Cameratoezicht op Tata Steel niet onrechtmatig

cameratoezicht niet op de persoon gericht en niet ingrijpender dan nodig voor effectief toezicht op proces waarbij schadelijke stoffen vrijkomen. Kans dat cameratoezicht leidt tot inbreuk op privacy werknemers gering
Article
NL Law

Tata Steel legt - samengevat - aan haar vorderingen ten grondslag dat het cameratoezicht onrechtmatig is, dit in strijd is met de AVG, de Awb en artikel 8 EVRM.

Tata Steel legt — samengevat — aan haar vorderingen ten grondslag dat het cameratoezicht onrechtmatig is, dit in strijd is met de AVG, de Awb en artikel 8 EVRM.

De onrechtmatige handelingen vinden plaats jegens de werknemers, die niet continu wensen te worden blootgesteld aan cameratoezicht. Ook jegens Tata Steel is het cameratoezicht onrechtmatig, omdat Tata Steel zich heeft te gedragen als een goed werkgever en zij de privacybelangen van haar werknemers optimaal moet beschermen. Verder heeft Tata Steel een maatschappelijke zorgplicht tegenover haar bezoekers, welke plicht wordt geschonden door het cameratoezicht.

Gelet op de breedheid van de geregelde materie en de functie van titel 5 Awb als algemeen formeelwettelijk kader voor de handhaving, past het tegen de geschetste achtergrond niet om aan de hand van een wetshistorische interpretatie op zoek te gaan naar een antwoord op de vraag of enig gebruik van technologie die ten tijde van de invoering van de regeling — 1996 — nog niet bestond, of waarvan gebruik toen tijdens de parlementaire behandeling niet in het vizier is gekomen, toelaatbaar is te achten. Passender is het om aan de hand van doel en strekking van de regeling na te gaan of het gebruik van die technologie ter ondersteuning van de bevoegdheidsuitoefening past in het stelsel van de wet en aansluit bij de daarin wel uitdrukkelijk geregelde uitoefening. Daarbij moet vertrekpunt zijn dat toezicht, ook op de naleving van voorschriften als hier aan de orde, binnen de grenzen die door het evenredigheidsbeginsel aan de uitoefening daarvan worden gesteld, effectief moet kunnen zijn.

Het toezicht is blijkens het voorgaande gericht op een zo effectief mogelijke waarneming van een in de wijde omgeving zichtbaar industrieel proces waarop rechtmatig toezicht kan worden uitgeoefend en waarvan vast staat dat daarbij op onverwachte momenten schending van de daarop toepasselijke regels plaatsvindt. De camera wordt gebruikt om die (mogelijke) overtredingen vast te leggen op een wijze die verder onderzoek daarvan, met betrokkenheid van Tata Steel, mogelijk maakt.

Werknemers moeten in beginsel kunnen opkomen tegen werksituaties waarin ze permanent in de gaten worden gehouden, of dat nu door hun werkgever of door derden is. Maar dat is in dit geval, zeker na aanpassing van het standaard werkproces als hiervoor omschreven, niet (meer) aan de orde.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat toevoeging van de [in] sub 5.37. vermelde drie stappen aan het proces verzekert dat van een inbreuk op artikel 8 EVRM geen sprake kan zijn.

Hij zal deze evenwel niet opleggen, nu (1) hij aannemelijk acht dat de Omgevingsdienst de essentie van deze suggesties ter harte zal nemen, (2) Tata Steel geen daarop toegesneden voorzieningen heeft gevraagd en (3) uit de beoordeling van het toezicht als thans ingeregeld voortvloeit dat de kans dat dit leidt tot inbreuken op de privacy van de werknemers hoe dan ook te gering is om een verbod in kort geding te rechtvaardigen.

Auteurs: T. Barkhuysen & A.F. Fernhout

Bron: AB 2023/236

Publicatiedatum: september 2023