Wijziging Algemene wet bestuursrecht op komst: sanctionering medewerkingsplicht door middel van last onder bestuursdwang en dwangsom
In de Tweede Kamer wordt op dit moment het wetsvoorstel behandeld tot wijziging van de Awb en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en nadeelcompensatierecht. Dit wetsvoorstel voorziet onder meer in een algemene regeling voor de niet-naleving van de medewerkingsplicht in artikel 5:20 lid 3 Awb. Als gevolg daarvan kan een bestuursorgaan de niet-naleving van de medewerkingsplicht bestuursrechtelijk handhaven door het opleggen van een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom. Het gevolg daarvan is dat bijzondere regelingen die daar al in voorzien (o.a. de Arbeidsomstandighedenwet, Uitvoeringswet AVG) komen te vervallen. In dit bericht bespreken we onder meer de wijzigingen als gevolg van het wetsvoorstel en de gevolgen voor bestaande wetgeving.
Aan dit wetsvoorstel ging een internetconsultatie vooraf. In een eerder bericht bespraken we de handhaving van de medewerkingsplicht.
Handhaving van de medewerkingsplicht
Op grond van artikel 5:20 lid 1 van de Awb is een ieder verplicht om alle medewerking te verlenen aan een toezichthouder bij de uitoefening van zijn bevoegdheden. Het gaat dan bijvoorbeeld om het verstrekken van inlichtingen (artikel 5:16 Awb) en het geven van inzage in zakelijke gegevens en bescheiden (artikel 5:17 Awb).
Wordt niet of niet tijdig medewerking verleend dan kan daartegen handhavend worden opgetreden. Sanctionering is mogelijk op grond van het bestuursrecht én het strafrecht (niet opvolgen ambtelijk bevel). Voor bestuursrechtelijke sanctionering geldt dat die bevoegdheid thans volgt uit de bijzondere wet. Het kan dan gaan om een last onder dwangsom, bestuursdwang (o.a. Arbowet, Uitvoeringswet AVG) en/of een bestuurlijke boete (o.a. financiële toezichtwetgeving).
Toekomst: wat verandert er als gevolg van het wetsvoorstel?
- Met toevoeging van een derde lid aan artikel 5:20 Awb creëert de wetgever een algemene grondslag voor het bestuursorgaan om de medewerkingsplicht te handhaven middels het opleggen van een last onder bestuursdwang. Gelet op artikel 5:32 Awb kan handhaving door het bestuursorgaan ook door middel van een last onder dwangsom plaatsvinden.
De bevoegdheid voor het bestuursorgaan is een belangrijke wijziging, omdat die op dit moment veelal (met uitzondering van zelfstandige bestuursorganen zoals AFM, DNB, AP) is toebedeeld aan de toezichthouder die onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkt (bijv. SZW-wetgeving; Inspectie SZW). Het is overigens wel mogelijk dat het bestuursorgaan de bevoegdheid tot oplegging van een last onder dwangsom/bestuursdwang aan de toezichthouder mandateert.
- Voor de rechtsgang tegen een last onder bestuursdwang of dwangsom wordt aangesloten bij de rechtsgang tegen besluiten die worden genomen op grond van de bijzondere wet. Daartoe wordt een vierde lid toegevoegd aan artikel 5:20 en artikel 5:32 Awb.
Voorbeeld: in het geval de AFM een last onder dwangsom voor schending van de medewerkingsplicht oplegt aan een onderneming, dan betekent dat net als voorheen dat de onderneming daartegen bij de rechtbank Rotterdam en het College van Beroep voor het bedrijfsleven kan opkomen.
Gevolgen voor bestaande wetgeving
Het gevolg van het wetsvoorstel is onder meer dat sanctionering middels een last onder dwangsom en/of bestuursdwang die in een bijzondere wet is geregeld, komt te vervallen. Handhaving van de medewerkingsplicht door middel van een bestuurlijke boete blijft mogelijk, indien de bijzondere wet dat regelt. Ook blijft de mogelijkheid om via het strafrecht te handhaven bestaan.
Afsluiting
- De voorgestelde wetswijziging met betrekking tot een algemene sanctioneringsbepaling van de medewerkingsplicht in de Awb stuit naar verwachting op weinig weerstand.
- De wijziging houdt in dat in de Awb een algemene bevoegdheid wordt opgenomen op grond waarvan bestuursorganen bij de niet-naleving van de medewerkingsplicht een last onder bestuursdwang en een last onder dwangsom kunnen opleggen. Het gevolg daarvan is dat bepalingen in de bijzondere wetgeving die hetzelfde regelen komen te vervallen.
- Handhaving van de medewerkingsplicht door middel van een bestuurlijke boete blijft mogelijk, indien de bijzondere wet dat regelt. Ook blijft het strafrecht in beeld als niet wordt meegewerkt met een toezichthouder.