Advies SER: mogelijk diversiteitsquotum voor RvC's van beursvennootschappen

Article
NL Law
Expertise
Read this article in English De groei van het aandeel vrouwen in topfuncties blijft volgens het kabinet achter bij haar doelstellingen. Bovendien vervalt op 1 januari 2020 de wettelijke streefcijferregeling, waarbij  ‘grote’ vennootschappen streven naar ten minste 30% vrouwen en 30% mannen in hun besturen en raden van commissarissen (RvC's). De SER adviseert het kabinet nu om diverse maatregelen te nemen, waaronder een wettelijk quotum van ten minste 30% vrouwen in de RvC’s van beursvennootschappen. In deze short read lichten wij dit toe.

Adviesaanvraag SER

Op 28 juni 2018 heeft het kabinet de SER om advies gevraagd welke maatregelen gender en culturele diversiteit in de top van het bedrijfsleven kunnen vergroten.

Huidige streefcijferregeling (30/30)

Op grond van de huidige wettelijke streefcijferregeling (art. 2:166/267 BW) zijn ‘grote’ NV’s en BV’s[1] verplicht om bij benoemingen, voordrachten en het opstellen van een profielschets zoveel mogelijk rekening te houden met een evenwichtige verdeling van zetels in bestuur en RvC tussen mannen en vrouwen. Een evenwichtige verdeling houdt in dat ten minste 30% van de zetels wordt bezet door vrouwen en ten minste 30% door mannen. Indien de samenstelling van het bestuur en de RvC niet evenwichtig is in de zin van de wet, is er geen wettelijke sanctie. Een benoeming die geen recht doet aan het streven naar een evenwichtige samenstelling is dus niet nietig. Ingeval het bestuur en/of RvC niet evenwichtig is samengesteld dient in het bestuursverslag wel de samenstelling van het bestuur en de RvC te worden toegelicht. Bovendien wordt uitgelegd waarom niet is voldaan aan de wettelijke voorschriften en welke actie is of wordt ondernomen om tot een evenwichtige verdeling te komen (art. 2:391 lid 7 BW).

Wettelijk diversiteitsquotum

De SER gaat in zijn advies van 20 september 2019 een stap verder en stelt een wettelijk diversiteitsquotum voor van ten minste 30% m/v in RvC's van beursvennootschappen[2]. Beursvennootschappen die deze 30% m/v-verdeling in de RvC nog niet hebben bereikt, mogen bij een vrijkomende zetel slechts iemand van het ondervertegenwoordigde geslacht benoemen. Wordt de m/v-verdeling met een nieuwe benoeming niet evenwichtiger, dan is deze benoeming nietig en blijft de vacature open. Invoering van een nietigheidssanctie betekent dat beursvennootschappen vanaf 2020 bij elke nieuwe benoeming van een RvC-lid rekening dienen te houden met de evenwichtige m/v-verdeling van de zetels volgens het voorgestelde ingroeiquotum. Er wordt geen quotum ingesteld voor het bestuur en senior management.

Overige maatregelen SER

Naast het wettelijk ingroeiquotum, stelt de SER de volgende maatregelen voor:

  • Verplichting voor ‘grote’ vennootschappen[3] om "ambitieuze" streefcijfers op te stellen om genderdiversiteit te bevorderen in bestuur, RvC en senior management. Deze zelf vast te stellen streefcijfers zijn niet vrijblijvend: bij vacatures in een bestuur of RvC zonder vrouwen wordt volgens de SER in principe ten minste een vrouw benoemd. Bij afwijking van de streefcijfers wordt er gemotiveerd en wordt hierover verantwoording afgelegd. Ook stellen ‘grote’ vennootschappen een plan op hoe dit streefcijfer te realiseren valt. Hiervan wordt ook verslag gedaan.
  • Analoge genderdiversiteitsregelingen voor de (semi-)publieke sector. 
  • Aandacht voor culturele diversiteit: actiever inzetten op het stimuleren van samenwerking, het verbeteren van het inzicht in culturele diversiteit, het vergroten van de zichtbaarheid van het culturele talent en het verbeteren van de transparantie.

Kabinetsstandpunt

Op 20 september 2019 is ook de Bedrijvenmonitor Topvrouwen 2019 gepubliceerd. De minister gaat nog dit jaar reageren op het advies van de SER en de Bedrijvenmonitor. Het is nog niet bekend of het kabinet overgaat tot het invoeren van een wettelijk diversiteitsquotum.

Timing

De SER adviseert het kabinet om het quotum van 30% voor RvC’s van beursvennootschappen direct, dat wil zeggen per 2020, in te voeren. Het is op dit moment nog niet zeker of de wetgever overgaat tot invoering van een quotum. Inwerkingtreding van een nieuwe regeling per 1 januari 2020 lijkt echter praktisch niet haalbaar, nu de Minister nog moet reageren op het advies van de SER. Als er een wettelijk quotum wordt ingevoerd, zal dat naar onze verwachting niet eerder dan in de loop van 2020 worden ingevoerd.

Wij houden u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.

[1] Een grote NV of BV voldoet in ieder geval aan twee van de drie hiernavolgende vereisten: een balanstotaal van meer dan € 20 miljoen; een netto-omzet van meer dan € 40 miljoen; een gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar van meer dan 250  (art. 2:166/276 lid 2 BW).

[2] De SER haakt aan bij de definitie van beursvennootschap onder de Corporate Governance Code: i. alle vennootschappen met statutaire zetel in Nederland waarvan de aandelen of certificaten van aandelen zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt of een daarmee vergelijkbaar systeem; en ii. alle grote vennootschappen met statutaire zetel in Nederland (> € 500 miljoen balanswaarde) waarvan de aandelen of certificaten zijn toegelaten tot de handel op een multilaterale handelsfaciliteit of een daarmee vergelijkbaar systeem.

[3] Zie voetnoot 1.