Het IFF-arrest: het onderscheid tussen artikel 7:611 BW en artikel 7:613 BW is en blijft relevant

Article
NL Law

Het leerstuk van de (eenzijdige) wijziging van arbeidsvoorwaarden houdt de gemoederen al lange tijd bezig. Sinds 1998 spelen vragen als wat is de verhouding tussen de artikelen 7:611 BW, 7:613 BW en 6:248 lid 2 BW? Hebben zij betrekking op verschillende domeinen, zoals het individuele en het collectieve? En is er een onderlinge hiërarchie tussen de toetsingsmaatstaf van die artikelen? 

In het Stoof/Mammoet-arrest gaf de Hoge Raad al een aantal antwoorden, maar nog niet op alle vragen. Het IFF-arrest geeft meer duidelijkheid. Dit arrest bevestigt dat de rol van artikel 6:248 lid 2 BW zeer beperkt is. Dat roept de vraag op hoe artikelen 7:611 BW en 7:613 BW zich tot elkaar verhouden. Zijn zij in feite inwisselbaar geworden? Heeft de werkgever nog wat aan een eenzijdig wijzigingsbeding? Is het nog wel zinvol beide artikelen te handhaven? Doordat de Hoge Raad in het IFF-arrest oordeelt dat artikel 7:611 BW ook op collectieve wijzigingen ziet, zijn dat legitieme vragen. 

Jaap van Slooten van concludeert in deze annotatie dat er toch voldoende dogmatisch verschil tussen artikel 7:611 BW en artikel 7:613 BW is om beide artikelen te handhaven. Met name het collectieve ordeningsbelang van artikel 7:613 BW noopt daartoe. In de praktijk is het verschil met artikel 7:611 BW echter nog steeds moeilijk grijpbaar. Verduidelijking door de wetgever is, volgens Jaap, dan ook op zijn plaats omdat de Hoge Raad 25 jaar na het Van der Lely/Taxi Hofman-arrest wel de grenzen van zijn rechtscheppende taak lijkt te hebben bereikt. Daarvan valt niet meer zo veel te verwachten, is zijn inschatting. Jaap zou de wetgever willen suggereren om de hiervoor aangeduide verschillen tussen de beide artikelen te verduidelijken door de collectieve ordeningsfunctie van artikel 7:613 BW beter in de tekst tot uitdrukking te brengen. Het zou mooi zijn als dan tevens wordt verduidelijkt of artikel 7:611 BW ook bij wijziging van cao’s kan worden gebruikt. Nu dit artikel volgens het IFF-arrest kan worden toegepast op voorstellen tot collectieve wijziging van arbeidvoorwaarden, is het immers de vraag of dat ook geldt voor cao’s, de overeenkomst bij uitstek waarmee collectieve wijzigingen tot stand komen.

Lees de volledige annotatie hier

Auteur: Jaap van Slooten

Bron: ArA 2024/1.2

Publicatiedatum: mei 2024