Toekomstig klimaat in Nederland: wat staat ons te wachten?
Met enige regelmaat verschijnen rapporten en artikelen, die wereldwijde rampscenario's voor de toekomst voorspellen op basis van verwachte natuurlijke ontwikkelingen. Zo stelde de US National Climate Assessment 2018 dat "future climate change is expected to further disrupt many areas of life, exacerbating existing challenges to prosperity…". Daarnaast maakte Oxfam recentelijk bekend dat iedere twee seconden één persoon zijn huis moet verlaten ten gevolge van klimaatverandering
Met enige regelmaat verschijnen rapporten en artikelen, die wereldwijde rampscenario's voor de toekomst voorspellen op basis van verwachte natuurlijke ontwikkelingen. Zo stelde de US National Climate Assessment 2018 dat "future climate change is expected to further disrupt many areas of life, exacerbating existing challenges to prosperity…". Daarnaast maakte Oxfam recentelijk bekend dat iedere twee seconden één persoon zijn huis moet verlaten ten gevolge van klimaatverandering.
Ondanks deze verontrustende berichten, is er veel verdeeldheid en onrust over de vraag wat ons land echt te wachten staat. Terwijl aan de ene kant honderdduizenden actievoerders deelnemen aan schoolstakingen en andere protestacties, zijn 4 op de 10 Nederlanders niet bereid om bij te dragen aan maatregelen om de CO2-uitstoot te verlagen. Een veelgehoorde gedachte daarbij is dat de gevolgen voor Nederland slechts beperkt zullen zijn.
Ook vanuit juridisch perspectief wordt veel gediscussieerd over te verwachte gevolgen van klimaatverandering en de maatregelen en juridische stappen die moeten worden ondernomen. Dit is terug te zien bij de recente Europese en Internationale klimaattoppen, het Nederlandse klimaatakkoord en niet te vergeten de Urgenda-uitspraak die morgen wordt verwacht. Bij alles is de gedachte dat er enerzijds haast is bij het nemen van maatregelen, maar anderzijds blijft het idee bij velen beklijven dat het voor Nederland wel mee zal vallen. Maar wat is er echt bekend over de Nederlandse situatie? En met welke klimaatfeiten en klimaatontwikkelingen moeten juristen rekening houden bij wetgeving, besluiten en advisering?
Deze blog beoogt enige helderheid te creëren door de feiten over de verwachte maatschappelijke ontwikkelingen op een rijtje te zetten. Hierbij zal de verwachte impact van de ontwikkeling op Nederland in 2050 het uitgangspunt zijn. Het doel is dan ook om een beeld te geven van wat Nederland te wachten staat als gevolg van klimaatverandering en bijbehorende andere natuurlijke ontwikkelingen. Deze informatie is essentieel om in ogenschouw te nemen bij weloverwogen wetgeving, besluiten en juridisch advies.
De opwarming in Nederland en de gevolgen daarvan
Het eerste feit is dat de temperatuur op aarde en ook in Nederland stijgt. Sinds de industriële revolutie is de temperatuur op aarde met 1 graad gestegen. In Nederland is de temperatuur al met bijna 2 graden toegenomen. Het verschil in temperatuurstijging kan worden verklaard door de unieke geografische en meteorologische omstandigheden in Nederland. Hoewel 1 of 2 graden temperatuurstijging niet veel lijkt, heeft een paar extra graden grote gevolgen: zeespiegelstijging, extremere weeromstandigheden, beperking van biodiversiteit, waterschaarste en als gevolg van het voorgaande grotere tekorten aan voedsel en drinkwater. De Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) verwacht momenteel dat de aarde tussen 2030 en 2052 met 1,5 graden zal zijn opgewarmd. (zie de Summary for Policymakers van het Special Report). Ook voorspelt de IPCC een verdere opwarming van de aarde in 2100 met tussen 3,7 en 4,8 graden. Zie de Summary for Policymakers van AR5.
Als gevolg van de klimaatverandering zal de Randstad in 2050 een klimaat hebben dat vergelijkbaar is met dat in het hedendaagse Parijs. Hoewel dit waarschijnlijk op eerste gezicht niet vervelend klinkt, moet rekening worden gehouden met het feit dat de Randstad er in vele opzichten niet meer zal uitzien zoals momenteel het geval is. Dit komt door de genoemde veranderingen die de opwarming van de aarde met zich meebrengt: zeespiegelstijging, extremere weersomstandigheden, (grotere) tekorten aan voedsel, water en grondstoffen, en vermindering van de biodiversiteit. Bovendien zal de verdere verstedelijking in Nederland deze gevolgen versterken. Deze effecten zullen hieronder worden uitgewerkt.
Zeespiegelstijging en bodemdaling
Door de opwarming van de aarde smelt het ijs rond de polen en warmt het zeewater op, waardoor het uitzet. Door deze twee redenen leidt klimaatverandering tot zeespiegelstijging. Sinds de industriële revolutie is de zeespiegel in Nederland reeds met circa 24 centimeter gestegen. De zeespiegel zal in 2050 nog naar alle waarschijnlijkheid met 35 centimeter zijn gestegen, en in 2100 met 1 tot 1,80 meter.
Nederland wordt in een rapport van de IPCC reeds genoemd als kwetsbaar gebied voor zeespiegelstijging. Momenteel bevindt 30 procent van ons grondgebied zich onder de zeespiegel en wordt 60 procent gezien als kwetsbaar gebied voor overstromingen. Dit zal toenemen, omdat zeespiegelstijging samen moet worden gezien met een andere belangrijke ontwikkeling in Nederland: bodemdaling. Hoewel in sommige delen van het land de bodem omhoog komt, zoals in Limburg, daalt de bodem in het noorden en westen van het land. De verwachting is dat de grond in Nederland in 2050 gemiddeld met 31 centimeter is gedaald, met maxima tot twee meter. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) (zie deze beleidsstudie) berekende dat bodemdaling tot 2050 voor 18,7-22,2 miljard aan maatschappelijke kosten met zich mee kan brengen. Daarnaast zal het verzakken van veengebieden tot extra CO2-uitstoot leiden. Samen met de zeespiegelstijging levert dit een daadwerkelijk risico op, onder meer voor overstromingen.
Geregeld wordt de vraag dan ook gesteld of de huidige dijken in voldoende tempo kunnen worden verhoogd. Hoewel de Nederlandse dijken bestand zijn tegen een zeespiegelstijging van ongeveer 5 meter, zullen de dijken in toenemende mate worden aangepast (zie ook hier). Het is echter de vraag of deze maatregel voor de lange termijn voldoende zal zijn.
Extremere weersomstandigheden
Het KNMI voorspelt dat Nederland naast algemene temperatuurstijging – leidend tot hetere zomers en minder koude winters – ook te maken zal krijgen met extremere weersomstandigheden. Zo is de verwachting voor 2050 dat de gemiddelde winterse neerslag met 6-30% zal zijn gestegen, dat periodes van hitte en droogte langer zullen zijn, en dat het aantal tropische dagen zal zijn verdubbeld. Van periodes van droogte met onvoldoende water om in alle behoeftes te voorzien – bijvoorbeeld drinkwater, industrie en landbouw – hebben we in 2018 reeds een voorproefje gehad.
Tekorten aan water, voedsel en grondstoffen
De drinkwatervoorraad zal in Nederland rond 2050 onder druk komen te staan en veel land zal niet langer bruikbaar zijn voor voedselproductie. Eén van de oorzaken hiervan is verzilting. Verzilting verwijst naar de stijging van de zoutconcentratie in het grondwater en oppervlaktewater en wordt onder meer veroorzaakt door al het voorgaande: periodes van droogte, zeespiegelstijging en bodemdaling (zie deze blog voor meer informatie).
Volgens de Nationale Omgevingsvisie zullen laaggelegen gebieden langs de Nederlandse kust door zeespiegelstijging en bodemdaling in toenemende mate met verzilting te maken krijgen. Ook zal de verzilting zich steeds verder landinwaarts verspreiden. In 2030 heeft Nederland ongeveer 125.000 hectare verzilte grond, ruim 3% van het Nederlands grondgebied. Als gevolg hiervan zullen steeds meer inlaatpunten voor zoetwater onbruikbaar worden. Verder zal verzilting leiden tot functiewijzigingen en schade aan de natuur, landbouw en tuinbouw. Zo is vollegrondsteelt in Zeeland rond 2050 waarschijnlijk niet meer mogelijk.
Naast verzilting is er een ander risico voor drinkwater. Het drinkwater komt onder druk te staan als gevolg van een algemene afname van het aanbod van zoet water en een toename van de vraag – in het bijzonder in bepaalde delen van ons land. Rond 2050 zal Nederland te maken krijgen met een verminderde aanvoer uit de rivieren. Anderzijds zal de vraag naar drinkwater stijgen. Volgens het Centraal Planbureau (CPB) zal de vraag naar drinkwater in 2050 met 30% zijn toegenomen, onder meer door nationale bevolkingsgroei. Het CBS voorspelde recent ook dat de bevolking in 2050 met 12,3% zal zijn gegroeid tot 19,3 miljoen inwoners.
Het Waterschap van Rijnland voorspelt dat er in 2050 onvoldoende drinkwater beschikbaar zal zijn in de regio Den Haag, en dat dit probleem ook dreigt voor andere grote Nederlandse steden. Dit laatste hangt sterk samen met een andere ontwikkeling, namelijk urbanisatie. Momenteel woont 47% van alle Nederlanders in de Randstad, het grootste stedelijke gebied van Nederland. Zowel het PBL als het CPB voorspellen dat de Randstad in 2050 waarschijnlijk verder is verstedelijkt, maar de mate van verstedelijking is nog onzeker (zie ook hier). Gepubliceerde modellen voorspellen dat de bevolking in de Randstad in 2050 met maximaal 18,5% groeit ten opzichte van een algemene bevolkingsgroei van 12,3%.
Een heel specifiek probleem – dat minder het gevolg is van klimaatverandering, maar meer een probleem is in het licht van bestrijding van klimaatverandering – is dat op termijn een grondstoffentekort kan ontstaan. Zo kan een dreigend gebrek aan lithium en kobalt de energietransitie vertragen, aangezien minder elektrische auto's kunnen worden geproduceerd. Momenteel wordt door autofabrikanten reeds gewaarschuwd voor een tekort aan deze twee belangrijke grondstoffen voor de fabricage van batterijen. Ook voorspelt de Europese Commissie in een rapport een tekort aan veertien belangrijke grondstoffen, waaronder grafiet en magnesium.
Afname van biodiversiteit
De laatste ontwikkeling die hier genoemd zal worden die ook samenhangt met de klimaatverandering is de afname van de biodiversiteit. Hoewel vaak onderbelicht, is de achteruitgang van de biodiversiteit en het gehele ecosysteem zeer nadelig voor de mens. Globaal is de biodiversiteit sinds de industriële revolutie reeds afgenomen met 30%. In Nederland is de biodiversiteit zelfs met ruim 62% geslonken. Volgens de VN (zie de Summary for Policymakers van het Global Assessment Report) worden één miljoen dier- en plantensoorten momenteel met uitsterven bedreigd. De verwachting is dat de globale biodiversiteit in 2050 met een verdere 10% zal zijn afgenomen. Dit leidt er ten eerste toe dat Nederland en de wereld er niet langer uit zullen zien zoals wij gewend zijn, maar kan tevens tot grotere problemen leiden ten aanzien van voedsel- en wateraanbod.
Een afsluitend woord
Samenvattend kan worden gesteld dat Nederland er in 2050 behoorlijk anders uit zal zien. In 2050 zal het al dichtbevolkte Nederland twee miljoen extra inwoners tellen. De bodemdaling zal verder doorzetten en in 2050 gemiddeld met ruim 30 centimeter zijn verzakt. Tegen die tijd zal de aarde waarschijnlijk met 1,5 graden ten opzichte van de industriële revolutie zijn opgewarmd, waardoor de zeespiegel met 35 centimeter zal stijgen en de Randstad een klimaat van hedendaags Parijs zal krijgen. Het klimaat zal ook andere wijzigingen ondervinden: zomers worden warmer en langer, terwijl de winters zachter maar natter worden. Echt extreme weersomstandigheden, zoals excessieve hitte en droogte, zullen vooralsnog beperkt blijven. Als gevolg van de bevolkings- en welvaartsontwikkeling zal er meer vraag naar grondstoffen, voedsel en water zijn. Anderzijds komt het aanbod door klimaatverandering, verzilting en beperkte leveringsmogelijkheden onder druk te staan. Als laatste kent Nederland in 2050 minder biodiversiteit en meer verstedelijking.
De aanleiding voor deze blog was de verdeeldheid over de feiten. Met het overzicht van de verwachte ontwikkelingen beoogde deze blog het toekomstbeeld van Nederland in 2050 te verduidelijken en de verdeeldheid te verminderen. Het is somber, maar dit zijn de feiten en voorspellingen. En dit is nog slechts Nederland – in andere landen zullen de gevolgen nog groter zijn. Wereldse verandering is een alledaags en voortdurend proces, maar het is de vraag of deze feiten, voorspellingen en ontwikkelingen voldoende hoog op ieders agenda staan en een wijziging van de huidige koers gewenst is. Dit zijn in ieder geval de klimaatfeiten waarmee rekening moet worden gehouden bij wetgeving, besluiten en juridische advisering. Onze hoop is dat het met Nederland in 2050 positiever is gesteld dan geschetst, althans dat wij – met zijn allen – op tijd voldoende tegenmaatregelen hebben genomen.