Evaluatie stelsel Kernenergiewet verschenen

Article
NL Law

Bij brief van 27 maart 2024 zond de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat het eindrapport van de evaluatie van de Kernenergiewet aan de Tweede Kamer. Deze evaluatie is verricht door NRG, Stibbe en Arcadis. Vanuit Stibbe namen Tijn Kortmann, Anne-Marie Span en Jan van Oosten het juridische deel voor hun rekening.

Evaluatie stelsel Kernenergiewet

Aanleiding voor evaluatie van het stelsel van de Kernenergiewet is het voornemen om twee extra kerncentrales te realiseren (zie daarover dit bericht). Doel van de evaluatie is te bepalen of er wijzigingen nodig zijn aan het stelsel om de veiligheid te garanderen bij de eventuele bouw van nieuwe kerncentrales in Nederland. Daarbij wordt ook gekeken of het huidige instrumentarium voldoet om de nucleaire veiligheid en stralingsbescherming van nieuwe ontwikkelingen, zoals small modular reactors (SMR’s) of andere – meer innovatieve – toepassingen voor kernenergie te kunnen beoordelen.

In de uitgevoerde evaluatie staan twee vragen centraal:

  1. In hoeverre is de in Nederland geldende wet- en regelgeving inzake nucleaire veiligheid de komende jaren toepasbaar en welke aanpassingen en/of aanvullingen in wet- en regelgeving en werkprocedures zijn mogelijk noodzakelijk om de nucleaire ambitie van het kabinet waar te kunnen maken en de nucleaire veiligheid te blijven garanderen?
  2. In hoeverre zijn de toetsingscriteria bij vergunningaanvragen toekomstbestendig?

Deze vragen zijn gesteld voor drie categorieën nucleaire technologie:

  1. Twee nieuwe grote lichtwatergekoelde en gemodereerde reactoren (de huidige conventionele generatie in groot formaat).
  2. Small modular reactors (SMR’s) gebaseerd op conventionele reactortechnologie die op dit moment of op korte termijn op de markt komen.
  3. Meer geavanceerde technologieën en/of ontwerpen op de lange termijn.

Belangrijkste conclusie van de evaluatie is dat het Nederlandse stelsel van kernenergiewetgeving goed toepasbaar is voor de komende jaren (eerste twee

categorieën hierboven). Er zijn geen grote knelpunten geconstateerd. Voor meer geavanceerde reactorontwerpen (op de lange termijn) wordt in het evaluatierapport een slag om de arm gehouden. Bijvoorbeeld mobiele kernreactoren vragen een meer creatieve toepassing van het wettelijke kader. 

De evaluatie bevat een aantal aanbevelingen waarmee de staatssecretaris aan het werk gaat. Deze aanbevelingen zijn de volgende:

  • Op dit moment worden internationale (IAEA-)standaarden en handreikingen van de ANVS (zoals de ‘Handreiking veilig ontwerp en het veilig bedrijven van kernreactoren (VOBK)’ toegepast bij de toetsing van vergunningaanvragen op grond van het breed geformuleerde wettelijke kader. De kenbaarheid kan deze documenten kan worden vergroot door het expliciet wettelijk verankeren van het gebruik daarvan.
  • Er kan worden verduidelijkt hoe conventionele (niet aan straling gerelateerde) milieuaspecten van nucleaire activiteiten worden gereguleerd.
  • De rol van en stappen binnen het vooroverleg tussen de ANVS en een vergunningaanvrager kunnen helderder worden vastgelegd.
  • Er zou meer aandacht in het stelsel voor de persoon van de aanvrager en de vergunninghouder moeten zijn. Dit om te voorkomen dat nucleaire activiteiten door niet-bonafide (rechts)personen worden verricht.
  • De ANVS is op (intern)nationaal niveau goed gepositioneerd, maar kan verbeteringen doorvoeren op proces- en projectniveau.

Veiligheidsbenchmark Kerncentrale Borssele

Ook zond de staatssecretaris onder meer het rapport Veiligheidsbenchmark Kerncentrale Borssele en een vertaling daarvan aan de Tweede Kamer, waarin getoetst wordt of de kerncentrale behoort tot de 25% veiligste technische vergelijkbare vermogensreactoren in de Europese Unie, de Verenigde Staten en Canada. Die is namelijk een van de afspraken die de rijksoverheid in 2006 met de eigenaren van de KCB en haar aandeelhouders in het Convenant Kerncentrale Borssele heeft gemaakt. De conclusie is dat de KCB inderdaad tot die 25% veiligste reactoren behoort.

IAEA missies

Tot slot stuurt de staatssecretaris een aantal rapporten van internationale experts namens de International Atomic Energy Agency (IAEA) mee. Ook die rapporten bevatten diverse aanbevelingen, onder meer op het gebied van standaardisering van vergunningen.

Slot

Gelet op de huidige nucleaire ambities, die mogelijk niet beperkt blijven tot de levensduurverlenging van de KCB en twee nieuwe kerncentrales, maar ook vier nieuwe ‘grote’ kerncentrales en meerdere SMR’s kunnen omvatten, is het goed vast te stellen dat het huidige stelsel goed functioneert. Wij wachten met interesse af hoe de aanbevelingen in de evaluatie hun verdere weerslag krijgen.