Wetsvoorstel Tijdelijke regeling turboliquidatie

Article
NL Law

Op 12 juli 2022 is het wetsvoorstel Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie (het "wetsvoorstel") ingediend. Het wetvoorstel ziet op de tijdelijke aanpassing van de wettelijke regeling omtrent turboliquidatie en bevindt zich nog in de voorbereidingsfase. Op 19 januari 2023 is daartoe de Nota naar aanleiding van het verslag (wetsvoorstel) (de "Nota") gepubliceerd, waarin de Minister voor Rechtsbescherming reageert op het verslag van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid over het wetsvoorstel. Een plenair debat over het wetsvoorstel volgt op een later moment, maar is nog niet ingepland.

Aanleiding en inhoud wetsvoorstel

Een turboliquidatie is de ontbinding op eigen initiatief van een rechtspersoon, waarbij – als de rechtspersoon op het tijdstip van ontbinding geen baten heeft – het tijdstip van de ontbinding samenvalt met de beëindiging van de rechtspersoon. In dat geval hoeft er dus niet te worden vereffend, want er zijn geen baten om te vereffenen. Let op: voorgaande geldt dus ook als de rechtspersoon nog wel lasten heeft.

Door deze regeling kunnen rechtspersonen betrekkelijk snel en eenvoudig worden beëindigd. Tegelijkertijd bestaan er zorgen over misbruik van de turboliquidatie, met name in de gevallen waarin de rechtspersoon ophoudt te bestaan met achterlating van lasten. Bestuurders kunnen bijvoorbeeld toewerken naar een situatie waarin baten ontbreken op het moment van ontbinding, waarbij zij mogelijk onrechtmatig of frauduleus handelen. Zo kunnen zij bewerkstelligen dat de rechtspersoon ophoudt te bestaan zonder verantwoording te hoeven afleggen. Het is dan – in beginsel – mogelijk dat deze bestuurders vervolgens ongehinderd hun activiteiten voortzetten in een nieuwe rechtspersoon. Schuldeisers worden dan geconfronteerd met een schuldenaar die niet meer bestaat, wat voor hen het ondernemen van juridische stappen bemoeilijkt.

Het wetsvoorstel beoogt de positie van schuldeisers te beschermen, de transparantie te vergroten en misbruik tegen te gaan. Het idee daarbij is dat het vertrouwen in de turboliquidatie wordt vergroot, zodat de toepassing van de turboliquidatie toegankelijker wordt voor ondernemers. Het wetsvoorstel vergroot de transparantie onder meer doordat het bestuur binnen veertien dagen na ontbinding de volgende documenten moet deponeren bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel:

  • een balans en een staat van baten en lasten met betrekking tot het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden en het voorgaande boekjaar als er op het moment van ontbinding over dat jaar nog geen jaarrekening openbaar is gemaakt;
     
  • een beschrijving van:
     
    • de oorzaak van het ontbreken van baten op het tijdstip van de ontbinding;
    • indien van toepassing, de wijze waarop de baten van de rechtspersoon te gelde zijn gemaakt en de opbrengsten zijn verdeeld;
    • indien van toepassing, de redenen waarom een schuldeiser of schuldeisers geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn gebleven; en
       
  • de jaarrekeningen inzake de boekjaren die vooraf zijn gegaan aan het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden, indien daarvoor een wettelijke plicht tot openbaarmaking bestaat waar nog niet aan is voldaan (indien van toepassing, inclusief een accountantsverklaring).

Bestuursverbod

Om de rechtsbescherming van (onbetaalde) schuldeisers bij turboliquidatie te verbeteren, regelt het wetsvoorstel ook een uitbreiding van de regeling van het civielrechtelijk bestuursverbod. Het voorgestelde bestuursverbod beoogt malafide ontbindingen zonder baten zoveel mogelijk tegen te gaan en biedt ook de mogelijkheid om maatregelen tegen bestuurders op te leggen. De beoogde bestuursverbodregeling bestaat uit twee onderdelen, te weten:

  1. een regeling in Boek 2 BW die het mogelijk maakt voor het OM om een bestuursverbod te verzoeken als malafide ontbindingen zich voordoen; en
     
  2. een wijziging van een bestaande regeling in de Faillissementswet waarbij een ontbinding zonder baten meetelt in de beoordeling of sprake is van recidive.

Bestuurders die herhaaldelijk of ernstig misbruik maken van een ontbinding zonder baten en daarbij schuldeisers duperen, kunnen door dat bestuursverbod een tijd geen bestuursfunctie of commissariaat meer uitoefenen. Dit bestuursverbod kan echter pas opgelegd worden als de bestuurders, kortgezegd:

  • niet aan de voorgestelde deponeringsverplichting hebben voldaan;
     
  • in aanloop naar de ontbinding doelbewust één of meer schuldeisers aanmerkelijk hebben benadeeld; of
     
  • herhaaldelijk betrokken zijn geweest bij een ontbinding zonder baten met achterlating van lasten of bij een faillissement en hen daarvan een persoonlijk verwijt treft.

Tijdelijke karakter wetsvoorstel

De voorgestelde maatregelen zijn vooralsnog van tijdelijke aard en gelden in principe voor twee jaar. In de Nota wordt als belangrijkste reden voor het tijdelijke karakter genoemd de snelle invoering zonder dat er een structurele wetswijziging nodig is. Op deze manier komt de verbeterde procedure voor de turboliquidatie zo snel mogelijk beschikbaar voor het mogelijke aantal groeiende ondernemers dat wil stoppen met hun bedrijf ten gevolge van de COVID-19 pandemie en de stijgende energieprijzen. Een dergelijke toename brengt volgens de Minister voor Rechtsbescherming tijdelijk een verhoogd risico op misbruik van de turboliquidatie met zich mee (zie ook de memorie van toelichting).

De mogelijkheid bestaat om de toepassing van de tijdelijke wet na de tweejaarstermijn bij koninklijk besluit te verlengen, vanwege de wenselijkheid om de maatregelen structureel in te voeren. Gedurende deze verlenging van de werkingsduur van de tijdelijke regeling, kan vervolgens de beoogde structurele wetswijziging worden voorbereid.

Onder meer de Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht[1] heeft haar kanttekeningen bij het tijdelijke karakter van de regeling geplaatst. Zij schrijft bijvoorbeeld dat vóór het intreden van de COVID-19 crisis al is gesignaleerd dat er behoefte was aan nadere maatregelen om de regeling betreffende de turboliquidatie te verbeteren (zie ook de kamerbrief van september 2019) en meent daarbij dat de benodigde maatregelen ten aanzien van de turboliquidatie van structurele aard dienen te zijn. Dit is echter niet overgenomen in het huidige wetsvoorstel.

 

[1] Anders, maar ook kritisch: de Raad van State.