De voortgang van de diversiteit in de (sub)top
De Wet ingroeiquotum en streefcijfers ("Diversiteitswet") geldt reeds sinds 1 januari 2022. Voor een uitgebreide uiteenzetting over de inhoud van de Diversiteitswet, de verantwoording over diversiteit in het bestuursverslag op grond van het Besluit inhoud bestuursverslag en de rapportage aan de SER verwijzen wij graag naar de corporate updates van 27 juli 2022, 27 januari 2023 en 13 juli 2023. In deze update besteden we aandacht aan de publicatie van de eerste resultaten door de SER. Daarnaast behandelen we de Female Board Index 2023.
Publicatie eerste resultaten door de SER
Door de invoering van de Diversiteitswet dienen "grote" vennootschappen – al dan niet voor de gehele groep – via het Diversiteitsportaal te rapporteren aan de SER over de streefcijfers, het plan van aanpak en de man-vrouwverhouding binnen de (sub)top van de vennootschap. Vennootschappen moesten deze rapportage voor het eerst doen over boekjaar 2022. De rapportage over boekjaar 2022 bij de SER sloot aanvankelijk op 31 oktober 2023, maar door de SER is uiteindelijk uitstel verleend tot 1 december 2023. De SER heeft op 29 januari 2024 de resultaten over boekjaar 2022 gepubliceerd via een daartoe ingerichte dataverkenner. Wij verwijzen voor de resultaten ook naar de SER Scorecard 2024 van de Monitor Genderbalans in het Bedrijfsleven 2024.
Female Board Index 2023
De Female Board Index 2023 laat ontwikkelingen zien ten aanzien van het aantal vrouwelijke bestuurders en commissarissen binnen de 88 Nederlandse vennootschappen die genoteerd zijn aan Euronext Amsterdam. Het onderzoek is gebaseerd op gegevens tot 31 augustus 2023 en bevat enkele opvallende punten:
- Man-vrouwverhouding: in 2023 is de man-vrouwverhouding binnen de raden van bestuur ten opzichte van 2022 onveranderd gebleven. In 2023 is er vergeleken met 2022 een kleine toename in de hoeveelheid vrouwelijke commissarissen ten opzichte van mannelijke commissarissen.
- Diversiteitsquotum: in 2023 is bij 90% van voormelde beursvennootschappen de samenstelling van de RvC zodanig, dat ten minste 1/3 man en 1/3 vrouw is. Dat is een stijging ten opzichte van 2022.
- Leeftijd: in 2023 is de mannelijke bestuurder/commissaris gemiddeld vijf jaar ouder dan de vrouwelijke bestuurder/commissaris. Dit leeftijdsverschil is vergeleken met 2022 toegenomen.
- Zittingstermijn afgetreden bestuurder en commissaris: in 2023 zat een mannelijke afgetreden bestuurder gemiddeld vijf maanden langer in de raad van bestuur dan een vrouw. Een mannelijke afgetreden commissaris zat meer dan een jaar langer in de RvC dan een vrouw. Ten opzichte van 2022 is de duur dat mannen in de RvC/raad van bestuur zaten afgenomen. De duur dat vrouwen in de RvC/raad van bestuur zaten is toegenomen ten opzichte van 2022.