Staatssecretaris doet appèl op werkgevers: ga prudent om met inhalen van min-uren
Op 26 oktober 2021 ging de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief aan de Tweede Kamer in op de problematiek rond het inhalen van min-uren. Al eerder dit jaar nam de Tweede Kamer met algemene stemmen een motie hierover aan. In deze motie wordt het onwenselijk geacht dat werkgevers die NOW-steun ontvangen voor de lonen van werknemers, tegelijkertijd werknemers verplichten om tijdens corona opgebouwde min-uren later in te halen.
Directe aanleiding hiervoor was de praktijk waarbij sommige werkgever met NOW-steun, vanwege de jaarurensystematiek op grond van de cao, oproepkrachten later min-uren (willen) laten inhalen. Dit heeft geleid tot een uitspraak van de rechtbank Gelderland in de Wibra-zaak. Deze uitspraak bevestigt dat Wibra haar werknemers de tijdens de lockdown niet-gewerkte uren (min-uren) mag laten inhalen (binnen de door de cao maximaal toegestane bandbreedte).
De staatssecretaris erkent – met verwijzing naar de uitspraak in de Wibra-zaak – dat het in beginsel juridisch is toegestaan om min-uren te verrekenen. Tegelijkertijd hecht de staatssecretaris aan de uitvoering van de motie van de Tweede Kamer om werkgevers op te roepen werknemers geen min-uren te laten opbouwen als er NOW-steun wordt ontvangen en deze min-uren niet op een andere wijze te verrekenen. Om die reden doet de staatssecretaris een moreel appèl op werkgevers om prudent om te gaan met het later inhalen van min-uren die tijdens de NOW-periode opgebouwd, ook in gevallen waarin dit juridisch is toegestaan.
De vraag is wat een dergelijk moreel appèl in de praktijk betekent, nog afgezien van het feit dat hiertoe geen juridische verplichting bestaat op grond van de Wibra-uitspraak. Betekent dit dat het laten inhalen van uren toegestaan is, zolang dit op een prudente wijze en in gezamenlijk overleg gebeurt? De benadering van Wibra – gelet op het beperkt aantal uren die in die zaak moesten worden ingehaald – getuigt naar onze mening weldegelijk van een prudente werkwijze. Daarnaast geldt als uitgangspunt dat subsidies die werkgevers ontvingen primair zijn gebruikt om de lonen van werknemers door te betalen. De werkgevers zelf hebben daar geen voordeel aan. Dit geldt in het bijzonder voor werkgevers in de detailhandel die tijdens de lockdown-periodes zijn geconfronteerd met gedwongen sluitingen van winkels. Het niet laten inhalen van (een marginaal aantal) uren zou betekenen dat alleen werkgevers het risico van een winkelsluiting moeten dragen, terwijl werknemers hun loon in beginsel wél doorbetaald kregen.
Stibbe website over de NOW
De ontwikkelingen rondom de NOW-subsidie volgen elkaar in een snel tempo op en blijven door de aanhoudende coronacrisis zeer actueel. Daarom heeft het Stibbe NOW-team een speciale website over de NOW opgezet. Op deze website houdt dit team onder andere literatuur, rechtspraak, regelgeving en nieuwsberichten over de NOW bij. Daarnaast vindt u hier de belangrijkste parlementaire documentatie inzake de NOW. Ook staan op deze website onze short reads met een juridische duiding van de NOW-ontwikkelingen. Kortom, met onze website biedt het Stibbe NOW team u een up-to-date overzicht van de ontwikkelingen en inzicht in de juridische betekenis hiervan.
- Ga naar onze NOW-website www.stibbe-now.nl