AFM-verkenning “Kwetsbaarheden in de structuur van de accountancysector”
De AFM heeft met haar verkennend onderzoek beoogd bij te dragen aan het maatschappelijke en internationale debat over duurzame en consistente kwaliteit van wettelijke controles door enkele symptoom- en oorzaakbestrijdende maatregelen aan te dragen. Bij de AFM-verkenning kan echter een aantal methodologische en inhoudelijke kanttekeningen worden geplaatst. Zo heeft de AFM haar analyse grotendeels gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek dat is verouderd of niet op de Nederlandse accountancysector is toegespitst. Daarnaast lijkt de AFM in haar analyse te abstraheren van effecten van nieuwe wetgeving. Ten slotte geeft de AFM in de presentatie van de door haar voorgestelde symptoombestrijdende maatregelen blijk van een onjuiste interpretatie van toepasselijke wetgeving en kunnen vraagtekens worden geplaatst bij de (internationale) haalbaarheid van enkele van de door haar aangedragen oorzaakbestrijdende maatregelen. Een kritische beschouwing van de AFM-verkenning leidt om die reden tot de conclusie dat deze moet worden beschouwd als niet meer dan een groot aantal proefballonnen van wisselende kwaliteit. Een aantal daarvan lijkt – gegeven de op onderdelen beperkte beleidsruimte van de Nederlandse wetgever en de internationale verwevenheid van de accountancysector – al op voorhand te kunnen worden doorgeprikt. Dat roept de vraag op waarom de AFM die ballonnen met publicitair – en politiek – geweld heeft opgelaten, temeer nu – ook bij de AFM – bekend is dat in de media en vanwege de politieke geldingsdrang de nuances in het politieke en maatschappelijke debat al snel ver te zoeken zijn.
Over de onwenselijke gevolgen van de geldingsdrang van politici en de toezichthouder hebben wij ons eerder uitgelaten. In dit artikel staan Steven Hijink, Lars in 't Veld en Eva Eijkelenboom stil bij de inhoud van de AFM-verkenning. Dit artikel is gepubliceerd in Ondernemingsrecht 2019/24.