Actualiteiten (Internationaal) Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Article
NL Law

De aandacht voor (Internationaal) Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (“(I)MVO”) en Environmental, Social and Governance factoren (“ESG”) en verantwoording daarover blijft onverminderd groot. Wij zien op nationaal en internationaal gebied tal van ontwikkelingen, zoals de voortgang van het voorstel voor een Europese Corporate Sustainability Due Diligence richtlijn en het nationale wetsvoorstel internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wij stippen enkele Europese en nationale initiatieven aan. 

Voorstel voor een richtlijn inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid

Op 23 februari 2022 publiceerde de Europese Commissie het lang verwachte voorstel voor een richtlijn inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid (het “CSDDD-voorstel”). Op grond van het CSDDD-voorstel zouden bepaalde (zeer) grote EU- en niet-EU-ondernemingen een due diligence-beleid moeten maken om de negatieve effecten van hun bedrijfsactiviteiten op de mensenrechten en het milieu te identificeren, te voorkomen of te beperken, en uiteindelijk te beëindigen. Voor uitgebreide informatie over het CSDDD-voorstel verwijzen wij naar ons nieuwsbericht van 11 mei 2022.

Op 1 december 2022 heeft de Europese Raad zijn positie (“Raadspositie”) ingenomen met betrekking tot het CSDDD-voorstel. De Europese Raad stelt nogal wat wijzigingen voor die het CSDDD-voorstel nuanceren en op punten afzwakt, waarvan hier enkele worden genoemd. Zo is de bepaling met daarin een zorgplicht van bestuurders om bij het handelen in het belang van de onderneming, rekening te houden met de gevolgen van hun beslissingen voor duurzaamheidskwesties en daarmee mogelijke persoonlijke civielrechtelijke aansprakelijkheid, vervallen. Er is in de bepaling ten aanzien van de bestrijding van klimaatverandering meer aandacht voor de coherentie met de op 5 januari 2023 in werking getreden Corporate Sustainability Reporting Directive (“CSRD”) en de Europese klimaatwet. Een andere belangrijke wijziging die de Europese Raad voorstelt betreft de verandering, van het begrip value chain naar chain of activities. Hierbij is een aantal downstream activiteiten – het deel van de activiteitenketen dat volgt nadat een bedrijf zijn producten of diensten heeft afgezet – uitgesloten, waaronder de gebruikersfase. Specifiek wordt verwezen naar de activiteiten van de downstream business partners van het bedrijf als het gaat om distributie, transport, opslag, ontmanteling, recycling en compostering van het product voor of namens het bedrijf. Alle upstream (productie-)activiteiten (supply chain) zijn behouden gebleven. De toepassing van de verplichtingen op klantrelaties van financiële instellingen is optioneel gemaakt voor de lidstaten.

De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft per brief van 16 december 2022 op de Raadspositie en de inzet van Nederland daarbij gereageerd. Nederland is groot voorstander van Europese IMVO-wetgeving en benoemt verschillende verbeteringen die in de Raadspositie zijn doorgevoerd, zoals het feit dat de CSDDD nog meer in overeenstemming is gebracht met de zes stappen van het gepaste zorgvuldigheidsproces die zijn verankerd in de UN Guiding Principles on Business and Human Rights en de OECD Guidelines for Multinational Enterprises. Tegelijkertijd bleef de Raadspositie op sommige punten achter bij de Nederlandse inzet; zo heeft het voorstel om de scope van de CSDDD uit te breiden naar alle ondernemingen met meer dan 250 werknemers (gelijk aan de CSRD) het niet gehaald en hekelt Nederland met name het bovenstaande punt ten aanzien van de financiële instellingen. Nederland steunde de Raadspositie dan ook niet. De Raadspositie werd uiteindelijk met een gekwalificeerde meerderheid aangenomen.

Het is nu wachten totdat ook het Europees Parlement een standpunt inneemt. Het Europees Parlement is voornemens in mei 2023 een positie vast te stellen. Daarna volgt nog de triloog tussen de Europese Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie om tot een definitieve richtlijn te komen.

Meer aandacht voor biodiversiteit en ecosystemen

De gevolgen van klimaatverandering staan al gedurende langere tijd in de belangstelling als het gaat om duurzaamheidsvraagstukken. Wij zien echter dat ook biodiversiteit de komende jaren meer aandacht gaat krijgen.

De Europese Commissie heeft een ambitieuze biodiversiteitsstrategie opgesteld voor 2030. Hieronder vallen enkele milieurechtelijke verplichtingen voor de Europese lidstaten, zoals de uitbreiding van Natura 2000-gebieden en het EU Nature Restoration Plan, met verplichtingen voor de lidstaten tot natuurherstel. Daarnaast komt biodiversiteit ook terug in andere Europese wetgevingstrajecten, zoals de Europese Taxonomieverordening ((EU) 2020/852), de CSRD en daarop gebaseerde concepten voor de ESRS en ook in de CSDDD. De annexen bij de CSDDD bevatten een lijst met mensenrechtenverdragen en milieuverdragen die te gelden hebben als ‘negatieve effecten’ waarop de Europese ondernemingen die onder het toepassingsbereik van de CSDDD vallen due diligence moeten gaan uitvoeren. Daaronder valt een schending van art. 10 van het Biodiversiteitsverdrag, waarin een verplichting is opgenomen maatregelen te nemen ten aanzien van het gebruik van natuurlijke hulpbronnen om negatieve gevolgen voor de biodiversiteit te vermijden of te minimaliseren.

Daarnaast wijzen we op de biodiversiteitstop COP 15 van de Verenigde Naties (“VN”) die van 7 tot 19 december 2022 plaatsvond in Montreal. Op deze top bespraken de VN-lidstaten de wereldwijde aanpak van biodiversiteitsverlies, natuurbescherming en toegang tot natuurlijke hulpbronnen. Onderdeel van het gesloten akkoord (Global Biodiversity Framework) betreft de afspraak dat in 2030 minstens 30% van de aarde (land en de oceanen) beschermd moet zijn.

Nationale ontwikkelingen

Nederland kent al een specifieke wet op een deelgebied van Human Rights Due Diligence ("HRDD"), maar deze wet is nog altijd niet in werking getreden. Al op 13 november 2019 is deze wet, de Wet Zorgplicht Kinderarbeid ("WZK"), in het Staatsblad verschenen. De WZK introduceert een harde due diligence verplichting ten aanzien van kinderarbeid voor elke onderneming die aan Nederlandse eindgebruikers goederen verkoopt of diensten levert.

Op 11 maart 2021 is het Initiatiefwetsvoorstel Verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen bij de Tweede Kamer ingediend. Ten aanzien van dit voorstel heeft de Raad van State op 16 juni 2022 een advies uitgebracht met enkele verbetervoorstellen. Op 2 november 2022 hebben de initiatiefnemers een gewijzigd wetsvoorstel met gewijzigde memorie van toelichting bij de Tweede Kamer ingediend. Dit (gewijzigde) initiatiefwetsvoorstel kent ten eerste een algemene zorgplicht (due diligence) die geldt voor iedere Nederlandse onderneming (dat wil zeggen een in het voorstel gedefinieerde rechtspersoon), die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat haar eigen activiteit of die van haar zakenrelaties nadelige gevolgen kan hebben voor mensenrechten, arbeidsrechten of het milieu in een land buiten Nederland. Ten tweede bevat het initiatiefwetsvoorstel voor bepaalde grote ondernemingen een verplichting tot gepaste zorgvuldigheid in hun waardeketen, waaronder ook het gedrag van zakenrelaties, zoals leveranciers, van de onderneming met daarbij een rapportageverplichting. Het (gewijzigde) initiatiefwetsvoorstel bepaalt dat de wet ook van toepassing is op een grote buitenlandse onderneming die een activiteit in Nederland verricht of een product afzet op de Nederlandse markt. Met een bijzondere toezichthouder, de ACM, voorziet het (gewijzigde) initiatiefwetsvoorstel in bestuurlijke handhaving en verder in een strafbaarstelling via de Wet Economische Delicten en een civielrechtelijke rechtsvordering, met een bijzondere omkering van de bewijslast.

Op 18 januari 2023 vond een rondetafelbijeenkomst plaats voor de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Op 23 januari 2023 was de inbrengdatum  voor het verslag. Overigens heeft de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in een brief van 27 mei 2022 vermeld dat er naast de voorgaande (voorgenomen) wetgeving ook een nationale IMVO-wet wordt voorbereid die rond de zomer van 2023 bij de Tweede Kamer zou kunnen worden ingediend. 

Voor meer informatie over HRDD verwijzen wij naar het artikel van Jan-Maarten Schepel en Olivier Schotel in MvO 2022/3.6 en het artikel van Sandra Rietveld, Lisanne Baks en Barbara Bier in Ondernemingsrecht 2021/25.