Is (iedere) Mickey pro-gay?

Bij Disney in Florida werken veel mensen die tegenstander waren. De topman van Disney had desgevraagd aan de pers laten weten geen commentaar op de wet te hebben. Dit leidde tot grote verontwaardiging bij een deel van zijn personeel en tot druk om zich tegen de wet uit te spreken. Binnen korte tijd daarna stelde het bedrijf dat “the act should never have passed and should never have been signed into law”. In reactie hierop liet DeSantis een wet aannemen die Disney’s verregaande autonomie over het pretparkterrein ontnam, met als gevolg dat zij zeggenschap over veel van de activiteiten verloor. Een berucht voorbeeld van het politieke activisme rondom Amerikaanse bedrijven was geboren.

Nu is Amerika gelukkig Nederland niet, maar we hebben ook in ons land te maken met voorbeelden en trends die de Disney-casus relevant maken. Denk aan organisaties die zich uitspreken over het gewapend conflict tussen Israël en Hamas, de inval in Oekraïne of Black Lives Matter. De vraag is of het Nederlandse arbeids- en medezeggenschapsrecht hierop is toegerust.

Jaap van Slooten concludeert in deze column dat het doen van een publieke stellingname arbeidsrechtelijk riskant is. De werkgever doet er bij enige twijfel over het draagvlak onder zijn personeel verstandig aan zich neutraal op te stellen en dus ook om niet te snel op aandringen van een deel van het personeel toch stelling in te nemen. Hoewel het zeer verstandig is om daartoe ook de ondernemingsraad te raadplegen, is het volgens Jaap niet nodig hiervoor een extra wettelijke bevoegdheid toe te kennen. Het verband met ESG-beleid is een belangrijk aandachtspunt.

Lees de volledige column hier. 

Auteur: Jaap van Slooten

Bron: Ondernemingsrecht 2024/27

Publicatiedatum: mei 2024