De afweging van grondrechten in het kader van corona
COVID-19 heeft de maatschappij voor dilemma’s geplaatst bij de afweging van volksgezondheid en bescherming van kwetsbaren tegenover vrijheden van het individu. In Tijdschrift voor Arbeidsrecht in Context schetsen Frederiek Fernhout en Judica Krikke de onderliggende rechten en vrijheden die vastgelegd zijn in het Europese grondrechtenkader, de AVG en nationale arbeidswetgeving en bespreken zij hoe deze tegen elkaar moeten worden afgewogen in de context van coronamaatregelen.
Ook op de werkvloer worden werkgevers geconfronteerd met soortgelijke dilemma's. In dit tijdschrift bespraken we al eerder de hachelijke positie van werkgevers die hun verplichting willen naleven om de gezondheid van hun werknemers te beschermen, maar tegelijkertijd de privacy van de werknemer moeten waarborgen. We bespraken dit in de context van alcohol- en drugstesten op de werkvloer en de eerste fase van de corona pandemie. In een poging om aan hun verplichtingen onder de Arbeidsomstandighedenwet (''Arbowet'') te voldoen zonder inbreuk te maken op de privacy en lichamelijke integriteit van werknemers, komen werkgevers inmiddels met de meest uiteenlopende en vernuftige oplossingen, variërend van bonussen bij vaccinatie tot (dreiging met) ontslag bij weigering daarvan. In dit artikel schetsen we – vanuit ons privacyrechtelijk perspectief – onderliggende rechten en vrijheden die vastgelegd zijn in het Europese grondrechtenkader, de Algemene Verordening Gegevensbescherming (''AVG'') en nationale arbeidswetgeving en gaan we in op de vraag hoe deze tegen elkaar moeten worden afgewogen in de context van corona maatregelen.
Klik hier voor de volledige publicatie.
Auteurs: Frederiek Fernhout en Judica Krikke
Bron: Tijdschrift voor Arbeidsrecht in Context, nr. 1, 2022
Publicatiedatum: april 2022