Afbakening door het vennootschappelijk winstoogmerk

Article
NL Law
Expertise

Koen de Roo schreef een bijdrage over het Voorontwerp Modernisering personenvennootschappen in de laatste editie van het Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie.

Wetgeving over personenvennootschappen blijkt lastig. De jongste poging heeft het stadium bereikt van een tweede ambtelijk voorontwerp (het “Voorontwerp”). Over het Voorontwerp is al het een en ander geschreven. Een vooralsnog onderbelicht thema is het winstoogmerk van de personenvennootschap. En in het bijzonder de vraag of dat winstoogmerk een onderscheidend vermogen heeft. Volgens de minister moet deze vraag bevestigend worden beantwoord. In de voorgestelde MvT is over de voor personenvennootschappen kenmerkende samenwerking te lezen:

“Het doel van deze samenwerking is het behalen van voordeel. De term ‘voordeel’ kan ruim worden uitgelegd: het kan zowel gaan om kostenbesparingen als om het genereren van vermogen. Ter onderscheid van de stichting of vereniging, is het bij de personenvennootschap nodig dat het voordeel in de vermogensrechtelijke sfeer ligt en dat dit voordeel ook aan de vennoten toekomt”

Het winstoogmerk – de gebruikelijke term voor het doel van vermogensvoordeel – dient er dus toe de personenvennootschap te onderscheiden van de vereniging en de stichting. Op het oog een nobele gedachte. Het is wenselijk rechtsvormen van elkaar af te bakenen, opdat een juiste kwalificatie wordt vergemakkelijkt en dus zo min mogelijk onduidelijkheid bestaat over het toepasselijk recht op een samenwerkingsverband. Voor zover die onduidelijkheid bestaat, bestaat immers het risico op willekeur: gelijke gevallen die ongelijk worden behandeld. Een voldoende aanleiding dus om het onderscheidend vermogen van het winstoogmerk te beoordelen.

Klik hier voor de volledige publicatie.

Auteurs: Koen de Roo

Bron: WPNR 7416

Datum: mei 2023