Is de OR de laatste jaren slechter af bij de OK?

Article
NL Law

Het aantal verzoekschriften dat de afgelopen drie jaar door ondernemingsraden (OR-en) bij de Ondernemingskamer (OK) is ingediend, is met meer dan 50% gedaald ten opzichte van het langjarig gemiddelde. Tegelijkertijd is het aantal intrekkingen – dat uitgelegd kan worden als winst voor de OR – gemiddeld gelijk gebleven. Dat markeert het meest opvallende cijfer: de winstkans van de OR is gedaald met meer dan 50% ten opzichte van vroeger.

De voorzitter van de OK (Vink) bevestigt de juistheid van deze conclusies. Hiervoor ziet hij een aantal mogelijke oorzaken: (1) de Holland Casino-uitspraak uit 2018 (de OK toetst marginaal en laat aan de ondernemer beleidsvrijheid), (2) de rechtspraak van de Hoge Raad: in de negen uitspraken die de Hoge Raad over dit leerstuk heeft gewezen, is de OR niet één keer in het gelijk gesteld, (3) ondernemers letten beter op de procedurele aspecten van een adviestraject, en (4) de opkomst van mediation.

Jaap van Slooten geeft vervolgens een eigen duiding van deze getallen en oorzaken. Hij merkt op dat niet alle getallen in gelijke mate veranderd zijn de afgelopen drie jaar. Het aantal verzoekschriften is verminderd met meer dan 50%. Dat duidt erop dat OR-en minder vaak aanleiding zien om beroep in te stellen. Dat kan volgens Jaap komen door een verandering in de rechtspraak. Tegelijkertijd is het percentage intrekkingen vergelijkbaar. Dat duidt erop dat nog steeds veel van de OR-en die beroep instellen daarvan uiteindelijk de vruchten plukken. Het opvallendst aan de cijfers is dat bij minder verzoeken en een gelijkblijvend aantal intrekkingen het aantal door de OR gewonnen zaken aanzienlijk daalt. De juridische ontwikkelingen waar de OK-voorzitter op wijst kunnen een goede verklaring geven voor de verschillen. Jaap heeft de indruk dat de praktijk inmiddels voorzichtiger is geworden en manieren heeft gevonden om meer aandacht te besteden aan de procedurele normen uit de rechtspraak van de OK. Hij vraagt zich vervolgens af of er toch sprake is van een koerswijziging die losstaat van de rechtspraak van de Hoge Raad. Bij sommigen bestaat de (niet-terechte) indruk dat onder OK-voorzitter Willems beduidend vaker ten gunste van de OR werd geoordeeld. Wat Jaap aannemelijker acht is dat “de grote vragen” inmiddels wel zijn uitgeprocedeerd. Het aantal rechtsvragen dat bij de uitleg van een wet kan opkomen, is niet oneindig. De rechtspraak van de OK in WOR-zaken heeft, ondanks het soms wat casuïstisch karakter, over het algemeen een duidelijke en consistente lijn. Daardoor weten meer OR-en en ondernemers waar ze aan toe zijn.