Voortgangsbrief Wet open overheid: de knelpunten van de wet en een blik vooruit

Article
NL Law
Expertise

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) geeft in haar voortgangsbrief over de Wet open overheid (Woo) aan dat de Woo op verschillende onderdelen knelt. In haar brief bespreekt zij welke maatregelen het kabinet heeft genomen of zal nemen. In deze blog bespreken wij op hoofdlijnen de ontwikkelingen en wat er de aankomende tijd voor de Woo op de planning staat en hoe actieve openbaarmaking van informatie dit jaar wordt uitgebreid. 

De minister van BZK heeft onlangs een brief geschreven aan de Tweede Kamer over de voortgang van de Woo. Zij geeft daarbij aan dat de Woo ondanks alle inspanningen "op bepaalde onderdelen knelt". Zo worden lange afhandelingstermijnen gehanteerd bij Woo-verzoeken en wordt  een grote uitvoeringslast ervaren bij overheidsorganisaties. Eerder had het kabinet daarom maatregelen aangekondigd ter verbetering van de uitvoering en uitvoerbaarheid van de Woo en besloten om de evaluatie van de Woo naar voren te halen. 

Ontwikkelingen openbaarmaking zonder Woo-verzoek (actieve openbaarmaking)

Allereerst wordt in het regeerprogramma en de kabinetsreactie onderschreven dat het kabinet wil inzetten op meer actieve openbaarmaking (openbaarmaking uit eigen beweging, zonder Woo-verzoek). Wij verwijzen voor een uitleg over actieve openbaarmaking naar onze FAQ.

Volgens de brief ontwikkelt de overheid beleid om uitvoering te geven aan de inspanningsverplichting die geldt op basis van artikel 3.1 Woo. Op grond van deze inspanningsverplichting dienen bestuursorganen bij de uitvoering van hun taak uit eigen beweging informatie die zij tot hun beschikking hebben in documenten openbaar te maken voor eenieder. Dat betekent niet dat bestuursorganen alle informatie die bij hen rust openbaar moeten maken. Als actieve openbaarmaking onevenredige inspanning of kosten vergt, als een uitzonderingsgrond van de Woo van toepassing is, of als er geen redelijk belang wordt gediend met de openbaarmaking, kan de actieve openbaarmaking achterwege blijven. Het beleid dat uitwerking zal geven aan inspanningsverplichting van artikel 3.1 Woo, zal er mede op gericht zijn om met openbaarmaking beter in te spelen op de informatiebehoefte van de samenleving. Daarnaast moet het beleid duidelijkheid geven over wat er van de overheid verwacht kan worden op het gebied van actieve openbaarmaking en helderheid en richting geven aan bestuursorganen. 

Artikel 3.3 Woo specificeert welke categorieën informatie overheden in ieder geval openbaar moeten maken op grond van de actieve openbaarmakingsplicht. Het gaat om zeventien informatiecategorieën, die gefaseerd van toepassing worden. De actieve openbaarmakingsplicht geldt nu voor de eerste vijf categorieën, sinds 1 november 2024. Het gaat dan om de volgende categorieën aan informatie: wetten en algemeen verbindende voorschriften, overige besluiten van algemene strekking, vergaderstukken Staten-Generaal, informatie over organisatie en werkwijze en bereikbaarheidsgegevens. Op dit moment voldoet 68% van de bestuursorganen aan deze verplichting. Tot begin dit jaar zijn er bijna 500.000 actief openbaar gemaakte documenten op open.overheid.nl geplaatst. 

Daarnaast is er nog een aantal categorieën aan informatie die in de toekomst actief openbaar moet worden gemaakt: bij vertegenwoordigende organen ingekomen stukken, vergaderstukken Staten-Generaal, vergaderstukken decentrale overheden, agenda's en besluitenlijsten bestuurscolleges, adviezen, convenanten, jaarplannen en jaarverslagen, subsidieverplichtingen anders dan met beschikking, Woo-verzoeken en -besluiten, onderzoeksrapporten, beschikkingen en klachtoordelen. 

Uit de beslisnota bij de brief volgt dat de besluitvorming over de planning van de openbaarmaking van de overige twaalf categorieën het eerste kwartaal van 2025 zal plaatsvinden (Beslisnota bij Voortgangsbrief Open Overheid). Mogelijk wordt daar dan binnenkort meer over bekendgemaakt. Voor bedrijven kan het inwerkingtreden van deze categorieën gevolgen hebben omdat er meer openbaar gemaakt zal worden door overheden. De gedachte achter actieve openbaarmaking is dat er op termijn minder Woo-verzoeken nodig zijn omdat de informatie al actief openbaar is gemaakt. 

Tot slot geeft de minister aan dat er een overheidsbreed afwegingskader komt rondom de inspanningsverplichting die overheidsorganisaties moet stimuleren en handelingsperspectief moet bieden over de wijze waarop invulling gegeven kan worden aan de inspanningsverplichting.

Ontwikkelingen openbaarmaking op verzoek (passieve openbaarmaking)

In haar brief staat de minister ook stil bij openbaarmaking aan de hand van Woo-verzoeken, ook wel passieve openbaarmaking genoemd. Voor meer informatie over Woo-verzoeken, verwijzen wij naar deze FAQ.

Het kabinet heeft aangekondigd dat er een Algemene Maatregel van Bestuur zal worden opgesteld, waarin op hoofdlijnen nadere regels worden gesteld over procesoptimalisatie en het versterken van contact met verzoekers. Uit de brief en bijgevoegde beslisnota volgt verder dat er een onderzoek is gestart naar de uitvoeringslast, kosten en (benodigde) capaciteit bij de afhandeling van Woo-verzoeken. Het onderzoek is niet alleen gericht op ministeries, maar ook op andere organisaties die onder de Woo vallen zoals uitvoeringsorganisaties, provincies, gemeenten, waterschappen en de Tweede Kamer. De minister streeft ernaar het onderzoek eind dit jaar af te ronden.

Vindbaarheid via "Woo-Index" en het Verdrag van Tromsø

Op grond van de Woo wordt er door de overheid steeds meer informatie openbaar gemaakt. Deze informatie blijft in beginsel tien jaar lang vindbaar via de zogenoemde "Woo-index". Dit is een systeem waarmee alle openbaar gemaakte informatie vindbaar wordt. De brief geeft aan dat dit systeem moet zorgen voor betere vindbaarheid en tegelijkertijd tot meer standaardisatie en betere monitoring. De Woo-Index is op dit moment al online te raadplegen. 

Ten slotte geeft de minister aan dat zij met andere ministeries onderzoekt of het mogelijk is om aan te sluiten bij het Verdrag van Tromsø, van de Raad van Europa. Dit verdrag is voor wat betreft de uitgangspunten van het verdrag vergelijkbaar met de Woo. Het verdrag van Tromsø geeft een algemeen recht op toegang tot officiële overheidsdocumenten, waarbij openbaarheid alleen achterwege kan blijven vanwege de bescherming van andere rechten en legitieme belangen. Nederland is geen partij bij het Verdrag van Tromsø. Om te bepalen of het verdrag alsnog geratificeerd kan worden, is nader onderzoek nodig naar de openbaarmaking en geheimhouding in sectorale wetten. De minister verwacht de Kamer daarover in de eerste helft van 2025 te kunnen informeren. 

De Woo onder de loep en meer (actieve) openbaarmaking van informatie

De aankomende periode zal de Woo dus verder onder de loep worden genomen om te proberen verschillende knelpunten, zoals lange afhandelingstermijnen, op te lossen. Bovendien is het streven dat er dit jaar meer actieve openbaarmaking plaats gaat vinden ten aanzien van verschillende nieuwe categorieën aan informatie. Daarnaast zal de informatie die openbaar wordt gemaakt makkelijker vindbaar zijn voor het publiek. 

Voor ondernemingen zijn er verschillende opties om openbaarmaking zorgvuldig te laten verlopen en zo nodig tegen te gaan. Aan de andere kant is het ook mogelijk om over verschillende onderwerpen informatie bij overheden op te vragen. Voor meer informatie over Woo-verzoeken en het omgaan met openbaarmaking van informatie verwijzen wij naar de FAQS die wij eerder in dit artikel hebben genoemd.