De rechtskeuze in de arbeidsovereenkomst voor het recht van Cyprus betekent niet dat het Verplichtstellingsbesluit niet van toepassing is (annotatie)

Article
NL Law

In deze annotatie bespreekt Astrid Helstone een uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden op 17 maart 2020. De relevantie van de uitspraak voor de pensioenpraktijk is gelegen in de maatstaf die op grond van de bijzondere verwijzingsregels van het internationaal privaatrecht moet worden aangelegd bij de beoordeling van de vraag of grensoverschrijdende werknemers, wanneer zij feitelijk werken in Nederland, onder de reikwijdte van een verplichtstelling tot deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds vallen.

 

De hiervoor genoemde vraag is onverminderd actueel, gelet op de toename van grensoverschrijdende vormen van arbeid, niet alleen in de internationale vervoerssector. Voor het toepasselijk Nederlands pensioenrecht zal steeds de mogelijkheid van een verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds in ogenschouw moeten worden genomen.

De kantonrechter oordeelde in eerste aanleg dat de verplichtstelling als een regel van bijzonder dwingend recht als bedoeld in artikel 9 Rome I zou moeten worden aangemerkt en concludeerde daarom dat de betrokken chauffeurs van AFMB dus onder de reikwijdte van het verplichtstellingsbesluit tot deelneming in Bpf Vervoer vallen. De keuze voor de grondslag van artikel 9 Rome I heeft tot de nodige kritiek in de literatuur geleid. Hoewel het Hof Arnhem-Leeuwarden in de onderhavige uitspraak tot dezelfde conclusie komt, is deze gebaseerd op een andere juridische grondslag van Rome I, namelijk de verwijzingsregels van artikel 8 Rome I en niet op die van artikel 9 Rome I.

Astrid Helstone wijst erop dat de vraag of de verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds als regel van bijzonder dwingend recht ex artikel 9 Rome I kan worden aangemerkt, met de onderhavige uitspraak nog steeds niet definitief is beslecht. Deze vraag blijft in ieder geval onverminderd relevant voor die gevallen waarin de uitkomst van toetsing aan artikel 8 Rome I geen uitkomst biedt: die beoordeling dwingt de rechter wel tot terughoudendheid, gelet op het exceptionele karakter van artikel 9 Rome I.