Hof van Justitie van de Europese Unie 6 juni 2024
Ali al Khatib en Willemijn de Widt bespreken de ruitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, waarin prejudiciële vragen zijn beantwoord over de toelaatbaarheid van kansschadevorderingen in de context van het Europese aanbestedingsrecht. Ze analyseren de juridische implicaties van deze uitspraak en de mogelijke invloed ervan op de Nederlandse rechtspraktijk.
De uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie op 6 juni 2024 bevestigt dat kansschade bij uitsluiting van een aanbestedingsprocedure vergoed moet worden. Artikel 2 lid 1 onder c van Richtlijn 89/665 is ruim geformuleerd en maakt geen onderscheid tussen soorten schade, wat aansluit bij de richtlijn om effectieve rechtsbescherming te bieden. Hoewel Nederland al kansschade toepast in het aanbestedingsrecht, merken Ali en Willemijn op dat de procedure complex en tijdrovend is, wat mogelijk het doeltreffendheidsbeginsel schendt. Het Hof heeft de Nederlandse praktijk nog niet beoordeeld, maar Ali en Willemijn zien ruimte voor verbetering.
Lees de volledige bijdrage hier.
Auteurs: Ali al Khatib en Willemijn de Widt
Bron: O&A 2024/64
Publicatiedatum: december 2024
