Maaltijdbezorgers Deliveroo werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst en maaltijdbezorging door Deliveroo valt onder werkingssfeer Cao Beroepsgoederenvervoer (annotatie)
De eerste baanbrekende uitspraken van 2019 zijn een feit. Naar het oordeel van de Kantonrechter Amsterdam zijn de maaltijdbezorgers van het digitale werkplatform Deliveroo werknemers én is Deliveroo een vervoersbedrijf waarop de cao Beroepsgoederenvervoer van toepassing is. Aanvankelijk waren de maaltijdbezorgers werknemers, maar begin 2018 voerde Deliveroo een nieuw bedrijfsmodel in waarin de maaltijdbezorgers op basis van ‘partnerovereenkomsten’ als zelfstandige ondernemers gebruik maakten van het platform van Deliveroo om ‘ritten’ te vinden.
Na een uitgebreide analyse van de feiten concludeert de kantonrechter dat de rechtsverhouding tussen Deliveroo en de maaltijdbezorgers, ondanks deze gewijzigde contractuele vormgeving, niet wezenlijk is veranderd en de maaltijdbezorgers nog steeds op basis van arbeidsovereenkomsten werkzaam zijn. In deze annotatie bespreken Marko Jovović en Johan Zwemmer enkele onderdelen van de overwegingen van de kantonrechter.
Een eerste interessant punt is de wijze waarop ‘ondernemerschap’ een rol speelt in de beoordeling van de kantonrechter. Wil sprake zijn van een overeenkomst van opdracht tussen Deliveroo en de maaltijdbezorger, dan moet bij de maaltijdbezorger wel een zeker element van ondernemerschap aanwezig zijn, zo overweegt de kantonrechter. Opvallend is ook de manier waarop de kantonrechter afstand neemt van de eerdere Deliveroo-uitspraak van de Kantonrechter Amsterdam van 23 juli 2018, waarin werd geoordeeld dat een maaltijdbezorger van Deliveroo geen werknemer was. Duidelijk is dat de kantonrechter in de onderhavige zaak niet de mening van haar collega-kantonrechter is toegedaan dat “in het huidige arbeidsrecht geen rekening is gehouden met de uit de (relatief) nieuwe platformeconomie voortkomende arbeidsverhoudingen.” Deze kantonrechter weet het namelijk prima op te lossen onder verwijzing naar – onder meer – de zachte sturing die uitgaat van het algoritme. Het begrip ‘in dienst van’ uit artikel 7:610 BW zodanig oprekken dat daaronder ook algoritmisch toegediende prikkels vallen, is één oplossing voor deze nieuwe arbeidsverhoudingen.
- Klik hier voor JAR 2019/23, m.nt. M. Jovović & J.P.H. Zwemmer bij Rb. Amsterdam 15 januari 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:198
- Klik hier voor JAR 2019/24, m.nt. M. Jovović & J.P.H. Zwemmer bij Rb. Amsterdam 15 januari 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:210