Hoge Raad laat zich uit over het begrip vakantie en loon over bovenwettelijke vakantiedagen
De Hoge Raad heeft zich recent uitgelaten over een tweetal vragen, namelijk (i) wanneer een vrijetijdsaanspraak heeft te gelden als vakantie in de zin van artikel 7:634 BW en (ii) of het loonbegrip voor wettelijke vakantiedagen onverkort geldt voor bovenwettelijke vakantiedagen.
Feiten in deze zaak
De werknemer is als machinist in dienst bij NS Reizigers (NS). Op de werknemer is de NS-cao van toepassing, waaruit volgt dat de werknemer recht heeft op wettelijke vakantiedagen en ‘vrije uren’. Sinds 1 januari 2014 neemt de werknemer deel aan de Regeling Werktijdverkorting Oudere Werknemers (RO-regeling). De RO-regeling is neergelegd in het bij de NS-cao behorende Keuzeplan. In het kader van het Keuzeplan ontving de werknemer zogenoemde RO-uren in ruil voor de vrije uren waarop hij op grond van de NS-cao recht had. Met deze RO-uren werd de arbeidsduur van de werknemer verminderd tot 32 uur per week.
Belangrijk is voorts dat NS en de vakbonden in 2016 een vaststellingsovereenkomst sloten, die werd aangemeld als cao, waarin zij overeenkwamen dat de onregelmatigheidstoeslag uit de NS-cao voortaan ook zou worden uitbetaald over de opgenomen wettelijke vakantiedagen.
De werknemer stelt zich op het standpunt dat de onregelmatigheidstoeslag niet alleen over de wettelijke vakantiedagen, maar ook over de bovenwettelijke vrije uren uitbetaald moet worden en heeft op basis van dat standpunt nabetalingen gevorderd. De kantonrechter wijst de vorderingen van de werknemer (grotendeels) toe. Het hof Arnhem-Leeuwarden bekrachtigt de uitspraak van de kantonrechter en verklaart voor recht dat NS de onregelmatigheidstoeslag dient te betalen over de wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. NS stelt cassatie in bij de Hoge Raad tegen het oordeel van het hof.
Toepasselijkheid van artikel 7:634 BW
De eerste vraag die bij de Hoge Raad voorligt, is of de door NS op grond van de NS-cao toegekende vrije uren (die als RO-uren werden ingezet) kwalificeren als vakantie in de zin van artikel 7:634 BW. De Hoge Raad oordeelt dat dit ervan afhangt of de vrijetijdsaanspraak op het moment van toekenning tot doel heeft gehad om de werknemer betaald verlof te verschaffen in verband met de werkbelasting die op hem drukt (recuperatiefunctie).
De feiten in deze casus maken dat de vrije-uren als bovenwettelijke vakantiedagen kwalificeren. Zo zijn de wettelijke verlofuren en vrije uren allebei opgenomen onder het kopje ‘Verlof’ in de NS-cao en wordt in de uitvoering geen onderscheid gemaakt tussen de wettelijke vakantiedagen en de vrije uren. Aan de werknemers wordt bovendien jaarlijks een bepaald aantal verlofuren toegekend zonder onderscheid in wettelijke verlofuren en vrije uren en in het administratieve computersysteem is voor de werknemers de onderverdeling tussen wettelijke verlofuren en vrije uren ook niet zichtbaar. Gelet op deze omstandigheden, oordeelt de Hoge Raad dat de toegekende vrije uren (die later als RO-uren werden ingezet) als bovenwettelijke vakantiedagen in de zin van artikel 7:634 BW kwalificeren.
Loon over bovenwettelijke vakantiedagen?
Verder oordeelt de Hoge Raad dat werkgevers op grond van artikel 7:639 lid 1 BW verplicht zijn om het volledig loon door te betalen over zowel de wettelijke als de bovenwettelijke vakantiedagen. Artikel 7:639 BW maakt geen onderscheid tussen de wettelijk voorgeschreven vakantiedagen en de bovenwettelijke vakantiedagen. Een dergelijk onderscheid volgt evenmin uit de andere bepalingen van Boek 7, titel 10.3 BW, aldus de Hoge Raad.
Key take away
Werkgevers moeten erop bedacht zijn dat het moment van toekenning bepalend is voor het antwoord op de vraag of vrije uren als vakantie in de zin van artikel 7:634 BW kwalificeren. Dit verandert niet als de uren tijdens het dienstverband van kleur verschieten en (bewust of onbewust) ingezet worden voor andere doeleinden dan de recuperatiefunctie. Eenmaal toegekende vakantie uren blijven kwalificeren als vakantie in de zin van artikel 7:639 BW waarover het volledig loon is verschuldigd. Werkgevers doen er dus goed aan om bij de toekenning van de vakantiedagen duidelijk in de arbeidsovereenkomst of in de cao op te nemen wat het doel is van de vrije uren.