De Wnra: ambtenaren en de binding aan nieuwe collectieve arbeidsovereenkomsten

Article
NL Law

De Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) treedt naar verwachting op 1 januari 2020 in werking. Voor de groep ambtenaren die vanaf 1 januari 2020 werkzaam zal zijn op basis van een arbeidsovereenkomst, brengt dit diverse veranderingen met zich. Eén van deze veranderingen is dat de arbeidsvoorwaarden van deze groep ambtenaren vanaf 1 januari 2020 bij collectieve arbeidsovereenkomst (cao) kunnen worden geregeld.

In een eerder blogbericht bespraken wij met welke vragen cao-partijen te maken kunnen krijgen bij het sluiten van nieuwe cao's. In dit blogbericht focussen wij in aanvulling daarop op één specifiek element van cao's, namelijk de binding van individuele werknemers.

Momenteel zijn ambtenaren automatisch gebonden aan rechtspositieregelingen. Dat is bij cao's anders. Werknemers zijn alleen gebonden aan een cao als zij lid zijn van een cao-partij of als zij hebben ingestemd met de incorporatie van de cao in hun individuele arbeidsovereenkomst. Wat nu als een ambtenaar weigert om in te stemmen met de incorporatie van een cao in zijn nieuwe arbeidsovereenkomst?

De overheidswerkgever zal in dat geval in beginsel verplicht zijn om de cao alsnog toe te passen op grond van artikel 14 Wet cao. De vraag is echter of de desbetreffende werknemer (voorheen: ambtenaar) daarnaast ook aanspraak kan maken op (gunstigere) rechten uit de oude rechtspositieregelingen? In het voorgestelde artikel 17 lid 1 Ambtenarenwet 2017 is opgenomen dat de rechtspositieregelingen komen te "vervallen". Dat lijkt te betekenen dat ook de werknemers die niet gebonden zijn aan de nieuw af te sluiten cao, geen beroep meer kunnen doen op arbeidsvoorwaarden uit de rechtspositieregelingen, voor zover de cao een regeling over die arbeidsvoorwaarden bevat. Werknemers zouden dan geen belang hebben bij het niet instemmen met de incorporatie van de cao in hun arbeidsovereenkomst. Daarbij geldt de kanttekening dat dit alleen het geval is ten aanzien van de eerste cao. Eventuele toekomstige cao's kunnen nadeliger zijn dan de eerste cao, waardoor werknemers er belang bij kunnen hebben om niet in te stemmen met de incorporatie van "alle toekomstige versies" van een cao. Werkgevers hebben er op hun beurt weer belang bij dat werknemers instemmen met de incorporatie van toekomstige versies van de cao. Dat voorkomt namelijk dat werknemers in de toekomst kunnen stellen dat op hen een oude versie van de cao moet worden toegepast.

Het kan dus voorkomen dat een werknemer niet wenst in te stemmen met de incorporatie van de cao, terwijl de werkgever hier wel belang bij heeft. Dat maakt het moeilijker om de arbeidsvoorwaarden van alle werknemers te harmoniseren. Hoewel dit probleem niet nieuw is in het arbeidsrecht, zal dit voor veel overheidswerkgevers iets zijn waar zij tot op dit moment niet of slechts in beperkte mate mee te maken hadden. De Wnra voorziet niet in specifieke regels om dit mogelijke probleem op te lossen. Waarschijnlijk gelden in dit verband de gewone arbeidsrechtelijke regels. Overheidswerkgevers doen er wat ons betreft goed aan om nu alvast na te denken over mogelijke oplossingen voor het geval dat werknemers niet instemmen met de incorporatie van de cao in hun individuele arbeidsovereenkomst.