Nationale en Europese IMVO-ontwikkelingen

Article
NL Law

De aandacht voor Corporate Social Responsibility (“CSR”)/internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (“iMVO”)/Environmental, Social and Governance factoren (“ESG”) blijft toenemen. Wij zien op nationaal en Europees niveau tal van ontwikkelingen. Wij behandelen een greep uit de initiatieven.

Europese ontwikkelingen

De Europese Commissie (“EC”) startte op 26 oktober 2020 een consultatie om te komen tot een richtlijnvoorstel over sustainable corporate governance. De consultatie loopt tot 8 februari 2021. Het doel is om in het kader van de Green Deal de Europese regelgeving te verbeteren waardoor ondernemingen beter in staat zijn om zich te richten op duurzame waardecreatie op de lange termijn. De Consultatie bevat vragen over de noodzaak en achtergrond voor Europese regels over sustainable corporate governance. Een belangrijk onderdeel betreft de vraag of er op Europees niveau regelgeving nodig is voor een wettelijk due dilligence plicht voor vennootschappen. Het gaat er daarbij om dat ondernemingen duurzaamheidsaspecten, waaronder klimaatverandering, het milieu en sociale zaken, in hun eigen besluitvorming en activiteiten integreren en in hun waardeketens. Dit wordt ook wel gepaste zorgvuldigheid” genoemd. De OESO due dilligence handreiking voor MVO (“Handreiking”) omschrijft dit als het proces waarin ondernemingen de daadwerkelijke en potentiële negatieve gevolgen van hun handelen identificeren, voorkomen en verminderen, en waarmee zij verantwoording kunnen afleggen over hun aanpak van die gevolgen als integraal onderdeel van hun besluitvormingsproces en risicobeheerssystemen. Bij de uitwerking van due diligence staan niet de risico’s voor de onderneming centraal, maar de rechten van, en de daadwerkelijke en potentiële risico’s op, negatieve gevolgen voor andere stakeholders, zoals werknemers en lokale gemeenschappen, aldus de Handreiking. Een ander belangrijk onderwerp van de Consultatie betreft de vraag naar de wenselijkheid van een wettelijke verplichting voor bestuurders om stakeholders te identificeren, om de afweging van belangen van die stakeholders onderdeel te laten worden van de taak van bestuurders en of die stakeholders een rol zouden moeten krijgen in het afdwingen van die taak. De duurzaamheidsexpertise in het bestuur is ook onderwerp van de consultatie.

Ook op het gebied van duurzaamheidsverslaggeving zijn er een aantal ontwikkelingen. Zo wordt de Richtlijn niet-financiële informatie (“NFRD”) herzien en wordt er gepleit voor een uniforme verslaggevingsstandaard voor niet-financiële informatie, zowel op wereldwijd, als op Europees niveau.

Het Europees Parlement (“EP”) beraadt zich ook over verschillende ESG-kwesties. Zo heeft het EP op 17 december 2020 een resolutie vastgesteld over sustainable corporate governance. Deze resolutie bevat naast een tal van aanbevelingen aan de EC over de aanpassing en uitbreiding van de NFRD, onder andere een verzoek om een wetgevingsvoorstel in te dienen teneinde voor leden van het bestuur en de raad van commissarissen een wettelijke plicht te creëren om een duurzaamheidsstrategie op te stellen en lange termijn belangen daarbij in het oog te houden. Het EP meent dat een onderneming al haar stakeholders daarbij dient te betrekken en dat passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven en de verantwoordingsplicht van ondernemingen daarbij hoort. Wij wijzen in dit verband ook nog op het ontwerpverslag van de EP met aanbevelingen aan de Commissie inzake de passende zorgvuldigheid voor het bedrijfsleven.

Nationale ontwikkelingen

Op 13 november 2019 is de Wet zorgplicht kinderarbeid (“WZK”) in het Staatsblad gepubliceerd. Op grond van de WZK moet elke onderneming die aan Nederlandse eindgebruikers goederen verkoopt of diensten levert gepaste zorgvuldigheid betrachten om te voorkomen dat die goederen en/of diensten met behulp van kinderarbeid tot stand zijn gekomen. Het betreft een harde due diligence verplichting, waarbij een nog in lagere regelgeving aan te wijzen toezichthouder bij niet-naleving daarvan verschillende sancties kan opleggen. Het is nog niet bekend wanneer de wet in werking zal treden. Zie over de WZK eveneens de bijdrage van Shanne Verkerk in Bb 2020/91.

Op 16 oktober 2020 publiceerde het kabinet de beleidsnota IMVO onder de veelzeggende titel “Van voorlichten tot verplichten” en de daarbij behorende kamerbrief met toelichting. Deze stukken bevatten de uitkomsten van de evaluatie van het huidige Nederlandse IMVO-beleid en introduceren het nieuwe IMVO-beleid voor de komende jaren. 

Uit de evaluatie komt naar voren dat vrijwillige maatregelen in de vorm van IMVO-convenanten, met daarin concrete afspraken over duurzaamheid per sector, bijvoorbeeld voor kleding en textiel, de bancaire sector en de voedingsmiddelensector meerwaarde hebben, maar dat hiermee slechts 1,6% van alle ondernemingen wordt bereikt. Ook de doelstelling van het kabinet dat 90 procent van de circa 700 grote ondernemingen in Nederland in 2023 de OECD Guidelines for Multinational Enterprises en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights expliciet onderschrijft­ als referentiekader voor zijn internationale activiteiten zal, als het zo doorgaat, niet gehaald worden. Daarnaast blijkt dat hoewel een meerderheid van de ondernemingen op basis van het Besluit bekendmaking niet-financiële informatie in hun bestuursverslag rapporteren over IMVO-beleid, zij het niet op alle aspecten daarvan, dit nog niet voldoende effect heeft op het IMVO zelf. Het kabinet concludeert dan ook dat het huidige IMVO-beleid onvoldoende effectief is en toe is aan vernieuwing.

Effectief beleid op dit gebied vraagt volgens het kabinet een doordachte mix van nationale en internationale, bindende en niet-bindende maatregelen. Het kabinet ziet een brede due diligence verplichting zelfs als kernonderdeel van het nieuwe IMVO-beleid. De verplichte maatregelen zouden uit het oogpunt van een gelijk speelveld en een grotere effectiviteit van beleid echter bij voorkeur op Europees niveau ingericht moeten worden. Verder bevat deze mix ook nadere transparantieverplichtingen. Het kabinet zal maximaal inzetten op het beïnvloeden van de ontwikkelingen in Europa – waaronder de consultatie om te komen tot een richtlijnvoorstel over sustainable corporate governance – om deze brede due diligence verplichting te realiseren.