Eerder niet bekende emissies behorende bij een vergunde activiteit zijn wel vergund
Noot onder de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) van 24 april 2019 inzake Omgevingsvergunning (ECLI:NL:RVS:2019:1363).
Naar het oordeel van de rechtbank kan onder de gegeven omstandigheden, waarbij de activiteit op zichzelf is vergund, maar pas na de vergunningverlening is gebleken dat deze activiteit gepaard gaat met ongewenste dan wel onbedoelde en (nog) niet in de vergunning gereguleerde emissies, die, naar normen die ook eerst bekend zijn geworden na de vergunningverlening, wel gereguleerd moeten worden, niet worden gesteld dat sprake is van handelen in strijd met art. 2.1 lid 1 onder de Wabo, in de zin van het zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning in werking hebben van een inrichting. Die regulering heeft immers niet plaats kunnen vinden omdat ten tijde van die vergunningverlening die emissie niet bekend was. Daarbij was evenmin bekend op welke wijze deze emissies dan gereguleerd zouden moeten worden. Naar het oordeel van de rechtbank kan niet achteraf worden gesteld dat sprake is van handelen in strijd met bepaalde normen, daar waar die normen ten tijde van de vergunningverlening niet bekend waren en niet golden. Eiseres mocht erop vertrouwen dat, indien zij handelde conform de verleende omgevingsvergunning, zij niet in overtreding was.
Auteur: Anna Collignon
Bron: M en R 2021/96
Publicatiedatum: 14 oktober 2021
Klik hier voor de volledige noot.