Inwerkingtreding Omgevingswet uitgesteld vanwege coronavirus

Article
NL Law

De Omgevingswet zal niet op 1 januari 2021 in werking treden. Dat heeft de minister voor Milieu en Wonen, Stientje van Veldhoven, op 1 april 2020 laten weten in een Kamerbrief gericht aan de Eerste en Tweede Kamer. Mede gelet op de veranderende realiteit als gevolg van het coronavirus is de beoogde datum van 1 januari 2021 niet meer haalbaar.

In de Kamerbrief schrijft de minister dat de decentrale overheden, het Rijk en ICT-aanbieders op creatieve wijze hard doorwerken aan de voorbereiding op de Omgevingswet. De totstandkoming van de wet- en regelgeving staat niet stil maar de verwachting is dat de maatregelen die zijn genomen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, wel effect zullen hebben op de voortgang van de behandeling van de wetgeving. Ook andere ontwikkelingen zoals de te nemen stappen met het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), de vertraging rondom het beschikbaar komen van de standaard voor publicatie van omgevingsdocumenten en de verwerving van lokale software hebben aanleiding gegeven om de datum van inwerkingtreding uit te stellen.

Als bijlage bij de Kamerbrief is een uitvoerige reactie opgenomen op de zogenoemde Gateway Review die is uitgevoerd ten aanzien van de implementatie van het DSO (bijgevoegd als bijlage bij de Kamerbrief). Uit de review volgt de conclusie dat er op dit moment meerdere risico’s en knelpunten zijn die een succesvolle implementatie van het DSO in de weg staan. De aanbevelingen die worden gedaan zien op hoofdlijnen op betere en intensievere samenwerking en sneller handelen ten aanzien van contracteren van leveranciers en oefenen met het nieuwe digitale systeem. De minister onderstreept deze aanbevelingen en merkt op dat een succesvolle implementatie van het DSO, en daarmee van de Omgevingswet, zonder deze aanvullende maatregelen niet mogelijk lijkt binnen de tijd die daarvoor nog beschikbaar is.

Gelet op het belang van een goede voorbereiding en een verantwoorde inwerkingtreding van de Omgevingswet is er aldus meer tijd nodig om deze grote wetgevingsoperatie succesvol te laten slagen. De minister geeft daarbij aan dat het niet gaat over de vraag óf de Omgevingswet in werking treedt, maar wanneer. Kortom, uitstel is geen afstel.

Wetgevingstraject: wat is de stand van zaken?

Een groot aantal onderdelen van de complexe stelselherziening is in de afgelopen maanden door het parlement behandeld. Zo hebben De Tweede en Eerste Kamer beide de voorhang van vier ontwerpbesluiten afgerond. Verder heeft de Eerste Kamer recent ingestemd met de voorstellen voor de invoeringswet en de aanvullingswetten bodem, geluid en grondeigendom. De vierde aanvullingswet, natuur, is momenteel nog in behandeling bij de Eerste Kamer.

Zodra ook de Aanvullingswet natuur wordt aangenomen door de Eerste Kamer is het gehele omgevingsrecht geïntegreerd in de Omgevingswet. De laatste hobbel die dan nog genomen moet worden is een Koninklijk Besluit waarmee de wetgeving in werking kan gaan treden. Het streven was om het ontwerp van het Koninklijk Besluit uiterlijk op 1 juli 2020 bij de Eerste en Tweede Kamer voor te hangen. Dit tijdstip zal hoogstwaarschijnlijk ook worden opgeschoven naar een later moment.

Vervolg

De minister voor Milieu en Wonen zal in overleg met de bestuurlijke partners (Rijkspartners, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen) beoordelen hoeveel extra tijd er nodig is om de Omgevingswet op een verantwoorde manier in werking te laten treden. De minister zal na dit overleg komen met een voorstel voor een nieuwe inwerkingtredingsdatum.

Daarnaast zal de minister in de komende drie maanden beide Kamers maandelijks informeren over de voortgang van de implementatie van de Omgevingswet. In deze maandelijkse Kamerbrief zal de minister een update geven op de gebieden: wetgeving, DSO, implementatie, moties en overige relevante onderwerpen.

In deze maandelijkse voortgangsbrieven zal ook telkens ingaan worden op de voortgang van de criteria op basis waarvan de minister samen met de bestuurlijke partners uiteindelijk de afweging zal maken of invoering van de Omgevingswet verantwoord is. De door de minister vastgestelde criteria voor de beoordeling of inwerkingtreding verantwoord is, zijn:

  1. Mate van stabiliteit van de wetgeving;
  2. Voorgang op het DSO en;
  3. Voortgang van de implementatie bij de bevoegde gezagen

Voor meer informatie over de Omgevingswet kunt u terecht op: www.pgomgevingswet.nl. Met deze website houdt Stibbe u van de laatste stand van zaken op de hoogte. U vindt hier onder andere de tekst van de Omgevingswet waarbij de parlementaire geschiedenis artikelsgewijs is ontsloten. Via deze link komt u bij onze eerdere blogberichten over de Omgevingswet.