentelijke instrumenten voor de warmtetransitie in de gebouwde omgeving (Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie) wijzigt de Gaswet, de Omgevingswet en de Warmtewet. Met de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie krijgen gemeenten de mogelijkheid om lokaal regels op te stellen om de warmtetransitie van aardgas naar duurzame alternatieven uit te voeren. De Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie treedt gefaseerd in werking: de wijziging van de Warmtewet treedt in werking met ingang van 1 januari 2025 (Stb. 2024, 413), gelijktijdig met onderdelen A en B van het Besluit van 13 december 2024, houdende wijziging van het Warmtebesluit in verband met aanpassing van de tariefregulering. Onderdeel C van dit besluit wordt pas van kracht op 1 januari 2026 (Stb. 2024, 413). Naar verwachting zal dan ook de rest van de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie in werking treden. Dit laatste zal moeten blijken uit een nog te verschijnen bekendmaking. 

Verzamelbesluit Omgevingswet Infrastructuur en Waterstaat bodem en water 2025

Het Besluit van 4 november 2024 tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving, het Omgevingsbesluit, het Invoeringsbesluit Omgevingswet en het Besluit bodemkwaliteit (Verzamelbesluit Omgevingswet IENW bodem en water 2025) wijzigt het Besluit activiteiten leefomgeving (‘Bal’), het Invoeringsbesluit Omgevingswet, het Omgevingsbesluit (‘Ob’) en het Besluit bodemkwaliteit (‘Bbk’). Met deze wijzigingen worden onvolkomenheden en inhoudelijke omissies hersteld en enkele aanscherpingen en versoepelingen van de bestaande verplichtingen doorgevoerd. Deze leiden volgens de toelichting niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving.

Het verzamelbesluit implementeert geen nieuwe richtlijnen en brengt geen wijzigingen aan in artikelen die eerder (mede) ter implementatie van Europese richtlijnen zijn vastgesteld, met uitzondering van de artikelen die gaan over het aanbrengen van kathodische bescherming op ondergrondse opslagtanks van staal. Die artikelen zijn meer in lijn gebracht met de best beschikbare technieken die zijn beschreven in het Best Available Technique Reference Document Emissions from storage, aldus de toelichting. 

Het verzamelbesluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025 en werkt ten aanzien van artikel I, onder AW (waarmee Bijlage XI wordt gewijzigd) terug tot en met 1 januari 2024 (Stb. 2024, 330).

Verzamelbesluit bouwwerken leefomgeving 2024

Het Besluit van 25 november 2024 tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met de uitbreiding van de verplichting van CO2-meters in scholen, wijziging van de regels voor droge blusleidingen en toegankelijkheidseisen van gebouwen en verduidelijking van de regels voor vergunningplichtige gevallen bouwactiviteit en vergunningvrije gevallen omgevingsplanactiviteit (Verzamelbesluit Besluit bouwwerken leefomgeving 2024) bevat enkele wijzigingen van het Besluit bouwwerken leefomgeving (‘Bbl’). Deze wijzigingen houden kort gezegd het volgende in: (1) scholen worden verplicht CO2-meters te installeren, (2) bij nieuwsbouwprojecten is een dubbele uitvoering van de brandslangaansluiting voor de droge busleiding vereist, (3) de eisen voor de fysiek-bouwkundige toegankelijkheid van woningen en gebouwen worden gewijzigd, (4) de regeling voor aangewezen bouwactiviteiten waarvoor een omgevingsvergunning noodzakelijk is, worden verduidelijkt en (5) in de regeling waarin gevallen van omgevingsplanactiviteiten met betrekking tot bouwwerken worden aangewezen waarvoor geen omgevingsvergunning noodzakelijk is, wordt het toepassingsbereik verduidelijkt en is voor de omgevingsplanactiviteit die wordt verricht in, aan of op (voor)beschermde monumenten de regeling voor vergunningvrij bouwen hersteld. 

De hierboven genoemde punten (4) en (5) treden per 1 januari 2025 in werking. De wijzigingen voor droge blusleidingen, CO2-meters en toegankelijkheid treden op 1 juli 2025 in werking en de drempeleis bij buitenruimten treedt in werking op 1 januari 2026 (Stb. 2024, 368). 

Besluit ZZS-register

Het Besluit van 5 december 2024 tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit kwaliteit leefomgeving en het Omgevingsbesluit in verband met het instellen van een ZZS-emissiedatabase en een ZZS-emissieregister en enkele andere kleine wijzigingen (Besluit ZZS-register) verplicht tot het indienen van informatie over emissies van zeer zorgwekkende stoffen (‘ZZS’) via een elektronisch formulier. Bovendien bevat dit besluit bepalingen waarmee een openbaar toegankelijk register voor ZZS wordt ingesteld (het ZZS-emissieregister). 

De bepalingen betreffende de ZZS-emissiedatabase (en de wijziging in het kader van de opslag van consumentenvuurwerk) treden in werking per 1 januari 2025 (Stb. 2024, 424). Onderdelen A en B van artikel II van het Besluit ZZS-register hebben een andere inwerkingtredingsdatum: in onderdeel A wordt het ZZS-emissieregister opgesteld. Voordat tot inwerkingtreding van deze bepaling wordt besloten heeft de wetgever een evaluatiemoment ingebouwd. Artikel II, onderdeel B voegt aan het Bkl een artikel toe over het in gevallen vervallen van herberekende geluidproductieplafonds bij provinciale wegen. Dit onderdeel is al per 13 december 2024 in werking getreden. 

Wijziging Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen

Het Besluit van 11 april 2024 tot wijziging van het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen in verband met het toevoegen van informatie over zeer zorgwekkende stoffen aan de omschrijving van aard, eigenschappen en samenstelling van afvalstoffen en tot wijziging van twee andere besluiten treedt in werking op 1 januari 2025 (Stb. 2024, 201). Met dit besluit wordt onder meer het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen aangevuld met een specifieke informatieverplichting over ZZS. Hiermee wordt beoogd de aanpak van het informatietekort over ZZS in afval te versterken, aldus de toelichting. 

 

Onderwijs

Wet herinvoering basisbeurs hoger onderwijs

Met de Wet van 6 juni 2023, houdende wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de herinvoering van de basisbeurs in het hoger onderwijs, de verstrekking van een tegemoetkoming aan studenten die onder het studievoorschotstelsel hebben gestudeerd en de verruiming van de 1-februariregeling voor ho-studenten die zijn doorgestroomd vanuit het mbo (Wet herinvoering basisbeurs hoger onderwijs) is de basisbeurs voor studenten in het hoger onderwijs opnieuw ingevoerd. De Wet herinvoering basisbeurs hoger onderwijs is grotendeels in 2023 en 2024 in werking getreden (Stb. 2023, 188). Alleen onderdeel Y, voor zover het artikel 12.30 betreft, is nog niet in werking getreden. Onderdeel Y voegt een nieuwe overgangsbepaling toe en regelt de tegemoetkoming voor studenten die onder het studievoorschot hebben gestudeerd. Eerdere inwerkingtreding van dit onderdeel werd door de wetgever niet mogelijk geacht. Onderdeel Y treedt daarom per 1 januari 2025 in werking, met dien verstande dat artikel 12.30, derde en zesde lid, terugwerkt tot en met 1 september 2023 (Stb. 2023, 188 jo. Stb. 2024, 217). 

Ook de bepalingen neergelegd in het Besluit van 6 juni 2023 tot wijziging van het Besluit studiefinanciering 2000 ten behoeve van de nadere uitwerking van de verstrekking van een tegemoetkoming aan studenten die onder het studievoorschotstelsel hebben gestudeerd, de omzetting van de studievoorschotvoucher in een tegemoetkoming en het doorvoeren van technische wijzigingen in verband met het herinvoeren van de basisbeurs in het hoger onderwijs zijn grotendeels in 2023 in werking getreden. Per 1 januari 2025 treedt hoofdstuk 8a. Tegemoetkoming voor cohorten onder het studievoorschot hoger onderwijs in werking (Stb. 2023, 188). In dit hoofdstuk worden nadere regels gesteld over de uitvoering van de tegemoetkoming aan studenten die onder het leenstelsel hebben gestudeerd (zoals neergelegd in artikel 12.30 Wet studiefinanciering 2000). 

Wet schrappen grondslag kwaliteitsbekostiging hoger onderwijs

De Wet van 26 juni 2024 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met het schrappen van de grondslag voor kwaliteitsbekostiging in het hoger onderwijs treedt op 1 januari 2025 in werking, met uitzondering van artikel IIA, dat in werking is getreden op 27 juni 2024 (Stb. 2024, 217). De wet regelt het schrappen van de grondslag voor kwaliteitsbekostiging in het hoger onderwijs.

Wet versterking positie ouders en leerlingen in het passend onderwijs

De Wet van 22 mei 2024 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet primair onderwijs BES, de Wet voortgezet onderwijs 2020, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap op scholen in verband met het versterken van de positie van leerlingen die extra ondersteuning behoeven en hun ouders (Wet versterking positie ouders en leerlingen in het passend onderwijs) heeft tot doel de positie van leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte en de positie van hun ouders te versterken. De wetgever beoogt dit doel te behalen door de basisondersteuningsvoorzieningen en het ondersteuningsaanbod van de school op te nemen in de schoolgids, ouder- en jeugdsteunpunten verplicht te stellen en leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte in de gelegenheid te stellen hun mening naar voren te brengen bij de besluitvorming over het ontwikkelingsperspectief. De wet treedt gefaseerd in werking: de onderdelen over het ouder- en jeugdsteunpunt van het samenwerkingsverband treden met ingang van 1 januari 2025 in werking. De rest van de wet treedt in werking per 1 augustus 2025 (Stb. 2024, 268). 

Wet Nederlands kwalificatieraamwerk en Besluit Nederlands kwalificatieraamwerk 

Nederland heeft in 2012 het Nederlands kwalificatieraamwerk (‘NLQF’) ontwikkeld en het Nationaal coördinatiepunt NLQF opgezet. De Wet van 26 juni 2024 tot vaststelling van regels voor het Nederlands kwalificatieraamwerk voor een leven lang leren (Wet NLQF) geeft een wettelijke grondslag aan het NLQF, de generieke inschaling van formele opleidingen in het NLQF en de verplichte vermelding van het NLQF-niveau en het daaraan gerelateerde EQF-niveau op diploma’s van de formele opleidingen. De Wet NLQF treedt met ingang van 1 januari 2025 in werking (Stb. 2024, 314). 

Het Besluit van 2 oktober 2024, houdende de aanwijzing van het Nationaal coördinatiepunt NLQF, de vaststelling van de kwalificatieniveaus van het NLQF alsmede de wijze waarop deze corresponderen met de kwalificatieniveaus van het EQF en het stellen van regels over de vaststelling van het NLQF-niveau van non-formele opleidingen en over het NLQF-register (Besluit NLQF) regelt onder meer de vaststelling van de NLQF-niveaus in relatie tot het Europees kwalificatiekader (art. 2), de aanwijzing van een rechtspersoon als Nationaal coördinatiepunt NLQF (art. 3), de regels voor de vaststelling van het NLQF-niveau van non-formele opleidingen en voor het NLQF-register (art. 4 e.v.) en de gelijkgestelde vaststelling van het NLQF-niveau van non-formele opleidingen die zijn ingeschaald vóór de inwerkingtreding van de Wet NLQF (art. 11). Het Besluit NLQF treedt, met uitzondering van artikel 12, met ingang van 1 januari 2025 in werking (Stb. 2024, 290). Artikel 12 van dit besluit is per 3 oktober 2024 in werking getreden en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

Verplichting VOG aanvullend onderwijs

De Wet van 23 oktober 2024 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de verplichtstelling van een verklaring omtrent het gedrag in het aanvullend onderwijs treedt in werking met ingang van 1 januari 2025 (Stb. 2024, 316). Met deze wet wordt onder meer in de Wet op de expertisecentra, in de Wet op het primair onderwijs, in de Wet primair onderwijs BES en in de Wet voortgezet onderwijs 2020 een artikel ingevoegd over de Verklaring omtrent het gedrag (‘VOG’) in het aanvullend onderwijs. 

 

Mobiliteit

Wet tot goedkeuring en uitvoering van het protocol tot wijziging van het Eurovignet

Met de Wet van 26 juni 2024, houdende goedkeuring en uitvoering van het Protocol van 29 maart 2023 te Brussel tot wijziging van het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens wordt het op 29 maart 2023 te Brussel tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens voor het Europese deel van Nederland goedgekeurd (artikel I). Daarnaast bevat deze wet de aanpassingen die nodig zijn om de Wet belasting zware motorrijtuigen in lijn te brengen met het tot stand gekomen Protocol (artikel II). Artikel I is in werking getreden met ingang van 27 juni 2024. De aanpassingen in artikel II treden in werking met ingang van 1 januari 2025 (Stb. 2024, 240). 

Wijziging Besluit energie vervoer

Het Besluit van 18 december 2024 tot wijziging van het Besluit energie vervoer in verband met het opheffen van de uitsluiting van de inboekbevoegdheid van geleverde biobrandstoffen en hernieuwbare brandstoffen aan luchtvaart en zeevaart en in verband met het wijzigen van de spaarpercentages van hernieuwbare brandstofeenheden vanwege de toekomstige overgang naar een aangepast systeem hernieuwbare energie vervoer, alsmede enkele technische wijzigingen op het gebied van het inboeken van geleverde hernieuwbare brandstoffen en elektriciteit wijzigt enkele onderdelen van het Besluit energie vervoer. In de nota van toelichting worden de volgende wijzigingen genoemd:

  • Verdagen van de uitsluiting van de inboekbevoegdheid van geleverde biobrandstoffen en hernieuwbare brandstoffen aan luchtvaart en zeevaart
  • Verlaging van de percentages voor het sparen van hernieuwbare brandstofeenheden
  • Bijwerken vereisten voor het inboeken van geleverde hernieuwbare brandstof worden
  • Invoeren nieuwe soort inboeker voor het inboeken van geleverde gasvormige hernieuwbare brandstof
  • Verduidelijken van enkele artikelen van het Besluit energie vervoer

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025 (Stb. 2024, 427).

Wijzigingsregeling tarieven transportsectoren 2025

Met de Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 16 december 2024, nr. IENW/BSK-2024/347718, tot wijziging van de Regeling tarieven transportsectoren en enkele andere regelingen in verband met indexatie en het toevoegen van enkele nieuwe tarieven (KetenID WGK027008) wordt hoofdzakelijk de Regeling tarieven transportsectoren gewijzigd: de tarieven voor vergunningen die worden verstrekt aan partijen in de transportsectoren worden met deze wijzigingsregeling geïndexeerd. Daarnaast worden via deze wijzigingsregeling tekstuele aanpassingen gedaan en enkele nieuwe tarieven toegevoegd. Verder bevat deze regeling een wijziging van de Regeling grondafhandeling luchtvaartterreinen, de tarieven in de Regeling examinatoren voor luchtvarenden 2004 en van de Omgevingsregeling. De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025 (Stcrt. 2024, 40634). 

 

Voedsel- en productveiligheid

Wijziging Warenwet en Tabaks- en rookwarenwet in verband met aanpassingen ter verbetering van toezicht en handhaving

De Wet van 10 oktober 2024 tot wijziging van de Warenwet en de Tabaks- en rookwarenwet in verband met aanpassingen overwegend ter verbetering van toezicht en handhaving en aanpassingen van technische aard wijzigt de Warenwet en de Tabaks- en rookwarenwet ter verbetering van het toezicht en de handhaving. De belangrijkste wijzigingen die de wetgever in de memorie van toelichting benoemt (Kamerstukken II, 2023/24, 36503, nr. 3) zijn: 

  • het creëren van een grondslag om een meldplicht voor bedrijven die rauwe melk of rauwe room produceren en aan de consument leveren te kunnen invoeren;
  • het regelen van de bevoegdheid voor de Minister om de kosten die gemaakt worden voor keuring- en controlewerkzaamheden in het kader van zowel de Warenwet als de Tabaks- en rookwarenwet in te vorderen bij dwangbevel;
  • de uitbreiding van de bevoegdheid van de Minister om (bij ministeriële regeling) normen op het gebied van productveiligheid aan te wijzen;
  • de verruiming van het aanprijzingsverbod voor tatoeages en piercings;
  • de verruiming van de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder bestuursdwang of dwangsom op grond van de Warenwet; en
  • de uitbreiding van de grondslag voor het verbieden van verkoop op afstand van tabaksproducten en aanverwante producten met het aanbieden voor verkoop op afstand van tabaksproducten en aanverwante producten, zodat geen verkoop vastgesteld hoeft te worden om een overtreding van het verbod te kunnen constateren.

De onderdelen van de wet die niet al in november 2024 in werking zijn getreden, treden in werking met ingang van 1 januari 2025 (Stb. 2024, 338).

Wijziging Tabaks- en rookwarenwet en Tabaks- en rookwaren besluit i.v.m. regeling van nicotineproducten zonder tabak en nicotineapparaten

In de Wet van 2 oktober 2024 tot wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet, houdende regeling van nicotineproducten zonder tabak en nicotineapparaten worden nicotineproducten zonder tabak (‘NZT’) onder de reikwijdte van de Tabaks- en rookwarenwet gebracht. De wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2025, met uitzondering van artikel I, onderdeel I (Stb. 2024, 324). Dat onderdeel is in oktober 2024 al van kracht geworden en breidt het toepassingsbereik van artikel 14 van de Tabaks- en rookwarenwet uit tot alle regels die bij of krachtens de Tabaks- en rookwarenwet zijn gesteld. Dit betekent dat voor alle overtredingen van de Tabaks- en rookwarenwet een last onder dwangsom opgelegd kan worden en komt volgens de wetgever de effectiviteit van de handhaving ten goede. 

Het Besluit van 27 november 2024, houdende wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit in verband met de regulering van nicotineproducten zonder tabak en nicotineapparaten strekt tot nadere uitwerking van de wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet. Met dit besluit wordt artikel 2.4 van het Tabaks- en rookwarenbesluit aangepast. In dit artikel wordt een grondslag gecreëerd om in de Tabaks- en rookwarenregeling nadere regels te kunnen stellen aan het ontwerp van een nicotineproduct zonder tabak of een nicotineapparaat en de ingrediënten van een nicotineproduct zonder tabak, ter bescherming van de volksgezondheid. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025 (Stb. 2024, 378). 

Warenwetbesluit uitvoering verordening algemene productveiligheid en verordening inzake accreditatie

Het Besluit van 2 december 2024, houdende de vaststelling van regels in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2023/988 inzake algemene productveiligheid en Verordening (EG) 765/2008 inzake accreditatie (Warenwetbesluit uitvoering verordening algemene productveiligheid en verordening inzake accreditatie) strekt ter uitvoering van de Verordening inzake algemene productveiligheid (Verordening (EU) 2023/988) en is per 13 december 2024 in werking getreden (Stb. 2024, 382). De Verordening inzake algemene productveiligheid regelt de veiligheid van consumentenproducten die in de handel worden gebracht of op de markt worden aangeboden en heeft tot doel de werking van de interne markt te verbeteren en tegelijkertijd een hoog niveau van consumentenbescherming te bieden. Dit besluit voorziet in het operationaliseren van bepalingen en het strafbaar stellen van overtredingen van daartoe in aanmerking komende voorschriften. 

Wijziging Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen en Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen

Het Besluit van 14 juni 2024, houdende de wijziging van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen in verband met wijziging van microbiologische eisen aan eet- en drinkwaren en wijziging van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen in verband met wijziging van de voorschriften voor rauwe melk en rauwe room bestemd voor rechtstreekse menselijke consumptie strekt er toe enkele Warenwetbesluiten te wijzigen: het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen wordt gewijzigd in verband met het wijzigen van microbiologische eisen aan eet- en drinkwaren en het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen wordt gewijzigd in verband met gewijzigde voorschriften voor rauwe melk en rauwe room bestemd voor rechtstreekse menselijke consumptie. In verband met nieuwe voorschriften die voortvloeien uit de artikelen 8 en 8a van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen wordt de bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten aangepast. 

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025 (Stb. 2024, 180; Stb. 2024, 338). 

Wijziging Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023 en het Warenwetbesluit Kinderbedden en -boxen i.v.m. gastouderopvang

Het Besluit van 11 september 2024, houdende de wijziging van het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023 en het Warenwetbesluit Kinderbedden en -boxen in verband met uitzonderingen voor gastouderopvang trekt er toe het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023 (‘WAS 2023’) en het Warenwetbesluit Kinderbedden en -boxen te wijzigen in verband met uitzonderingen voor gastouderopvang. De wijziging van het WAS 2023 betreft het uitzonderen van speeltoestellen die geplaatst zijn bij en gebruikt worden voor gastouderopvang, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet kinderopvang. Tevens wordt in het Warenwetbesluit Kinderbedden en -boxen het begrip kinderopvang gewijzigd in kindercentrum. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025 (Stb. 2024, 294). 

 

Sector zorg

Verzamelwet VWS 2023

De Wet van 2 oktober 2024, houdende wijziging van een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Verzamelwet VWS 2023) strekt ertoe in een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport abusievelijke onvolkomenheden weg te nemen. Het gaat daarbij vooral om technische wijzigingen, zoals herstel van verschrijvingen en verbeteringen van incorrecte verwijzingen die al dan niet voortvloeien uit recent tot stand gekomen wetgeving. 

Een aantal onderdelen van de Verzamelwet VWS 2023 zijn per 24 oktober 2024 in werking getreden (Stb. 2024, 322). Het gaat daar om reparatieregelgeving, spoedregelgeving en de implementatie van bindende EU-rechtshandelingen. De andere onderdelen van de Verzamelwet VWS 2023 treden in werking met ingang van 1 januari 2025 (Stb. 2024, 322 en Stb. 2024, 383). 

Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg, Besluit bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg, en Uitvoeringsregeling Waarschuwingsregister zorgfraude

De Wet van 25 augustus 2023, houdende bepalingen over gegevensuitwisseling ter bevordering van samenwerking binnen het zorgdomein en van doelmatige en rechtmatige zorg, maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp (Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg) heeft als doel de mogelijkheden tot samenwerking en de daarvoor benodigde gegevensuitwisseling ten behoeve van bestrijding van fraude in de zorg te verbeteren. De wet biedt onder meer een wettelijke grondslag voor gemeenten en ziektekostenverzekeraars om onderling (persoons)gegevens te verstrekken over partijen ten aanzien van wie de gerechtvaardigde overtuiging bestaat dat zij fraude in de zorg hebben gepleegd. 

Tegelijkertijd met de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg treedt het Besluit van 8 april 2024, houdende uitvoering van de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg (Besluit bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg) in werking (Stb. 2024, 266). In het Besluit bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg worden nadere regels gesteld die onder meer betrekking hebben op de gegevens die mogen worden uitgewisseld, de wijze waarop, de beveiliging van de gegevens en het beheer van de informatievoorziening.

De Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 oktober 2024, kenmerk 3988554-1073643-PZo, houdende nadere regels ter uitvoering van de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg en het besluit bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg met betrekking tot de uitvoering van artikel 2.1 van de wet en artikel 2.3 van het besluit (Uitvoeringsregeling Waarschuwingsregister zorgfraude) is een ministeriële regeling ter uitvoering van artikel 2.1 van de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg en artikel 2.3, eerste lid, van het Besluit bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg en bevat nadere regels over het Waarschuwingsregister zorgfraude. Het protocol Waarschuwingsregister zorgfraude is als bijlage bij de regeling opgenomen. 

De Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg, het Besluit bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg, en de Uitvoeringsregeling Waarschuwingsregister zorgfraude treden op 1 januari 2025 in werking (Stb. 2024, 266 jo. Stcrt. 2024, 34826), met uitzondering van artikel 2.4, zesde en zevende lid van de wet. 

Wijziging Uitvoeringsbesluit Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (‘Wkkgz’)

Het Besluit van 6 november 2024, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Wkkgz in verband met toezicht op maat na verplichte meldingen van calamiteiten en geweld in de zorgrelatie, van ontslag in verband met disfunctioneren en andere meldingen wijzigt het huidige Uitvoeringsbesluit Wkkgz met als doel de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd meer ruimte en flexibiliteit geven bij het onderzoek en de afhandeling van Wkkgz-meldingen, zodat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd haar toezichthoudende taak flexibeler een efficiënter kan uitvoeren. Het wijzigingsbesluit treedt per 1 januari 2025 in werking (Stb. 2024, 343).

Wijziging Besluit zorgverzekering i.v.m. het zorgpakket Zorgverzekeringswet 2025

Het Besluit van 2 september 2024, houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met het zorgpakket Zvw 2025 betreft een aantal wijzigingen van het Besluit zorgverzekering die ten voordele van burgers zijn (aldus de toelichting). De aanspraak van geriatrische revalidatie is verruimd, de beperkingen van de aanspraak op gesuperviseerde oefentherapie bij chronic obstructive pulmonary disease in stadium II of hoger van de Global Initiative for Chronic Obstructive Lung Disease Classificatie voor spirometrie zijn vervallen, en de kosten van domein- en sectorspecifieke samenwerking zijn uitgezonderd van het verplicht eigen risico. Het wijzigingsbesluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025 (Stb. 2024, 247).

Wijziging Besluit zorg en dwang in verband met onafhankelijke deskundige

Met het Besluit van 30 september 2024, houdende wijziging van het Besluit zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten in verband met te stellen eisen aan de onafhankelijke deskundige en het herstellen van een technische onvolkomenheid wordt de term externe deskundige in het ‘Besluit zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten’ vervangen door de term onafhankelijke deskundige, zodat in het besluit dezelfde termen worden gebruikt als in de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten. Het wijzigingsbesluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025 (Stb. 2024, 282).

 

Overige wijzigingen in wet- en regelgeving

Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht

Met de Wet van 6 maart 2024 tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enige andere wetten in verband met de vereenvoudiging en modernisering van het bewijsrecht (Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht) beoogt de wetgever om de mogelijkheden voor het verzamelen van de relevante informatie en bewijsmateriaal in de fase voorafgaand en tijdens de civiele procedure te versimpelen en verbeteren. De Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht en treedt in werking met ingang van 1 januari 2025 (Stb. 2024, 72). 

Verzamelbesluit gegevensverwerking politie en justitie 2024

Het Besluit van 14 november 2024, houdende enkele wijzigingen van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens, het Besluit politiegegevens, het Besluit politiegegevens bijzondere opsporingsdiensten, het Besluit politiegegevens buitengewoon opsporingsambtenaren, het Besluit inbeslaggenomen voorwerpen en het Besluit verplichte politiegegevens (Verzamelbesluit gegevensverwerking politie en justitie 2024) voorziet in een aantal juridisch-inhoudelijke wijzigingen, die onder meer bestaan uit het toevoegen van nieuwe grondslagen voor de verstrekking van justitiële en strafvorderlijke gegevens en politiegegevens, en houden in een enkel geval in het vervallen van een grondslag voor gegevensverstrekking. Het algemene kader voor het verstrekken van persoonsgegevens op grond van de in dit besluit voorziene bepalingen wordt gevormd door de Wet politiegegevens en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens. Het besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025 (Stb. 2024, 372).

Wijziging Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen

De Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 19 november 2024, nr. IENW/BSK-2024/176155, tot wijziging van de Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen in verband met het toevoegen van drie kengetallen en het actualiseren van de regels over beleidsvoorbereiding en verantwoording treedt per 1 januari 2025 in werking en werkt terug tot en met 1 januari 2024 (Stcrt. 2024, 36736). In deze wijzigingsregeling is bepaald hoe de kengetallen ‘nettoschuldquote’, ‘wendbaarheid van de begroting’ en ‘lastendruk’ worden berekend, in verband met de wijziging van het Waterschapsbesluit zoals neergelegd in een besluit van 8 november 2023 (Stb. 2023, 424).

Wijziging van de Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betaling (herijking debiteurenbeleid UWV en SVB)

De wetgever beoogt met de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 28 juni 2024, nr. 2024-0000152267, tot wijziging van de Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betalingen in verband met de herziening van het invorderingsstelsel de sinds een aantal jaren veranderde visie op sanctioneren en het terugvorderen van onverschuldigde betalingen, zoals te veel of onterecht ontvangen uitkering, in de Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betalingen te verwerken. Die regeling regelt de wijze waarop het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (‘UWV’) en de Sociale verzekeringsbank (‘SVB’) omgaan met de invordering van bestuursrechtelijke geldschulden die de schuldenaar niet kan betalen binnen de in de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven termijn van zes weken. Met deze wijzigingsregeling beoogt de wetgever meer ruimte te bieden aan het UWV en SVB om rekening te houden met de individuele situatie van de schuldenaar, wat naar verwachting van de wetgever de betalingsbereidheid vergroot omdat de schuldenaar een beter perspectief krijgt op het einde van zijn schuld. De wijzigingsregeling treedt per 1 januari 2025 in werking (Stcrt. 2024, 21780). 

Wijziging Besluit paspoortgelden i.v.m. indexering paspoortgelden 2025

De tarieven voor reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaarten in het Besluit paspoortgelden worden met ingang van 1 januari 2025 gecorrigeerd voor de inflatie middels het Besluit van 25 november 2024 tot wijziging van het Besluit paspoortgelden in verband met de aanpassing van de tarieven per 1 januari 2025 vanwege de jaarlijkse indexering. Het wijzigingsbesluit treedt met ingang van 1 januari 2025 in werking (Stb. 2024, 365). 

 

Tot slot

Voor een uitgebreider overzicht met nationale wet- en regelgeving die per 1 januari 2025 in werking treedt raadpleegt u OndernemerspleinOverheid.nl en Rijksoverheid.nl.