Retentiebonussen in de financiële sector: wat kan wel en wat niet?
Financiële ondernemingen mogen alleen een retentiebonus toekennen in specifieke situaties en bovendien dient de retentiebonus aan meerdere strikte voorwaarden te voldoen. De wet- en regelgeving op dit punt blinkt niet uit in duidelijkheid. Het is niet altijd duidelijk welke voorwaarden en restricties in welke gevallen gelden en sommige voorwaarden en restricties kunnen op meerdere manieren worden uitgelegd.
In deze bijdrage staat Phinney Disseldorp stil bij enkele vragen die in de praktijk spelen bij het toekennen van retentiebonussen. Daarbij gaat hij ook in op enkele recente ontwikkelingen en beoogt hij meer duidelijkheid te scheppen voor de praktijk.
Hij concludeert dat het toekennen van retentiebonussen in de financiële sector geen sinecure is. De voorschriften uit artikel 1:122 Wft en de EBA Richtsnoeren zijn niet allemaal even duidelijk en op onderdelen bovendien multi-interpretabel. Het zou de rechtspraktijk ten goede komen als de Nederlandse wetgever óf de EBA meer duidelijkheid schept ten aanzien van het kader dat geldt voor de toekenning van een retentiebonus. Een eerste mogelijkheid hiertoe is de tweede evaluatie van de Wet beloningsmaatregelen financiële ondernemingen (Wbfo). Deze staat gepland voor 2023 en zal zich onder meer richten op de invloed van de beloningsregels in de Wbfo op de arbeidsmobiliteit. Het ligt voor de hand dat de wetgever bij deze evaluatie ook de regels over het toekennen van retentiebonussen kritisch tegen het licht houdt.
Lees de publicatie hier.
Auteur: Phinney Disseldorp
Bron: FRP 2023/343
Datum: 3-5-2023