Statutaire do’s and don’ts: het Wetsvoorstel bestuur en toezicht rechtspersonen

Article
NL Law
Expertise
Op 28 januari 2020 heeft de Tweede Kamer het Wetsvoorstel bestuur en toezicht rechtspersonen (hierna: het ‘wetsvoorstel’) aangenomen. Het wetsvoorstel is op het moment van dit schrijven nog in behandeling bij de Eerste Kamer. Verwacht wordt dat het wetsvoorstel begin 2021 als wetgeving in werking zal treden.

Gedurende het wetgevingsproces is het wetsvoorstel in de juridische literatuur uitgebreid aan bod gekomen. In aanvulling daarop hebben Eline Holtman en Eloise Spoelman een aantal praktische aandachtspunten weergegeven en doen zij in verband hiermee enkele suggesties voor statutaire bepalingen van (bestaande) verenigingen, stichtingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. Zij menen dat bij deze rechtspersonen een statutenwijziging direct of spoedig na inwerkingtreding van de wet in bepaalde gevallen zeker aan te raden is, ondanks dat in de parlementaire stukken is opgemerkt dat het wetsvoorstel niet noodzaakt of verplicht tot een onmiddellijke statutenwijziging. Dit om duidelijkheid te creëren in de toepasselijke regelgeving ten aanzien van de rechtspersoon, temeer nu men de statuten vaak beschouwt als het ‘spoorboekje’ van een rechtspersoon. Bovendien zullen bepaalde statutaire bepalingen na inwerkingtreding van het wetsvoorstel direct, dan wel op termijn, hun kracht verliezen.


In deze bijdrage behandelen zij achtereenvolgens welke voorgestelde wijzigingen het wetsvoorstel voor verenigingen, stichtingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen bevat voor wat betreft tegenstrijdig belang, belet en ontstentenis en meervoudig stemrecht. Daarna volgt een casus aan de hand waarvan zij enkele voorbeelden van statutaire bepalingen in lijn met het wetsvoorstel geven. 

Dit artikel is gepubliceerd in Tijdschrift voor de Ondernemingsrechtpraktijk 2020/5

Lees de volledige publicatie