De relatie van de deelnemer met de uitvoeringsovereenkomst in nieuw perspectief
Volgens artikel 1 Pensioenwet is de uitvoeringsovereenkomst: “de overeenkomst tussen een werkgever en een pensioenuitvoerder over de uitvoering van een of meer pensioenovereenkomsten.” De deelnemer wordt echter op enig moment ook partij bij de uitvoeringsovereenkomst. Dat gebeurt door begunstiging indien zijn pensioenovereenkomst ter uitvoering is ondergebracht bij een pensioenuitvoerder.
Naar aanleiding hiervan rijzen de volgende vragen.
- Kan een deelnemer aanspraak maken op andere verbintenissen dan zijn pensioenuitkering, zoals financieringsafspraken?
- Moet een deelnemer akkoord gaan met wijzigingen van de uitvoeringsovereenkomst?
- Heeft hij aanspraak op schadevergoeding bij de beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst?
- Heeft het invloed op de wijze waarop de uitvoeringsovereenkomst moet worden uitgelegd?
De beantwoording van deze vragen is recent aan de orde gekomen in vijf arresten van de Hoge Raad. Dit betreft de kwesties ASR, Euronext, FrieslandCampina, AFM en John Crane. In deze vijf arresten is de rechtsverhouding tussen de deelnemer, de werkgever en de pensioenuitvoerder nader uitgewerkt. In deze publicatie beziet Jaap van Slooten of deze arresten een nieuw perspectief bieden: wat is er hierdoor veranderd (of slechts verduidelijkt) en wat kunnen daarvan de gevolgen zijn?
Jaap concludeert dat deze arresten een (ver)nieuw(end) perspectief hebben geboden op de relatie van de deelnemer met de uitvoeringsovereenkomst. Dat de deelnemer partij is bij die uitvoeringsovereenkomst was al duidelijk. Dat dit niet op financiële verplichtingen ziet, werd wel vermoed, maar was nog niet zo duidelijk dogmatisch onderbouwd als in deze jurisprudentie is gedaan. Nieuw(er) is de mogelijkheid voor deelnemers om op grond van het goed werkgeverschap schadevergoeding te vorderen, ook als zij geen aanspraak hebben op nakoming van financiële verplichtingen. De daarbij van toepassing zijnde kaders en normen zijn duidelijker in kaart gebracht. Met name de gezichtspunten uit het arrest Vleesmeesters/Alog kunnen hier behulpzaam zijn. De toepassing daarvan in de praktijk zal naar verwachting nog scherpere normen opleveren, aldus Jaap.
- J.M. van Slooten, ‘De relatie van de deelnemer met de uitvoeringsovereenkomst in nieuw perspectief’, TPV 2023/39