Het recht op tegenstaking
Nu vakbonden vaker staken, is van belang dat werkgevers het recht op tegenstaking hebben. Uit het Amsta-arrest van de Hoge Raad volgt dat werkgevers zelf het actiemiddel mogen kiezen. Er zijn drie actiemiddelen uit de rechtspraak bekend: het inhuren van tijdelijk ander personeel (‘onderkruipen’), werkwilligen extra belonen en eenzijdige loonsverhogingen doorvoeren in een bepaalde branche nadat het overleg met de vakbonden in beëindigd. Deze verhoging is dan niet zoveel als de vakbonden eisen, maar de gedachte is dat een gedeeltelijke tegemoetkoming de lust om door te staken voor het restant zal doen verminderen.
Jaap van Slooten concludeert in deze publicatie dat werkgevers alles overziend niet veel middelen ten dienste staan. Bovendien zijn de meeste middelen omgeven met vraagtekens en onzekerheden. Het lijkt erop dat werkgevers onvoldoende acht slaan op de regel dat het in beginsel aan hen is om het actiemiddel te kiezen. Anders dan de vakbonden, zijn werkgevers echter terughoudend bij het gebruik van hun actiemiddel, terwijl dat in ieder geval vanuit juridisch perspectief onnodig is. Deze middelen worden weliswaar vaak kritisch beoordeeld door vakbonden en media, maar er zit meer potentie in voor werkgevers dan gedacht, aldus Jaap.
Lees de publicatie hier.
Auteur: Jaap van Slooten
Bron: Ondernemingsrecht, afl.8, 2023/56
Datum: 9-5-2023