Actualiteiten Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO)

Article
NL Law

De aandacht voor (Internationaal) Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (“(I)MVO”) en Environmental, Social and Governance factoren (“ESG”) en verantwoording daarover blijft onverminderd groot. Wij zien op nationaal en Europees niveau tal van ontwikkelingen. Wij stippen enkele Europese en nationale initiatieven aan. 

"Gepaste zorgvuldigheid" of due diligence verplichtingen

Europese ontwikkelingen

In december 2021 werd een richtlijnvoorstel van de Europese Commissie verwacht op het gebied van een verplichte due diligence voor mensenrechten en de sociale en milieu-impact van ondernemen. Deze termijn is niet gehaald. Het voorstel wordt nu in het eerste kwartaal van 2022 verwacht. Een consultatie over dit concept richtlijnvoorstel liep tot 8 februari 2021. 

Vooruitlopend op dit richtlijnvoorstel is op 10 maart 2021 door het Europees Parlement een wetgevingsresolutie inzake Zorgvuldigheidsplicht en verantwoordingsplicht voor ondernemingen (Corporate due diligence and corporate accountability) aangenomen, met als bijlage een als aanbevelingen gepresenteerd voorstel voor de richtlijn. De in deze resolutie opgenomen aanbevelingen aan de Europese Commissie komen erop neer dat alle ondernemingen die toegang hebben tot de Europese interne markt moeten nagaan of zich binnen hun waardeketen praktijken voordoen die schade (kunnen) veroorzaken op het terrein van mensenrechten (inclusief sociale, vakbonds- en arbeidsrechten), milieu (waaronder klimaatverandering) en goed ondernemingsbestuur (waaronder corruptie). Ook moeten zij verplicht worden gesteld om dergelijke praktijken aan te pakken en te verhelpen. De aanbevelingen voor de due diligence verplichtingen uit de resolutie zijn in lijn met de belangrijkste internationale standaarden op dit terrein, de UN Guiding Principles on Business and Human Rights ("UN Guiding Principles") en de OECD Guidelines for Multinational Enterprises ("OESO richtlijnen"). De Europese Commissie betrekt de wetgevingsresolutie bij het vormgeven van de conceptrichtlijn. Het is nog niet duidelijk hoe de definitieve regeling eruit zal komen te zien. 

Nationale ontwikkelingen

Nederland kent al een specifieke wet op het gebied van Human Rights Due Diligence ("HRDD"), maar die is nog altijd niet in werking getreden. Al op 13 november 2019 is deze wet, de Wet Zorgplicht Kinderarbeid ("WZK"), in het Staatsblad verschenen. De WZK introduceert een harde due diligence verplichting ten aanzien van kinderarbeid voor elke onderneming die aan Nederlandse eindgebruikers goederen verkoopt of diensten levert. Daarnaast wijzen wij op het op 11 maart 2021 bij de Tweede Kamer ingediende Initiatiefwetsvoorstel Verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen. Dit initiatiefwetsvoorstel bevat voor iedere onderneming een zorgplicht en voor bepaalde ondernemingen regels om gepaste zorgvuldigheid in productieketens te betrachten. Dit initiatiefwetsvoorstel is nog in behandeling bij de Tweede Kamer.

Het uitstel van het Europese richtlijnvoorstel op het gebied van HRDD (zie hierboven onder de Europese ontwikkelingen) heeft gezorgd voor een koerswijziging van het Nederlandse Kabinet. In eerste instantie zette het Kabinet in op beïnvloeding van de Europese regelgeving. Op 4 november 2021 is een Kamerbrief1 gepubliceerd waarin de bouwstenen voor een nieuwe IMVO-wetgeving zijn opgenomen. Het kabinet wil dat alle grote ondernemingen, beursgenoteerde MKB-ondernemingen en middelgrote ondernemingen in risicosectoren onder een Europese IMVO-verplichting gaan vallen. Het kabinet vindt dat toekomstige IMVO-wetgeving zoveel mogelijk moet aansluiten bij al bestaande internationale raamwerken op het gebied van IMVO, zoals de OESO-richtlijnen en de UN Guiding Principles. Het kabinet zal in EU-verband pleiten voor bestuursrechtelijke handhaving van de IMVO-verplichting door middel van het aanwijzen van een toezichthouder. 

Tijdens het op 2 december 2021 gehouden IMVO-debat kondigde de minister voor Ontwikkelingssamenwerking en Buitenlandse Handel echter aan dat het ministerie toch een wetsvoorstel voor duurzaam en verantwoord ondernemen gaat ontwikkelen vanwege de vertraging van het Europese traject en het kabinet niet langer wil wachten met de uitwerking van de WZK. Het voorgaande wordt bevestigd in het op 15 december 2021 gepubliceerde Regeerakkoord (p. 39) alsook in de op 10 januari 2022 gepubliceerde briefing (p. 45-46) aan de nieuwe bewindspersonen van het ministerie van Buitenlandse Zaken in het kabinet Rutte IV. Er is nog niets bekend over de timing van dit wetsvoorstel.

Voor meer informatie over de WZK en HRDD verwijzen wij naar het artikel van Sandra Rietveld, Lisanne Baks en Barbara Bier in Ondernemingsrecht 2021/25, de Stibbe blog van 16 april 2021 over het Initiatiefwetsvoorstel Verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen en onze Short Read van 2 juli 2020 over de vraag of er een brede due diligence-wetgeving komt voor bedrijven tegen slavernij en uitbuiting.

Duurzame corporate governance

Europese ontwikkelingen

In hetzelfde richtlijnvoorstel van de Europese Commissie als hiervoor genoemd ten aanzien van HRDD, zal naar verwachting ook aandacht worden besteed aan duurzame corporate governance in het algemeen. Het Europees Parlement heeft op 17 december 2020 ook ten aanzien van de duurzame corporate governance een wetgevingsresolutie aangenomen. Het Europees Parlement zet in deze wetgevingsresolutie in op ‘het creëren van een cultuur binnen de bestuursorganen van ondernemingen waarin rekening wordt gehouden met en gehandeld wordt overeenkomstig duurzame corporate governance’. Het Europees Parlement verzoekt de Europese Commissie in dit verband onder meer om een regeling op te nemen dat bestuurders verplicht zijn ‘om ook de langetermijnbelangen van de onderneming, de maatschappelijke belangen in bredere zin en de belangen van werknemers en andere relevante belanghebbenden in het oog te houden’. Of, en zo ja hoe, de beoogde concretisering van de bestuurstaak in het richtlijnvoorstel zal worden opgenomen is nog niet duidelijk. 

Nationale ontwikkelingen

In Nederland verwijzen wij onder meer naar het pleidooi van 25 hoogleraren ondernemingsrecht in mei 2020 om in de wet vast leggen dat bedrijven en hun bestuurders zich niet alleen richten op het belang van de vennootschap, maar dat zij ook als een ‘verantwoordelijke burger’ in de samenleving opereert. Verder wordt voorgesteld in Boek 2 BW op te nemen dat de vennootschap een statutaire bestaansgrond (purpose of raison d’être) kan formuleren2. Hierop volgde een brede discussie in de literatuur van voor- en tegenstanders3

De expertgroep die door de overheid is ingesteld om te adviseren over modernisering van het ondernemingsrecht meent echter in het advies van 30 maart 2021 dat het in het licht van Europese initiatieven niet opportuun zou zijn om nu Nederlandse wetgeving op het terrein van een "maatschappelijke zorgplicht" voor te bereiden. Bovendien ziet de expertgroep geen noodzaak om Boek 2 BW aan te passen in verband met het bieden van de mogelijkheid om een statutaire bestaansgrond te formuleren. Zie over dit advies ook onze Corporate Update van 9 juli 2021. De Minister voor Rechtsbescherming laat in een reactie op dit advies weten dat op dit moment geen wetgeving wordt voorbereid over de maatschappelijke verantwoordelijkheid van besturen. Verwezen wordt naar het feit dat in het advies van de expertgroep wordt vermeld dat dergelijke principes kunnen worden opgenomen in de Corporate Governance Code ("Code"). 

De Monitoring Commissie Corporate Governance Code ("Monitoring Commissie") heeft in het Monitoring Rapport boekjaar 2020 aangekondigd dat zij samen met de schragende partijen voorbereidingen treft om de Code in 2022 te herzien. Dit is mede ingegeven door de maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van klimaatverandering en groeiende sociale ongelijkheid. 

In het kader van IMVO onderzoekt de Monitoring Commissie of een maatschappelijke zorgplicht voor beursvennootschappen kan worden opgenomen in een gewijzigde Code als nadere invulling van het begrip langetermijnwaardecreatie. De Monitoring Commissie is van mening dat vennootschappen zich meer rekenschap zouden moeten geven van de maatschappelijke effecten van hun handelen op het gebied van klimaat en sociale vraagstukken, zoals ongelijkheid, diversiteit, werk- en inkomenszekerheid en inclusie. Overige onderwerpen die worden meegenomen bij de herziening zijn de stakeholderdialoog, de rol van aandeelhouders en diversiteit. Verder kijkt de Monitoring Commissie naar de aanbevelingen in het onderzoeksrapport 'Versterking Verantwoordingsketen’ van de Universiteit Leiden en de bepalingen over de responstijd in het licht van de nieuwe wettelijke bedenktijd. 

Het streven van de Monitoring Commissie is om het concept van de geactualiseerde Code in het eerste kwartaal van 2022 ter consultatie voor te leggen. 

 


1] Zie ook het als bijlage bij de kamerbrief gevoegde non-paper dat de Nederlandse inzet voor de Europese regelgeving beschrijft.
2] L. Timmerman e.a., 'Naar een zorgplicht voor bestuurders en commissarissen tot verantwoordelijke deelname aan het maatschappelijk verkeer', Ondernemingsrecht 2020/86.
3] Zie bijvoorbeeld ook op de op 1 oktober 2020 aangenomen motie van de leden Sneller en Slootweg, waarin de regering wordt verzocht te onderzoeken op welke wijze een vorm van besturen van bedrijven, waarbij de belangen van alle belanghebbenden evenwichtig worden betrokken, in de wet kan worden verankerd.